Conclusies Europese Raad 25-26 maart 2004

Met dank overgenomen van voorzitterschap Raad van Ministers, gepubliceerd op vrijdag 26 maart 2004, 1:51.

    1. De Europese Raad is op 25 en 26 maart 2004 te Brussel bijeengekomen voor zijn jaarlijkse vergadering over de strategie van Lissabon en over de economische, sociale en ecologische situatie in de Europese Unie. Hij heeft voorts een verslag van het voorzitterschap ontvangen over de Intergouvernementele Conferentie, een verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme aangenomen en beraadslaagd over een aantal aangelegenheden in verband met internationale ontwikkelingen.

    2. De vergadering werd voorafgegaan door een uiteenzetting van de voorzitter van het Europees Parlement, de heer Pat Cox, waarna een gedachtewisseling over de belangrijkste onderwerpen van de agenda volgde.

I. INTERGOUVERNEMENTELE CONFERENTIE

    3. De Europese Raad heeft zich ingenomen getoond met het verslag van het voorzitterschap over de Intergouvernementele Conferentie en met de beoordeling van de vooruitzichten op vooruitgang. Hij verklaarde opnieuw vast voornemens te zijn overeenstemming te bereiken over het constitutioneel verdrag, als een instrument waarmee de Unie beter kan inspelen op de verlangens van de burger en een effectievere rol in de wereld kan spelen. De Europese Raad was het erover eens dat het elan van de Conventie en van de tot op heden gevoerde besprekingen van de Intergouvernementele Conferentie behouden moet blijven.

    4. Op basis van een aanbeveling van het voorzitterschap heeft de Europese Raad het voorzitterschap verzocht zijn overleg voort te zetten en er zorg voor te dragen dat de formele besprekingen door de Intergouvernementele Conferentie zo spoedig als passend is worden hervat. De Europese Raad besloot dat uiterlijk in juni 2004 door de Europese Raad een akkoord dient te worden bereikt over het constitutioneel verdrag.

II. TERRORISME

    5. De Europese Raad betuigt zijn medeleven en solidariteit met de slachtoffers van de terroristische aanslagen in Madrid, hun families en het Spaanse volk. Hij heeft de verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme aangenomen.

    III. DE STRATEGIE VAN LISSABON: PRIORITEITEN

De uitdaging van lissabon aangaan

    6. Om te kunnen beantwoorden aan de verwachtingen van de Europese bevolking op het gebied van betere levensomstandigheden en een hogere levenskwaliteit, is een krachtige economische groei en een sterke toename van het aantal banen nodig, in combinatie met een hoge mate van sociale samenhang en milieubescherming.

    7. De Unie heeft zich in maart 2000 ambitieuze doelen gesteld. Vier jaar later is het beeld niet eenduidig. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt, en de Europese Raad bevestigt dat het proces en de doelstellingen onverkort gehandhaafd blijven. Willen de doelstellingen van 2010 verwezenlijkt worden, dan moet het tempo van de hervormingen evenwel aanmerkelijk worden opgevoerd. De Europese Raad is vastbesloten te laten zien dat hij de daartoe nodige politieke wil heeft.

    8. Deze Europese Raad wil vastberadenheid en vertrouwen uitdragen. Europa staat voor uitdagingen van een ontzagwekkende omvang, maar het beschikt over de wil en het vermogen om zijn economisch potentieel te verwezenlijken. De uitbreiding zal een stimulans vormen voor de Europese economie, voor allen nieuwe mogelijkheden creëren en de convergentie van de toetredende staten bevorderen. De ervaring en bijdragen van de nieuwe lidstaten zullen het proces van Lissabon ten goede komen.

    Uitvoering van de agenda

    9. De agenda van Lissabon is gebaseerd op een aanpak waarbij samenhang centraal staat: samenhang tussen de maatregelen van de Unie en die van de lidstaten, alsmede tussen de verschillende beleidsgebieden (het economisch beleid, het sociaal beleid en het milieubeleid). Afzonderlijke maatregelen moeten elkaar wederzijds versterken en op alle beleidsgebieden moeten hervormingen worden nagestreefd. De Europese Raad heeft met instemming kennis genomen van de belangrijkste beleidsboodschappen van alle relevante Raadsformaties en heeft in zijn besprekingen ten volle rekening gehouden met het voortgangsverslag van de Europese Commissie. De Europese Raad zal de nadere maatregelen ter bevordering van de uitvoering van de agenda in de diverse sectoren van nabij blijven volgen.

    10. Volgens de Europese Raad is het belangrijkste probleem thans dat de reeds gedane toezeggingen beter moeten worden nagekomen. Wil het proces geloofwaardig blijven, dan moet het tempo van de hervormingen op het niveau van de lidstaten worden opgevoerd. Er moet meer toezicht worden uitgeoefend op de nationale prestaties, met inbegrip van de uitwisseling van informatie over beste praktijken. Akkoorden en beleid op EU-niveau moeten sneller in concrete maatregelen worden vertaald. De Europese Raad benadrukt dat de onaanvaardbaar hoge achterstanden bij de omzetting van overeengekomen maatregelen in nationale wetgeving moeten worden aangepakt en dat het wetgevingsprogramma dat uit de agenda van Lissabon voortvloeit, volledig moet worden uitgevoerd.

    11. Er moet voorrang worden gegeven aan de voornaamste beleidsaspecten die voor een grotere groei en meer werkgelegenheid kunnen zorgen. Daarom is de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad dit jaar toegespitst op twee punten: duurzame groei en meer en betere banen.

Duurzame groei

i) Deugdelijk macro-economisch beleid

    12. De belangrijkste economische uitdaging voor de Europese Unie is de verwezenlijking van haar groeimogelijkheden. Het economisch herstel dat in het tweede halfjaar van 2003 heeft ingezet, wint gestaag aan snelheid. De Unie moet in haar interne en externe beleid gebruik maken van dit momentum. Zij moet deze gelegenheid aangrijpen om haar interne hervormingsproces te bespoedigen. In het algemeen meer openheid naar buiten toe en een grotere dynamiek in de economische betrekkingen tussen handelspartners zullen leiden tot betere groeivooruitzichten.

    13. Het bereiken of handhaven van gezonde begrotingssituaties overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact en prijsstabiliteit zijn de twee belangrijkste grondslagen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat zij hun verbintenissen inzake begrotingsconsolidatie nakomen.

    14. Het is van essentieel belang dat de houdbaarheid op lange termijn van de openbare financiën veiliggesteld is. De Europese Raad dringt er bij de lidstaten sterk op aan de financiële gevolgen van de vergrijzing aan te pakken door de overheidsschuld te verminderen, de arbeidsparticipatie te verhogen en de pensioen- en gezondheidszorgstelsels te hervormen.

    15. Structurele hervormingen zijn noodzakelijk en heilzaam: noodzakelijk wegens een steeds verdere globalisering van de economie, en heilzaam omdat zij in belangrijke mate bijdragen tot toenemende groei en werkgelegenheid doordat zij het vertrouwen stimuleren en een betere besteding van de middelen bevorderen.

    16. Het programma "Europese Actie voor groei" bevat een draaiboek voor meer investeringen in fysiek en menselijk kapitaal ter aanvulling van de structurele hervorming. De belangrijkste beginselen voor de uitvoering ervan staan in de conclusies van de Europese Raad van december 2003. Het snelstartprogramma is een open en dynamisch programma dat projecten omvat die beantwoorden aan welbepaalde criteria in een groot aantal sectoren: vervoer, energie, telecommunicatie, onderzoek, innovatie en ontwikkeling. Vereist is dat de instellingen van de EU en de lidstaten, alsmede de initiatiefnemers van projecten, zich er vastberaden voor inzetten dat projecten gestaag en tijdig worden uitgevoerd. De Europese Raad onderstreept dat het programma Actie voor groei en het snelstartprogramma zonder aflaten moeten worden gesteund en gevolgd, en zal in zijn voorjaarsbijeenkomst van 2005 de vorderingen evalueren. Bij deze evaluatie zal ruimte worden gelaten voor een sterkere nadruk op O&O-projecten in essentiële groeitechnologieën.

ii) Concurrentievermogen en innovatie

    17. De Europese Raad onderstreept dat concurrentievermogen, innovatie en de bevordering van een ondernemingscultuur - de essentiële voorwaarden voor groei - van vitaal belang zijn voor de economie in haar geheel, en dat zij met name van belang zijn voor het midden- en kleinbedrijf. Gelet op de grote vorderingen die worden geboekt door andere spelers op het internationale toneel, zal de Unie resoluter moeten optreden indien zij de komende jaren het vermogen wil behouden om het Europees sociaal model te handhaven. De-industrialisering blijft een risico, en de Europese Raad ziet uit naar een uitgebreid verslag van de Commissie, met daarin onder meer concrete maatregelen om de Europese industrie concurrerender te maken.

    18. De Europese Raad spitst zijn aandacht toe op vier specifieke prioriteiten ter verbetering van het Europese concurrentievermogen: voltooiing van de interne markt, betere regelgeving, meer O&O en doeltreffende institutionele regelingen.

Voltooiing van de interne markt

    19. Het potentieel van de interne markt wordt nog niet ten volle benut. De inspanningen om te komen tot een soepeler werking van producten-, diensten-, kapitaal- en arbeidsmarkten moeten worden voortgezet. De Unie moet tijdig een antwoord bieden op nieuwe uitdagingen: op het cruciale gebied van elektronische communicatie bijvoorbeeld moeten nieuwe EU-strategieën inzake mobiele en breedbandcommunicatie de Unie in de voorste gelederen houden. In de dienstensector, die sterk verbrokkeld blijft, is meer concurrentie nodig om de efficiëntie te verbeteren en de output en de werkgelegenheid te verhogen, ten voordele van de consumenten. Aan de ontwerp-richtlijn inzake diensten moet in overeenstemming met het voorgestelde tijdschema hoge prioriteit worden gegeven.

    20. Een daadwerkelijke interne markt voor financiële diensten zal zorgen voor meer en goedkoper kapitaal, waaronder hoognodig risicokapitaal. De Europese Raad verzoekt de resterende gedeelten van het actieplan inzake financiële diensten - de voorgestelde richtlijnen inzake beleggingsdiensten en inzake transparantie - te voltooien vóór het einde van deze zittingsperiode van het Europees Parlement. Voorts onderstreept hij het belang van versterking van het ondernemingsbestuur.

    21. Het recente akkoord over de richtlijn inzake striktere handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten wordt toegejuicht. Een akkoord inzake het Gemeenschapsoctrooi laat echter te lang op zich wachten, en de Europese Raad verzoekt om verdere inspanningen om de werkzaamheden in verband met dit voorstel af te ronden.

    22. De Europese Raad benadrukt dat de inspanningen om schadelijke belastingmaatregelen aan te pakken en de via het belastingstelsel veroorzaakte belemmeringen voor de interne markt weg te nemen, moeten worden voortgezet.

Betere regelgeving

    23. Betere regelgeving op zowel Europees als nationaal niveau zal het concurrentievermogen en de productiviteit ten goede komen. De Europese Raad is ingenomen met het recente initiatief van vier voorzitterschappen voor een betere regelgeving en hij roept de Raad op, met een actieprogramma te komen om in het komende jaar op dit stuk vorderingen te boeken. Hij is ingenomen met de toezegging van de Commissie dat deze het proces voor geïntegreerde effectbeoordeling zal verfijnen in samenwerking met de Raad en met het Europees Parlement in het kader van het interinstitutioneel akkoord "Beter Wetgeven", waarbij bijzondere nadruk zal worden gelegd op het versterken van het aspect concurrentievermogen, en dat zij in samenwerking met de Raad een methode zal ontwikkelen om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te meten. De Europese Raad verzoekt de Commissie rekening te houden met de standpunten van de Raad met betrekking tot prioritaire gebieden en tijdschema's voor vereenvoudiging. Voorts verzoekt hij de lidstaten zich in te zetten voor versnelde uitvoering van nationale initiatieven tot hervorming van de regelgeving. Hij zal op de kwestie van betere regelgeving terugkomen tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in november 2004.

Verwezenlijking van de O&O-doelstelling

    24. Er moet snellere vooruitgang worden geboekt bij de totstandbrenging van een Europese kennisruimte. Een bijzondere prioriteit is het realiseren van grotere investeringen van het bedrijfsleven in O&O. In vergelijking met de situatie elders valt op dat de investeringen van de particuliere sector in O&O binnen de Unie relatief gering zijn. Dit kan deels worden verholpen door overheden op zodanige wijze in deze sector te laten investeren dat particuliere investeringen worden aangemoedigd. De Europese Raad roept de lidstaten op, de algemene voorwaarden voor investeringen in O&O te verbeteren en te overwegen door middel van gerichte steun en stimuleringsmaatregelen het bedrijfsleven aan te zetten tot grotere investeringen in O&O.

    25. In het algemeen gesproken dient Europa te streven naar een sterke positie op het gebied van wetenschap en onderzoek en naar versnelde openbare en particuliere investeringen in O&O. Daarvoor is een reeks van elkaar wederzijds versterkende maatregelen vereist. Grotere inspanningen zijn nodig om de interactie tussen openbare onderzoeksinstellingen en de industrie te versterken. Kwalitatief hoogwaardig onderwijs vormt een essentiële bijdrage tot het concurrentievermogen in brede zin. De rol van menselijke hulpbronnen is essentieel voor O&O, en het opleiden, het in dienst houden en de mobiliteit van onderzoekers moeten prioriteit krijgen. Wedijver op het gebied van onderzoek moet worden aangemoedigd om wetenschappelijke topkwaliteit te stimuleren.

    26. Het belangrijkste Europese instrument op onderzoeksgebied is het Europese kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling. Dit programma dient te worden vereenvoudigd om het gebruiksvriendelijker te maken, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen. Er dient prioriteit te worden gegeven aan de bevordering van de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de onderzoekswereld, het stimuleren van toekomstige technologieën en het ondersteunen van fundamenteel en toegepast onderzoek. De Europese Raad ziet nut in grotere steun voor fundamenteel onderzoek van de hoogste kwaliteit en zal zich op specifieke financiering daarvan beraden. Hij ziet met belangstelling uit naar een voorstel van de Europese Commissie, dat de mogelijke instelling van een Onderzoeksraad kan omvatten.

    27. De Europese Raad bevestigt zijn unanieme steun voor het Europese aanbod en verzoekt de Commissie voortgang te maken met de onderhandelingen over het ITER-project opdat dit spoedig op de voorgestelde Europese locatie van start kan gaan.

    Institutionele regelingen

    28. De Raad Concurrentievermogen is ingesteld in het kader van het pakket hervormingen dat tijdens de Europese Raad van Sevilla is overeengekomen. Deze Raadsformatie moet thans snel werk maken van de bevordering en stimulering van een duidelijke en geïntegreerde reactie op de uitdagingen op het gebied van concurrentievermogen waarvoor de Unie zich gesteld ziet. Bij het aantreden van de volgende Commissie zal het op de weg van de voorzitter liggen na te gaan hoe kan worden gewaarborgd dat de agenda op het gebied van concurrentievermogen effectief wordt ondersteund.

iii) Sociale samenhang moet centraal staan

    29. Een hoog niveau van sociale samenhang is een centraal thema van de agenda van Lissabon. Strategieën die doorslaggevend zijn bij de bestrijding van sociale uitsluiting en de uitbanning van armoede, moeten worden versterkt; de bescherming van de meest kwetsbare leden van de samenleving is een essentieel aspect van de bredere benadering. Voor de modernisering van de socialebeschermingsstelsels, met name de pensioen- en gezondheidszorgstelsels, en voor de mainstreaming van de sociale integratie door de uitvoering van nationale actieplannen is daarbij een sleutelrol weggelegd. Beleid inzake gendergelijkheid is een instrument van zowel sociale cohesie als van groei.

iv) Ecologisch verantwoorde duurzame groei

    30. Aleen vanuit milieuoogpunt verantwoorde groei kan duurzaam zijn. De groei moet door middel van een betere integratie van het beleid en duurzamer consumptie- en productiepatronen worden ontdaan van negatieve effecten voor het milieu.

    31. Verbetering van energie-efficiëntie en intensiever gebruik van hernieuwbare energiebronnen zijn om milieu- en concurrentieredenen van essentieel belang. De door de Raad voorgestane indicatieve doelstelling inzake energie-efficiëntie voor de gehele EU is een belangrijk middel om de inspanningen te concentreren.

    32. Verdere kosteneffectieve methodes voor het uitvoeren van besluiten van de EU op het gebied van klimaatverandering en de potentiële kosten van niet-handelen moeten worden bestudeerd. De Europese Raad bevestigt dat de Unie zich ertoe heeft verbonden het streefcijfer van het Protocol van Kyoto te realiseren; hij onderstreept dat de Unie veel gelegen is aan het proces tot bekrachtiging van het protocol en aan de spoedige inwerkingtreding daarvan, en hij verzoekt om een spoedige bekrachtiging van het protocol door de landen die dat nog niet hebben gedaan, met inbegrip van de Russische Federatie. Bij wijze van bijdrage tot de wereldwijde inspanningen hoopt de Europese Raad zich tijdens de voorjaarsbijeenkomst van 2005 te buigen over emissiereductiestrategieën op middellange en lange termijn, met inbegrip van streefcijfers. Hij verzoekt de Commissie ter voorbereiding van deze besprekingen een kosten-batenanalyse op te stellen waarin rekening wordt gehouden met milieu- en concurrentieoverwegingen.

    33. Schone technologieën zijn van vitaal belang om de synergieën tussen het bedrijfsleven en het milieu ten volle te kunnen benutten. De Europese Raad is ingenomen met het actieplan voor milieutechnologie en verzoekt om de snelle uitvoering daarvan. Hij verzoekt de Commissie en de EIB zich te beraden op de aanwending van de financiële instrumenten die voorhanden zijn om dergelijke technologieën te bevorderen. Tijdens de voorjaarsbijeenkomst van volgend jaar zal de Europese Raad zich buigen over een verslag van de Commissie inzake de algemene vorderingen van het actieplan en over andere mogelijkheden voor de Unie om win-win-situaties te scheppen, waarbij verbeteringen op milieugebied kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de economische en sociale doelstellingen van de strategie van Lissabon.

Meer en betere banen

    34. Het scheppen van meer en betere banen is het urgentste probleem dat in het komende jaar moet worden aangepakt. Een hoger werkgelegenheidsniveau is essentieel voor het bewerkstelligen van economische groei en gezien het hechte verband tussen werkloosheid en armoede voor het bevorderen van sociale integratie. De EU moet alles in het werk stellen om het thans onaanvaardbaar hoog algemeen werkloosheidsniveau te doen dalen.

    35. De lidstaten moeten zich andermaal ertoe verbinden de werkgelegenheidsdoelstellingen van Lissabon te realiseren. In dit verband zijn follow-upmaatregelen ter uitvoering van de aanbevelingen van de Taakgroep werkgelegenheid onder voorzitterschap van de heer Wim Kok essentieel. De verwerking van de beleidsboodschappen van de taakgroep in het gezamenlijk verslag inzake de werkgelegenheid is een stap in de goede richting. De Europese Raad benadrukt dat de lidstaten binnen de speelruimte van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de Europese werkgelegenheidsstrategie resoluut actie moeten ondernemen overeenkomstig de voorstellen van de taakgroep.

    36. In het kader van een algemene werkgelegenheidsstrategie dienen de lidstaten dringend aandacht te besteden aan vier bijzondere structurele uitdagingen: flexibiliteit, het aantrekkelijker maken van de arbeidsmarkt voor meer mensen, verbetering van de kwaliteit van werk en investeringen in menselijk kapitaal.

    37. Flexibiliteit vereist dat waar nodig de indirecte loonkosten worden teruggedrongen, dat ervoor gezorgd wordt dat de lonen beter de productiviteit weerspiegelen, en dat flexibele vormen van werk worden aangemoedigd, terwijl tegelijkertijd maatregelen worden genomen op het gebied van zekerheid voor werknemers.

    38. Meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden betekent dat de interactie tussen lasten en voordelen zodanig moet zijn, dat werken een duidelijke financiële beloning oplevert. Ook betekent het dat er specifieke strategieën moeten worden ontwikkeld om de netto-arbeidsparticipatie van vrouwen en oudere werknemers te vergroten. Een gendermainstreaming-aanpak zal ertoe bijdragen dat de algemene doelstellingen van Lissabon worden verwezenlijkt. Om meer vrouwen aan het werk te krijgen, moeten stappen worden gezet om de genderverschillen in de beloning aan te pakken en meer gezinsvriendelijke arbeidsplaatsen te creëren. Voor het behouden van oudere werknemers zijn passende wettelijke en financiële stimuleringsmaatregelen nodig.

    39. Meer en efficiëntere investeringen in menselijk kapitaal zijn essentieel voor groei en productiviteit en voor de bevordering van sociale integratie en insluiting. Wil de EU de leidende kenniseconomie in de wereld worden, dan zijn onderwijs en opleiding van vitaal belang. De Europese Raad onderstreept dat hervormingen en investeringen in de voor de kennismaatschappij belangrijkste sectoren nodig zijn. Hij erkent tevens dat levenslang leren positieve effecten heeft op de productiviteit en op het arbeidsaanbod; hij staat achter de aanneming van een geïntegreerd programma van de EU in de loop van 2005 en de invoering van nationale strategieën in alle lidstaten in de loop van 2006.

    40. Het gaat er nu om hieraan verder invulling te geven: in het komende jaar moet daadwerkelijk vooruitgang naar meer en betere banen worden geboekt. Tijdens zijn bijeenkomst in het voorjaar van 2005 zal de Europese Raad de in de loop van het jaar geboekte vorderingen evalueren. Hij is voornemens bijzondere aandacht te schenken aan de mate waarin de nationale maatregelen de verwezenlijking van de werkgelegenheidsdoelstellingen van Lissabon dichterbij hebben gebracht. De Europese Raad verzoekt de Raad en de Commissie om - voortbouwend op het gezamenlijk verslag inzake de werkgelegenheid - speciaal voor die bespreking gezamenlijk een beknopt syntheseverslag op te stellen. Daarin zal met name moeten worden ingegaan op de vooruitgang die is geboekt bij de versterking van de rol van de landenspecifieke aanbevelingen in het kader van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en van de Europese werkgelegenheidsstrategie.

    Uitbreiding van het vrije verkeer van werknemers

    41. Bij de ontwikkeling van de Unie staat de totstandbrenging van één enkele arbeidsmarkt die het vrije verkeer van werknemers bevordert, centraal. De Europese Raad spreekt zich dan ook uit voor verdere vooruitgang op een aantal gebieden, die de mobiliteit zal bevorderen. De Europese ziekteverzekeringskaart zal in juni 2004 operationeel zijn. Over twee maatregelen die de erkenning van kwalificaties in de gehele Unie zullen vergemakkelijken - de richtlijn betreffende wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties en Europass zal naar verwachting in juni 2004 een politiek akkoord worden bereikt.

    42. De herziening van Verordening nr. 1408/71, ter vereenvoudiging en modernisering van de bepalingen ter bescherming van de socialezekerheidsrechten van werknemers die zich binnen de Unie verplaatsen, is een belangrijke stap en zal naar verwachting nog binnen de huidige zittingsperiode van het Europees Parlement haar beslag krijgen.

De totstandbrenging van partnerschappen voor hervorming

    43. Steun voor en inzet ten behoeve van veranderingen is niet een zaak van regeringen alleen. Om deze steun te verwerven roept de Europese Raad de lidstaten op, partnerschappen voor hervorming tot stand te brengen waarbij de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en de overheidsinstanties betrokken worden, een en ander in overeenstemming met nationale regelingen en tradities.

    44. Dergelijke nationale partnerschappen voor hervorming zouden aanvullende strategieën voor verandering moeten bevorderen, die betrekking zouden moeten hebben op het gehele scala van beleidsterreinen - het economische, het sociale en het milieubeleid - van de agenda van Lissabon. Deze strategieën zouden hun neerslag moeten krijgen in duidelijke nationale beleidsvormen en doelstellingen en door de regeringen in aanmerking moeten worden genomen bij de voorbereiding van de nationale bijdragen aan de evaluatie halverwege van de agenda van Lissabon.

    45. De sociale partners zijn op EU-niveau reeds nauw en constructief betrokken bij de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon in het kader van de tripartiete sociale top. Verdere actie is thans nodig om hun rol bij het verwezenlijken van de strategie te vergroten. Het verheugt de Europese Raad dat de sociale partners zich inzetten voor de verdieping van hun betrokkenheid door middel van het Nieuw Europees Partnerschap voor veranderingen, teneinde de groei te bevorderen en de werkgelegenheid en de productiviteit te verbeteren. Voorts verzoekt hij het Economisch en Sociaal Comité zich te beraden op middelen en methoden voor een doeltreffender uitvoering van de strategie van Lissabon.

VOORUITBLIK OP 2005

    46. Dat het proces van Lissabon nog steeds geldig en relevant is, lijdt geen twijfel. Volgend jaar, halverwege het decennium, is een geschikt moment voor een grondige evaluatie van de uitvoering van de agenda. De Europese Raad neemt er nota van dat de Commissie voornemens is een stappenplan op te stellen om de strategie van Lissabon te versterken en de uitvoering ervan te verbeteren.

    47. Bij de evaluatie halverwege moet worden bezien hoe de doelstellingen van Lissabon het best kunnen worden verwezenlijkt, met name in het licht van de uitbreiding. Bij de voorbereiding ervan moet rekening worden gehouden met de komende evaluatie van de EU-strategie inzake duurzame ontwikkeling. De evaluatie halverwege dient een beoordeling te omvatten van:

    • de vorderingen die zijn gemaakt bij de verwezenlijking van de overeengekomen sectoriële doelstellingen, alsmede het scala van structurele indicatoren en benchmarks dat gebruikt is voor het meten van het niveau en de dynamiek van de prestaties van de lidstaten;

    • de Europese resultaten in mondiale context;

    • de maatregelen die in de nieuwe economische en geopolitieke situatie nodig zijn voor een sterkere groei en voor de verwezenlijking van het in maart 2000 bepaalde doel;

    • bestuursvormen en andere maatregelen en instrumenten waarover de lidstaten en de EU beschikken om de doelstelling van Lissabon te verwezenlijken, met inbegrip van de interne en de externe stimulansen van groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid;

    • mechanismen om aan de doelstellingen van de strategie van Lissabon en de beste praktijken in de lidstaten bekendheid te geven bij de consumenten, de burgers en de voornaamste belanghebbenden;

    • mogelijkheden om de methoden te verbeteren.

    48. De Europese Raad verzoekt de Commissie een groep op hoog niveau, onder voorzitterschap van de heer Wim Kok op te richten die hiertoe een bijdrage zal leveren door een onafhankelijke evaluatie te verrichten. In het verslag van de groep moeten maatregelen worden aangegeven die tezamen een samenhangende strategie vormen waarmee onze economieën de doelstellingen en streefcijfers van Lissabon kunnen verwezenlijken. De groep zou moeten bestaan uit een klein aantal hooggekwalificeerde personen die de opvattingen van alle belanghebbenden kunnen weergeven. Haar verslag, dat zal worden bekendgemaakt, zou voor 1 november 2004 aan de Commissie moeten worden voorgelegd. Na de indiening van het verslag zullen de Commissie en de lidstaten zich gezamenlijk buigen over de inhoud ervan en zorgen voor een samenhangende presentatie ten overstaan van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad in 2005.

IV. CYPRUS

    49. De Europese Raad benadrukt dat hij de inspanningen van VN-secretaris-generaal Annan krachtig zal blijven steunen de partijen te helpen deze historische gelegenheid aan te grijpen om een alomvattende regeling van het probleem Cyprus tot stand te brengen die aansluit bij de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. Hij is verheugd dat de Commissie nog altijd behulpzaam wil zijn bij het vinden van een snelle oplossing in het kader van het acquis. Ook is hij ingenomen met het aanbod van de Commissie om op 15 april in Brussel een internationale conferentie op hoog niveau te organiseren ter voorbereiding van een donorconferentie. De Europese Raad blijft de overtuiging toegedaan dat er voor 1 mei een rechtvaardige, realistische en praktische regeling getroffen kan worden. Hij dringt er bij alle partijen op aan zich in samenwerking met de regeringen van Griekenland en Turkije vastberaden te blijven inzetten voor een succesvol resultaat van het onderhandelingsproces.

    50. De Europese Raad herhaalt zijn uitgesproken voorkeur voor de toetreding van een verenigd Cyprus tot de Europese Unie en blijft bereid ruimte te scheppen voor een dergelijke regeling die spoort met de beginselen waarop de Unie is gegrondvest.

V. INTERNATIONALE SITUATIE

Vredesproces in het Midden-Oosten

    51. De Europese Raad heeft zijn grote bezorgdheid uitgesproken over de situatie in het Midden-Oosten en de verscherping van het Israëlisch-Palestijnse conflict, met name na de buitengerechtelijke executie van Hamas-leider sjeik Ahmed Yassin. De Europese Unie heeft herhaaldelijk de terroristische wreedheden tegen Israëli's veroordeeld en erkend dat Israël het recht heeft om zijn burgers te beschermen, maar heeft zich consequent verzet tegen buitengerechtelijke executies die in strijd zijn met het internationale recht. De huidige cyclus van geweld en tegengeweld heeft veel leed veroorzaakt en tot het verlies van levens geleid, de verhoudingen op scherp gezet en de partijen steeds verder verwijderd van een door onderhandelingen tot stand gekomen regeling.

    52. 

    De Europese Raad heeft zijn medeleven betuigd met degenen die - aan welke zijde ook - de gevolgen van het geweld ondervinden of die hun leven door het conflict ontwricht zien. Hij heeft de Palestijnse autoriteit opgeroepen de veiligheidskwestie aan te pakken en het terrorisme te bestrijden en de aankondiging door de Palestijnse autoriteit verwelkomd van plannen die moeten leiden tot betere Palestijnse resultaten op het gebied van veiligheid. Hij heeft benadrukt dat deze plannen volledig en correct moeten worden uitgevoerd. De Europese Raad heeft met name zijn bezorgdheid uitgesproken over de ernstige humanitaire situatie in de bezette Palestijnse gebieden en heeft de Israëlische regering opgeroepen actie te ondernemen om het lijden van de Palestijnen te verlichten door de belemmeringen op het vrije verkeer op te heffen, haar nederzettingenbeleid om te buigen, de na maart 2001 gebouwde nederzettingen te ontmantelen en de constructie van het zogenoemde veiligheidshek op Palestijns grondgebied terug te draaien.

    53. De Europese Raad heeft bevestigd dat hij er ten diepste van overtuigd is dat de routekaart van het kwartet, ondersteund door Resolutie 1515 van de VN-Veiligheidsraad, de basis blijft voor het bereiken van een vreedzame oplossing. Hij heeft alle partijen opgeroepen de situatie niet verder te laten escaleren en de nodige stappen te doen om te beginnen met de uitvoering van de routekaart. De belangrijkste stap is dat alle partijen afzien van verder geweld.

    54. De Europese Raad heeft herhaald dat hij voorstander is van een door onderhandelingen bereikte overeenkomst die leidt tot twee levensvatbare, soevereine en onafhankelijke staten, Israël en Palestina die, op basis van de grenzen van 1967, in vrede en veiligheid naast elkaar leven in het kader van een algemene vredesregeling voor het Midden-Oosten, als vastgelegd in de door het kwartet opgestelde routekaart. De Europese Unie zal geen andere wijzigingen van de grenzen van 1967 erkennen dan die waarover de partijen een overeenkomst bereiken.

    55. De Europese Raad heeft nota genomen van de voorstellen voor een Israëlische terugtrekking uit de Gaza-strook. Die terugtrekking zou een belangrijke stap kunnen zijn naar de uitvoering van de routekaart, mits, overeenkomstig de beraadslagingen in de Raad van 23 februari:

- de routekaart wordt gevolgd,

- dit een stap is in de richting van een tweestatenoplossing,

    - dit niet leidt tot verplaatsing van de nederzettingenactiviteit naar de Westelijke Jordaanoever,

    - regelingen getroffen worden en onderhandelingen gevoerd worden over een overdracht van bevoegdheden aan de Palestijnse Autoriteit, en

- Israël de rehabilitatie en de wederopbouw van de Gazastrook faciliteert.

    56. De Europese Unie is bereid de Palestijnse Autoriteit te ondersteunen bij de overname van de verantwoordelijkheid voor de openbare orde, en met name bij het verbeteren van de capaciteit van zijn civiele politie en van het wetshandhavend vermogen in het algemeen. De Europese Raad heeft de speciale vertegenwoordiger van de EU opgedragen om in verbinding met de Commissie de eisen van de Palestijnse autoriteit op dit gebied te bestuderen en aanbevelingen voor hulp te doen.

    57. De Europese Raad heeft het Israëlische en het Palestijnse volk opgeroepen de politieke moed op te brengen die nodig is om uit de huidige impasse in het vredesproces te geraken. Alleen door vrede en verzoening zullen Israëli's en Palestijnen hun volledig potentieel kunnen realiseren.

    58. De Europese Raad herhaalt dat voor alle crisissituaties in de regio een oplossing moet worden gevonden in het kader van een allesomvattende strategie en dat alleen op deze wijze op lange termijn de veiligheid in de regio kan worden gewaarborgd. Met dat doel voor ogen zal de EU al haar instrumenten inzetten en haar plan voor stabiliteit in de regio verder ontwikkelen in het kader van het strategische partnerschap dat zij voornemens is aan te gaan met het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten.

Strategisch partnerschap van de EU met het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten

    59. De Europese Raad heeft het door het voorzitterschap, het secretariaat van de Raad en de Commissie opgestelde tussentijds verslag met de titel "Een strategisch partnerschap van de EU met het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten" verwelkomd. De Europese Raad heeft het belang onderstreept van intensief overleg met de betrokken landen en met instemming geconstateerd dat het voorzitterschap en de hoge vertegenwoordiger op de komende top van de Arabische Liga aanwezig zullen zijn als duidelijke blijk van het vaste voornemen van de Unie om dit vitale partnerschap te ontwikkelen.

    60. De Europese Raad ziet uit naar de indiening van het eindverslag voor zijn bijeenkomst van juni 2004.

    61. De Europese Raad brengt in herinnering dat de EU bereid is met de VS en andere partners te ijveren voor samenwerking met de regio.

    Irak

    62. De Europese Raad verwelkomde de recente positieve politieke ontwikkelingen met betrekking tot Irak.

    63. De Europese Unie was met name verheugd over de consensus die de verschillende partijen in Irak hebben bereikt met de ondertekening van de nieuwe tijdelijke grondwet op 8 maart, en sprak de hoop uit dat deze bemoedigende ontwikkeling een snelle voortgang in het overgangsproces mogelijk maakt. De Europese Raad sprak voorts de hoop uit dat dit ertoe zal leiden dat een soeverein, onafhankelijk, democratisch en vreedzaam Irak met behoud van zijn territoriale integriteit opnieuw in de internationale gemeenschap zal worden opgenomen.

    64. De Europese Unie verwelkomde ook het besluit van de Bestuursraad van Irak om de VN om hulp te verzoeken bij de soevereiniteitsoverdracht eind juni en bij komende nationale verkiezingen, alsmede het feit dat dit verzoek door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, werd aanvaard. In overeenstemming met het door de Veiligheidsraad verleende mandaat, en in lijn met de toezegging van de VN om de Iraakse bevolking te helpen, steunt de Europese Raad het besluit van de VN om bijstand te verlenen bij de vorming van een Iraakse overgangsregering, waaraan op 30 juni 2004 de soevereiniteit zal worden overgedragen, en bij de voorbereiding van rechtstreekse verkiezingen die voor eind januari 2005 moeten worden gehouden. Voor het welslagen van dit politieke overgangsproces is een sterke rol van de VN essentieel. De Europese Raad verwelkomt de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad van 23 maart 2004 als een teken van internationale consensus en ziet ernaar uit dat de VN in toenemende mate een cruciale rol zal spelen, daarbij gesteund door de VN-Veiligheidsraad in de aanloop naar de overgang en ook nadien.

    65. De EU neemt er nota van dat de veiligheidssituatie in Irak een belangrijk obstakel blijft voor een succesvol politiek en wederopbouwproces. Zij veroordeelt opnieuw de terroristische aanslagen die zoveel mensen het leven hebben gekost.

    66. Deze aanslagen, die steeds meer de Irakezen zelf treffen, zijn een meedogenloze poging om het proces van herstel van soevereiniteit en stabiliteit in Irak te verstoren. Bijzonder verontrustend is het dat bij recente aanslagen opzettelijk zo veel mogelijk burgerslachtoffers zijn gemaakt, onder meer bij religieuze plechtigheden, en dat het doel daarbij was sektarisch geweld aan te wakkeren. Daaruit blijkt duidelijk dat de daders geen respect hebben voor het leven en het welzijn van de Iraakse bevolking of de eenheid van het land en de vestiging van de democratie. De Europese Unie roept alle partijen in Irak op zoveel mogelijk mee te werken om te voorkomen dat internationale instanties, die de Iraakse bevolking slechts willen bijstaan, het mikpunt worden.

    67. De Europese Unie is vastbesloten de Iraakse bevolking te helpen nu een nieuw tijdperk in de geschiedenis van hun land aanbreekt. De Europese Raad herhaalt haar verzoek aan de hoge vertegenwoordiger en de Commissie om een middellangetermijnstrategie uit te stippelen voor de betrekkingen van de EU met Irak, en maatregelen te treffen om die uit te voeren.

    Afghanistan

    68. De Europese Raad heeft zijn waardering uitgesproken voor het besluit van Duitsland om als gastland op te treden voor de internationale conferentie over Afghanistan die op 31 maart en 1 april in Berlijn zal worden gehouden. Die conferentie zal een nieuwe stap zijn in het proces om de bevolking van Afghanistan een toekomst te garanderen die in het teken staat van vrijheid, gerechtigheid, eerbiediging van de mensenrechten en eerlijke politieke vertegenwoordiging.

    69. De Europese Raad heeft benadrukt dat hij belang hecht aan de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen in Afghanistan dit jaar. Hij verklaarde zich verheugd over de bijstand die de UNAMA en anderen de Afghaanse autoriteiten bij de voorbereiding van de verkiezingen verlenen en over de inspanningen van de NAVO, de coalitie en de lidstaten van de EU om de Afghaanse regering de voor het houden van verkiezingen noodzakelijke veiligheid te helpen garanderen.

    70. Hij heeft het lange-termijnengagement van de Unie voor de ontwikkeling en de wederopbouw van Afghanistan bevestigd en zijn voldoening geuit over de voorstellen voor nieuwe toezeggingen van de lidstaten op het gebied van wederopbouw en veiligheid.

Servië en Montenegro/Kosovo

    71. De heer Solana, hoge vertegenwoordiger, en de heer Patten, Commissielid, hebben aan de Europese Raad verslag uitgebracht over hun bezoek aan Kosovo op 24 maart 2004.

    72. De Europese Raad heeft het recente etnisch gemotiveerde geweld in Kosovo met klem veroordeeld, evenals het feit dat daarbij doden zijn gevallen, dat schade aan gebouwen is toegebracht en religieus en cultureel erfgoed is vernietigd, dat het gemeenschappelijk bezit is van alle Europeanen. Hij heeft ook de aanvallen op KFOR-troepen en op personeel en posten van UNMIK veroordeeld. De Europese Raad heeft alle leiders, met name die van de Albanese Kosovaren, opgeroepen hun verantwoordelijkheid voor de situatie op zich te nemen en ervoor te zorgen dat dergelijke gewelddaden en dreigingen met geweld niet meer voorkomen. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het geweld moeten voor de rechter worden gebracht.

    73. De Europese Raad heeft er bij de voorlopige instellingen voor het zelfbestuur op aangedrongen blijk te geven van hun engagement voor een multi-etnisch Kosovo. Zij dienen met onmiddellijke ingang middelen uit te trekken en verantwoordelijkheid te nemen voor dringend herstel van beschadigde gebouwen, waaronder plaatsen voor de eredienst, om ervoor te zorgen dat binnenlands ontheemden zo snel mogelijk kunnen terugkeren. De Europese Raad heeft er ook met klem op gewezen dat de politieke leiders in Kosovo nauw met UNMIK en KFOR moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat de fysieke integriteit en de volledige bescherming van de rechten van de leden van alle gemeenschappen in Kosovo gewaarborgd zijn.

    74. De Europese Raad heeft erop gewezen dat de recente gebeurtenissen een ernstige tegenslag voor Kosovo zijn en de vooruitgang van de afgelopen jaren in gevaar brengen. Hij heeft eens te meer de krachtige steun van de Europese Unie uitgesproken voor de heer Holkeri, speciale vertegenwoordiger van de VN, voor UNMIK en voor KFOR in hun vastberaden inspanningen om de situatie te stabiliseren en de toepassing van Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad te bewerkstelligen en voor het "Standards before Status"-beleid. In dit verband heeft hij bevestigd dat de Europese Unie zich zal blijven inzetten voor een stabiele toekomst voor een veilig, democratisch, welvarend en multi-etnisch Kosovo.

Rusland

    75. De Europese Raad wenst president Poetin geluk met zijn herverkiezing en ziet ernaar uit om samen met hem te werken aan een strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en de Russische Federatie, waarbij de eerbiediging van gemeenschappelijke waarden uitgangspunt zal zijn. De Europese Raad bevestigt dat de Unie oprecht veel gelegen is aan een open, stabiel en democratisch Rusland. In dat verband is de Europese Raad verheugd over de toezegging van president Poetin om een meerpartijenstelsel in te voeren en te versterken, de civiele samenleving te ontwikkelen en alles in het werk te stellen om de persvrijheid te garanderen.

    76. De komende historische uitbreiding van de Europese Unie zal de EU en Rusland dichter tot elkaar brengen. De verdere ontwikkeling van de vier ruimtes en de samenwerking op het gebied van de veiligheid, waarbij met name het hoofd zal moeten worden geboden aan nieuwe dreigingen en oplossingen moeten worden gevonden voor regionale conflicten in onze gemeenschappelijke omgeving, zullen de betrekkingen EU-Rusland ten goede komen. De Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (PSO) blijft de hoeksteen van deze betrekkingen. De Europese Raad verwacht dat deze overeenkomst zonder voorafgaande voorwaarden en zonder onderscheid per 1 mei 2004 van toepassing is op alle lidstaten. De Europese Unie is bereid eventuele rechtmatige zorgen van Rusland over de gevolgen van de uitbreiding te bespreken, maar dat zal geheel los staan van de PSO-verruiming.

    77. De Europese Raad ziet uit naar een vruchtbare top EU-Rusland op 21 mei. Hij verheugt zich tevens op de eerste vergadering van de Permanente Partnerschapsraad op 26/27 april 2004.

    Ivoorkust

    78. De Europese Raad betreurt ten zeerste het opnieuw oplaaien van het geweld in Ivoorkust. Hij appelleert aan het verantwoordelijkheidsgevoel van beide partijen en roept alle leiders op om de weg van dialoog en verzoening opnieuw te bewandelen. Wil de vrede in Ivoorkust kunnen terugkeren, dan moeten de akkoorden van Marcoussis ten volle worden uitgevoerd.

    VI. DIVERSEN

Financiële vooruitzichten

    79. De Europese Raad verheugt zich erover dat een aanvang is gemaakt met de bespreking van de mededeling van de Commissie over de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013. Hij verzoekt de Raad de door het Comité van permanente vertegenwoordigers geëntameerde studie voort te zetten met het oog op de opstelling van een analytisch verslag voor de Europese Raad van juni 2004. De Europese Raad herinnert aan het in het meerjarenprogramma voorgestelde tijdschema; volgens dit schema moet tijdens de Europese Raad van juni 2005 een politiek akkoord over de nieuwe financiële vooruitzichten worden bereikt.

Résidence Palace

    80. De Europese Raad gaat op basis van het door de Raad goedgekeurde algemene kader betreffende de financiële, logistieke en juridische aspecten van het Résidence-Palaceproject akkoord met het voorstel van de Belgische regering om blok A van Résidence Palace, nadat het is opgeknapt, te gebruiken voor zijn bijeenkomsten. De Europese Raad verzoekt de Belgische regering en het secretariaat-generaal van de Raad dit algemeen kader overeenkomstig het daarin bepaalde om te zetten in een operationeel project.

    81. De Europese Raad verzoekt de Raad het verloop en de uitvoering van het project nauwlettend te volgen en zo nodig passende besluiten te nemen om ervoor te zorgen dat de uitvoering van het project volgens het goedgekeurde kader verloopt.