Titel 2 - Samenwerking tussen de parlementen

Inhoudsopgave van deze pagina:

9: Samenwerking tussen de verschillende parlementen

Het Europees Parlement en de nationale parlementen bepalen samen hoe binnen de Unie een efficiënte en regelmatige samenwerking tussen de verschillende parlementen kan worden georganiseerd en gestimuleerd.

10: Bijdrage door een conferentie van parlementaire organen

Een conferentie van de organen van de parlementen die gespecialiseerd zijn in de aangelegenheden van de Unie kan iedere door haar passend geachte bijdrage ter attentie van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie leveren. Deze conferentie bevordert voorts de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de nationale parlementen en het Europees Parlement, alsook tussen hun respectieve gespecialiseerde commissies.

Zij kan ook interparlementaire conferenties over specifieke onderwerpen organiseren, met name om vraagstukken op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, waaronder het gemeenschappelijk veiligheids en defensiebeleid, te bespreken. De bijdragen van de conferentie binden de nationale parlementen niet en laten hun standpunt onverlet.


Toelichting Nederlandse regering

Deze Titel ziet op de samenwerking tussen de parlementen, zowel tussen de nationale parlementen onderling als tussen de nationale parlementen en het Europees Parlement. Anders dan het oude Protocol richt deze Titel zich niet uitsluitend op de Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC).

Artikel 9 bepaalt dat het Europees Parlement en de nationale parlementen samen bepalen op welke wijze een efficiënte en regelmatige samenwerking kan worden gerealiseerd. Daarmee wordt het nut erkend van netwerken en het onderhouden van regelmatige onderlinge contacten. De regering acht dit bevorderlijk voor de uitwisseling van informatie en ervaring alsmede voor het verwerven van een beter inzicht in de activiteiten van de Unie. De regering verwacht dat het belang van de rol van de nationale parlementen hiermee ook zal toenemen.

Artikel 10 ziet op de COSAC. Dit artikel bevat een aantal nuttige wijzigingen ten opzichte van het oude Protocol. In het oude Protocol wordt bepaald dat de COSAC elk door haar passend geachte bijdrage ter attentie van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie kan leveren. In aanvulling daarop wordt in dit Protocol ook bepaald dat de COSAC uitwisseling van informatie bevordert en dat de COSAC interparlementaire conferenties kan organiseren, met name om vraagstukken op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, waaronder het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, te bespreken. De regering heeft deze voorstellen actief gesteund (zie Kamerstukken II, 2003-2004, 21501-02, nr. 560 over de parlementaire dimensie van het Europees veiligheids- en defensiebeleid).