Artikel III-204: Rol lidstaten inzake werkgelegenheidsbeleid

III-203
Artikel III-204
III-205
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-203 i bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-179, lid 2 i, vastgestelde globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad, overeenkomstig artikel III-206 i.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in [ex artikel 125] i bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig [ex artikel 99, lid 2] i aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenhe id als een aangelegenheid van gemeenschappelijke zorg en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad, overeenkomstig [ex artikel 128].
2003
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-97 i bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-71 i, lid 2, aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad van Ministers, overeenkomstig artikel III-100.
2003
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-97 i bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-71 i, lid 2, aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad van Ministers, overeenkomstig artikel III-100.
2004
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-203 i bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-179, lid 2 i, vastgestelde globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad, overeenkomstig artikel III-206 i.