EP stemt over uitwisseling van gegevens uit het strafregister

dinsdag 22 februari 2005, Antonio DI PIETRO

Antonio DI PIETRO (ALDE/ADLE, IT)

Verslag over het voorstel voor een besluit inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister

Doc.: A6-0020/2005

Procedure : Wetgevende raadpleging

Debat : 21 februari 2005

Stemming : 22 februari 2005

Verslag aangenomen

Open grenzen zijn goed voor de economie en handig voor burgers, maar worden ook gebruikt door misdadigers en terroristen om hun straf te ontlopen of elders een nieuw leven te kunnen beginnen. Een recent voorbeeld is de zaak Fourniret, waarbij de in Frankrijk veroordeelde pedofiel een nieuw leven kon beginnen in België, waar de autoriteiten niet op de hoogte bleken van zijn criminele antecedenten.

Er is dan ook nood aan een betere uitwisseling van informatie over vonnissen in strafzaken. Momenteel wordt de uitwisseling van justitiële informatie geregeerd door een Conventie van de Raad van Europa uit 1959. De Europese Commissie heeft nu een voorstel voor een betere uitwisseling ingediend, waarin zij bepaalt dat iedere lidstaat een centrale instantie aanwijst die verantwoordelijk wordt voor de informatieuitwisseling. Volgens het voorstel moet ieder verzoek om informatie dat een lidstaat bij een andere lidstaat indient, binnen vijf werkdagen worden behandeld. Het Parlement wijzigt deze termijn in 48 uur in dringende zaken en in tien werkdagen in niet-dringende gevallen.

De overdracht van justitiële gegevens kan uiteraard niet plaatsvinden zonder een goede bescherming van de persoonlijke gegevens. Het Commissievoorstel bepaalt dat de meegedeelde persoonsgegevens door de verzoekende lidstaat kunnen worden gebruikt:

  • in het kader van strafprocedures;
  • voor andere doeleinden binnen de door de aangezochte lidstaat gespecificeerde beperkingen en overeenkomstig de nationale wetgeving van de verzoekende lidstaat.

    Wat dat laatste punt, de andere doeleinden, betreft, wijzigt het Parlement de bepaling zodanig, dat de vragende lidstaat de beperkingen stelt en de aangezochte lidstaat daar zijn goedkeuring aan dient te geven. Het idee hierachter is, dat zowel de verzoekende als de aangezochte lidstaat de beperkingen die aan het verzamelen en het gebruik van de informatie worden opgelegd, kennen en accepteren. Het Parlement bepaalt in dit verband nog, dat de aangezochte lidstaat door de verzoekende lidstaat wordt geïnformeerd over het gebruik dat van de gegevens is gemaakt (het Commissievoorstel voorziet slechts in de mogelijkheid voor de aangezochte lidstaat om na te vragen wat er met de gegevens is gebeurd).

    De Europese Commissie is voornemens in de nabije toekomst meer wetgeving terzake voor te stellen, met als uiteindelijke doel de vorming van een databank met alle strafgegevens in de hele EU.