EP debatteert over herziening Reglement

maandag 10 juni 2002, Lord INGLEWOOD

Richard CORBETT (PES, UK)

Algemene herziening van het Reglement

Doc.: A5-0008/2002

Procedure : Reglement

Debat : 10 juni 2002

Stemming : 12 juni 2002

Richard CORBETT (PES, UK)

Wijziging van het Reglement om een evenwicht te waarborgen tussen de rechten van individuele leden en die van de fracties

Doc.: A5-0252/2000

Procedure : Reglement

Debat : 10 juni 2002

Stemming : 12 juni 2002

Lord INGLEWOOD (EVP/ED, UK)

Wijziging van de bepalingen in het Reglement betreffende de motivering van amendementen

Doc.: A5-0306/2000

Procedure : Reglement

Debat : 10 juni 2002

Stemming : 12 juni 2002

De constitutionele commissie stelt een verregaande wijziging van het reglement van het Parlement voor. De bedoeling is de regels te vereenvoudigen en voor meer coherentie te zorgen en het EP efficiënter te laten functioneren. Het nieuwe reglement zou na de verkiezingen van 2004 in werking moeten treden.

Een van de voorgestelde wijzigingen betreft de oprichting en samenstelling van fracties in het EP. Zo zou een fractie in de toekomst leden moeten hebben uit minstens een vijfde van de lidstaten. Bovendien moet een fractie uit minimaal 16 leden bestaan. Momenteel moet een fractie bestaan uit leden uit meer dan één lidstaat en is het vereiste aantal 23 als het gaat om twee lidstaten, 18 als ze uit drie lidstaten komen en 14 als ze uit vier of meer lidstaten komen. Na de uitbreiding heeft het echter geen zin meer onderscheid te maken tussen het vereiste aantal parlementsleden naar gelang of ze uit twee, drie of vier lidstaten komen. Normaal gesproken wordt ervan uitgegaan dat een fractie onderlinge politieke verwantschap heeft. Alleen als leden van een fractie dat ontkennen, moet het Parlement nagaan of de samenstelling van deze fractie overeenkomstig het reglement is.

Het actualiteitendebat moet volgens de constitutionele commissie worden afgeschaft, daar belangrijke en actuele onderwerpen meestal al aan de orde komen volgens andere procedures, zoals verklaring van Raad en Commissie. Om schendingen van de mensenrechten aan de orde te stellen kan de bevoegde parlementscommissie tijdens de plenaire vergaderweek een resolutie indienen. Bovendien kunnen een fractie of ten minste 32 leden een verzoek indien voor een buitengewoon debat over een belangrijk onderwerp. Per vergaderweek zou er niet meer dan één zo'n debat gehouden mogen worden.

Als een commissie een verslag indient met meer dan 50 amendementen, kan de EP-voorzitter besluiten dat deze commissie zich daar opnieuw over moet buigen, waarna alleen amendementen ter stemming mogen worden gebracht die door meer dan een vijfde van de leden van de commissie worden gesteund. Over amendementen die door een fractie of een groep parlementsleden voor de plenaire worden ingebracht, mag niet meer gesplitst worden gestemd. Een parlementslid mag nog maar twee keer per vergadering een stemverklaring afleggen.

Tegen uitvoeringsbepalingen voor communautaire wetgeving kan het Parlement binnen drie maanden bezwaar aantekenen, met name als een bepaling de bevoegdheden te boven gaat die in het desbetreffende rechtsinstrument zijn vastgelegd.

Om de begrotingsverantwoordelijkheid van het Parlement te vergroten, moeten de financiële gevolgen van een verslag al vóór de stemming bekend zijn

Verder worden voorstellen gedaan met betrekking tot de aanwezigheid in de plenaire vergadering van de voorzitter van de Raad en van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB.

Het meertalenregime blijft in principe gehandhaafd in het Parlement doordat iedere volksvertegenwoordiger in de door hem of haar gewenste taal het woord kan voeren. Dat zal echter niet meer per se in alle andere talen vertolkt worden. Tijdens commissievergaderingen wordt het aantal tolken beperkt tot de talen die daadwerkelijk gebruikt worden.

Debat

  • 1. 
    Rapporteur

    Richard CORBETT (PES, UK) noemt verschillende redenen voor een wijziging van het Reglement. Na de uitbreiding bestaat het EP uit minstens 720 leden, zodat een betere stroomlijning nodig is. Verder maakt het Verdrag van Nice een aantal veranderingen noodzakelijk. En tot slot heeft het Bureau een aantal problemen gesignaleerd in de werking van het Parlement. Corbett stelt bijna 120 specifieke wijzigingen, voor waarvan er ruim 80 oncontroversieel zijn.

    Verschillen van mening zijn er met name over voorstellen om de procedure te stroomlijnen, zoals het voorstel om een verslag dat de steun van meer dan 90% van de parlementscommissie heeft en dus niet controversieel is, zonder debat en zonder amendementen naar de plenaire te sturen, tenzij er een ander verzoek wordt ingediend. Initiatiefverslagen moeten door de plenaire niet worden herschreven maar gestemd zoals in de commissie aangenomen. De voorzitter moet verslagen met veel amendementen terug kunnen verwijzen naar de commissie, die dan als filter kan dienen en alleen nog de amendementen doorlaat die behoorlijke steun hebben.

    Verder wordt voorgesteld het actualiteitendebat te schrappen en belangrijke onderwerpen op een andere manier aan de orde te stellen. Tot slot wordt een andere manier voorgesteld om het debat te voeren, met één, twee of drie rondes sprekers en eventueel eindigend met een catch-the-eye debat.

    Corbetts tweede verslag, over de samenstelling van de fracties, is opgesteld naar aanleiding van beschuldigingen dat niet-ingeschreven leden gediscrimineerd werden ten opzichte van fracties. Sommige fracties hebben om uitstel van de behandeling van dit rapport gevraagd, wat Corbett vreemd vindt, omdat het al 1 ½ jaar klaar ligt!

  • 2. 
    Rapporteur voor advies

    Bartho PRONK i (EVP/ED, NL) spreekt namens de begrotingscontrolecommissie grote lof uit aan het adres van rapporteur Corbett. Hij vindt dat zijn voorstellen een goede bijdrage leveren aan de constitutionele vorming van de Unie. De begrotingscommissie heeft een reeks amendementen ingediend die betrekking hebben op de rol van het EP als begrotingsautoriteit. Het gaat hier, volgens Pronk, om een belangrijke verantwoordelijkheid en bevoegdheid die op sommige punten aanscherping verdient. Met haar amendementen beoogt de begrotingscommissie allereerst de samenwerking met andere commissies zo goed mogelijk te laten verlopen. Voorts wil de begrotingscommissie dat voor ieder voorstel van het Parlement, met aanzienlijke budgettaire gevolgen, een financieel memorandum wordt geproduceerd, zodat duidelijk wordt wat de precieze financiële gevolgen zullen zijn.

  • 3. 
    Fractiewoordvoerders

    Joachim WUERMELING (EVP/ED, D) vindt dat als het Parlement toonzettend wil worden in het Europese debat, het zijn functioneren moet aanpassen. De voorstellen die door Corbett zijn gedaan zijn een belangrijke stap om dat mogelijk te maken en hebben dan ook de volledige steun van zijn fractie. Wuermeling vindt dat het werk van het EP politieker moet zijn en ook meer moet zijn geconcentreerd op hoofdlijnen. Meer dan in het verleden, moet het EP inspelen op de politieke actualiteit en daar ook voldoende tijd voor vrij maken.

    Meer tijd moet ook worden besteed aan wetgevend werk. Van de Europese wetgeving valt 80% onder de medebeslissingsprocedure, maar volgens Wuermeling wordt minder dan de helft van de beschikbare plenaire tijd aan wetgevingswerk besteed. Wuermeling pleit ook voor meer juridische en financiële ondersteuning zodat de juridische kwaliteit van de Parlementaire voorstellen verbetert en ook inzichtelijker wordt wat de financiële gevolgen ervan zijn. Hervormingen mogen echter niet de individuele positie van de leden aantasten en evenmin de mogelijkheden van fracties beknotten. Wel vindt Wuermeling dat, met het oog op de uitbreiding, de voorwaarden voor de samenstelling van fracties mogen worden aangescherpt. Tot slot is hij van oordeel dat debatten over urgente zaken beperkt moeten worden tot de echt urgente zaken. Momenteel worden dergelijke debatten door te weinig leden gevolgd en het is daarom wenselijk daar verandering in aan te brengen.

    Het verslag-Corbett, zegt Max VAN DEN BERG i (PES, NL), gaat over een spannender en politieker Parlement, dat ook voor de burgers interessant is. Nu ontbreken nog vaak bevoegdheden, zoals over defensie, migratie, landbouw. Daarover wordt in de Conventie het gevecht gevoerd. Commissie en Raad zijn vaak ook te technocratisch. Met veel details verbergen ze politieke keuzes. De PES wil toe naar een stevige positie van het Parlement, zoals die van het Congres in de VS. Nu bestaat een debat vaak uit een reeks opsommingen of, nog erger, verklarinkjes van één minuut. Beledigend is het dat Raad en Commissie soms langer spreken dan de fractieleiders bij elkaar. Van den Berg zou willen dat de Raad en de Commissie zichzelf beperkingen oplegden. Maar ook in het EP moet het aantal sprekers per fractie worden beperkt.

    Van den Berg erkent dat mensenrechten een resolutie kunnen verdienen en van waarde kunnen zijn voor de betrokken regering of het land. Maar dan moet er wel ook een degelijke follow-up krijgen. Met dit verslag steekt het Parlement de hand in eigen boezem en laat het niet bij verzoeken aan Raad en Commissie zich te hervormen met het oog op de uitbreiding. De vorige hervormingen in het EP hebben vaak een muis gebaard. Dat komt doordat vaak individuele belangen, kleinere fracties, deelbelangen en scherpslijperij iedere keer weer tot oeverloze stemmingen leiden met gesplitste stemmingen en hoofdelijke stemmingen zonder enige noodzaak of zin. Op al die terreinen doet Corbett nu een dappere poging. Maar weer dreigen dezelfde belangen de boel te verzieken. Toch hoopt Van den Berg dat bij de stemming het algemeen belang in het oog wordt gehouden en het Parlement de moed heeft over zijn eigen schaduw heen te stappen.

    Andrew DUFF (ELD, UK) is het met Corbett eens dat een goed Reglement kan bijdragen tot een goede democratie. Corbetts voorstel is niet revolutionair en bevat redelijke wijzigingen die zullen bijdragen tot het rijper, efficiënter en transparanter maken van het EP. De plenaire vergaderingen moeten verlevendigd worden en de ELD dient een amendement in volgens welk het catch-the-eye een verplichte en niet een optionele procedure wordt. Een ander amendement voorziet in de mogelijkheid van interrupties.

    Monica FRASSONI (GROENEN/EVA, B) plaatst grote vraagtekens bij de zeer verregaande hervorming van het Reglement die nu wordt voorgesteld en die verder gaat dan wat het Verdrag van Nice nodig maakt. Het verslag-Corbett lijkt meer het resultaat van zijn creativiteit dan van de noodzaak tot aanpassingen. De Groenen zijn fel gekant tegen het idee van een kwantitatieve in plaats van een kwalitatieve aanpak van amendementen. De lange en saaie stemmingen zijn doorgaans het gevolg van een slechte voorbereiding in de parlementscommissies. Bij commissies die zich goed voorbereiden, doen deze problemen zich niet voor. Daar komt bij dat niet alle commissies een weerspiegeling zijn van de meerderheden in het Parlement.

    Sylvia-Yvonne KAUFMANN (EVL/NGL, D) is op haar beurt zeer tegen de afschaffing van het actualiteitendebat. De moties over de mensenrechten in landen buiten de EU zijn daar vaak een welkome aanmoediging voor hen die zich daar voor de mensenrechten inzetten. Met het voorgestelde systeem, om woensdagochtend te beslissen over een bijzonder debat, bestaat het risico dat er geen consequenties aan zo'n debat worden verbonden. Bij Reglementskwesties gaat het ook altijd om de macht en daarom hebben de kleine fracties de voorstellen uiterst nauwkeurig bekeken. De gelijke behandeling moet verzekerd blijven en de parlementaire mogelijkheden van kleine fracties mogen niet beperkt worden. Daarom is de GUE tegen het voorstel om amendementen alleen nog maar in te laten dienen door twee fracties of 32 leden. Waarom zou één fractie minder rechten dan 32 leden moeten krijgen? Amendementen brengen de politieke wil van een fractie tot uitdrukking en het argument van Van den Berg dat zulke amendementen toch geen kans maken, houdt daarom geen steek.

    Jens-Peter BONDE (EDD, DK) vindt dat EP-leden, of ze nu in een fractie zitten of in hun eentje een groep kiezers vertegenwoordigen, dezelfde mogelijkheden moeten hebben om goed werk te leveren. Anders zijn zij niet gelijk voor de wet. Dat is ook uitdrukkelijk door het Hof vastgesteld. Leden die niet in een fractie zitten, mogen niet gediscrimineerd worden. Ook zijn beperkingen op fractievorming verwerpelijk. De regionalisten kunnen nu niet een eigen fractie vormen, terwijl ze dat recht wel zouden moeten hebben. Als fracties recht hebben op ambtelijke en financiële ondersteuning, moeten fractieloze leden dat ook hebben. Minderheden in het EP moeten dezelfde rechten hebben als anderen.

  • 4. 
    Een overige spreker

    Nelly MAES (GROENEN/EVA, B) is voorstander van een modernisering van de werkwijze van het Parlement, maar wil tegelijkertijd wijzen op een aantal gevaren die schuil gaan achter deze modernisering. Maes is bezorgd dat niet langer een debat tussen leden die met hart en ziel standpunten van hun achterban vertolken, mogelijk zal kunnen zijn. Zij vraagt zich af hoe het mogelijk is een parlementaire debat te verlevendigen door toe te werken naar steeds grotere groepen; door het de kleinere groepen, landen en talen moeilijker te maken. Zij ziet met zorgen tegemoet dat er steeds grotere groepen komen, met grotere interne verscheidenheid en minder mogelijkheden voor de leden ervan. Iedere beknotting van individuele leden vindt zij te betreuren. Zij spreekt de hoop uit dat een modernisering mogelijk zal zijn, zonder deze nadelen. Maes is het absoluut niet eens met het voorstel om de ontvankelijkheid van amendementen te laten afhangen van de steun van een commissie.

    Evenmin is zij gelukkig met de voorstellen over fractievorming. Zij denkt dat het voor nieuwe, kleine groepen uit de toetredende landen heel moeilijk zal zijn om een fractie te vormen. Tot slot wijst zij op het belang dat leden zich moeten kunnen uiten in hun eigen taal.

  • 5. 
    Nogmaals de rapporteur

    CORBETT is verrast door de heftigheid van de kritiek van Frassoni, vooral omdat die niet veranderd lijkt sinds het begin van de werkzaamheden in de constitutionele commissie, hoewel het debat zich heeft geëvolueerd. Corbett bestrijdt dat hij het debat probeert te smoren of minderheden aan banden te leggen. Hij wil juist het debat over belangrijke onderwerpen meer ruimte geven. Dat betekent wel vereenvoudigde procedures voor minder belangrijke of oncontroversiële onderwerpen. Controversialiteit wordt gemeten aan de hand van 90% van de steun. Dat is een heel lage drempel. En een verslag blijft alleen zonder debat als er geen verzoek om het tegendeel binnenkomt. Er is geen gevaar voor het talenregime: ieder EP-lid kan in de eigen taal blijven spreken en luisteren naar anderen. Evenmin is Corbett voor de afschaffing van de actualiteiten, want die zijn inderdaad belangrijk voor de mensenrechten, maar hij stelt slechts een andere procedure voor. Over OLAF is geen voorstel ingediend, omdat die kwestie nog onder de rechter is.

  • 6. 
    De Commissie

    Commissaris Loyola DE PALACIO i vindt het voorstel een aanzienlijke verbetering ten opzichte van het huidige reglement en denkt dat de kloof met de burger zo verkleind kan worden. De Commissie heeft verder natuurlijk geen enkele bevoegdheid bij de vaststelling van het Reglement. Maar zij vindt goede betrekkingen met het Parlement van groot belang en waar de voorgestelde wijzigingen daar een bijdrage aan leveren, juicht de Commissie dat zeer toe.