Afdeling 3 - Bepalingen betreffende katoen

Artikel 23

  • 1. 
    Deze afdeling heeft betrekking op niet-gekaarde en niet-gekamde katoen die valt onder post 520 100 van de gecombineerde nomenclatuur.
  • 2. 
    In de Unie wordt een regeling ingevoerd die met name ten doel heeft:
    • a) 
      de katoenproductie te ondersteunen in de gebieden van de Unie waar zij van belang is voor de landbouweconomie;
    • b) 
      de betrokken producenten in staat te stellen een redelijk inkomen te verwerven;
    • c) 
      de markt te stabiliseren door structuurverbetering inzake het aanbod en het in de handel brengen.
  • 3. 
    De in punt 2 bedoelde regeling omvat de toekenning van productiesteun.
  • 4. 
    Teneinde de katoenproducenten in staat te stellen het aanbod te concentreren en de productie aan de eisen van de markt aan te passen, wordt een regeling ingesteld om de vorming van producentengroeperingen en de verenigingen daarvan te stimuleren.

    Deze regeling voorziet in de toekenning van steun om de oprichting van producentengroeperingen te stimuleren en de werking daarvan te vergemakkelijken.

    Deze regeling geldt uitsluitend voor groeperingen:

    • a) 
      die zijn opgericht op initiatief van de producenten zelf;
    • b) 
      die voldoende garantie bieden inzake de duur en de doelmatigheid van hun optreden;
    • c) 
      die zijn erkend door de betrokken lidstaat.
  • 5. 
    De regeling voor de handel van de Unie met derde landen wordt niet nadelig beïnvloed. In dit verband mogen in het bijzonder geen restrictieve maatregelen bij invoer worden genomen.
  • 6. 
    Bij Europese wet van de Raad worden de nodige aanpassingen van de bij deze afdeling ingestelde regeling vastgesteld.

    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, bij Europese verordening of Europees besluit de basisvoorschriften vast die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling.

    De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement.