EP debatteert over hervorming van de Raad van Ministers

woensdag 24 oktober 2001, Jacq ues POOS

Jacq ues POOS (PES, L)

Hervorming van de Raad

Doc.: A5-0308/2001

Procedure : Initiatief

Debat : 24 oktober 2001

Stemming : 25 oktober 2001

 

1. De Raad

Annemie NEYTS, toegevoegd minister aan de minister van Buitenlandse Zaken, deelt grotendeels de analyse van Poos, zij het niet de kwalificaties. Tijdens de Top van Helsinki zijn al belangrijke aanbevelingen gedaan, zoals het overlaten van de algemene politieke oriëntaties aan de Europese Raad i van regeringsleiders en een betere coördinatie van het Europees beleid in de lidstaten.

Het Coreper i heeft de taak ministersvergaderingen voor te bereiden en gedeeltelijk uit te voeren. Het aantal raadsformaties is verminderd tot 16. In het reglement van de Raad is de rol van het Coreper gepreciseerd. En over nieuwe, belangrijke wetsvoorstellen moeten openbare debatten plaatsvinden. Er is dus vooruitgang, maar die is nog onvoldoende, zoals ook op de Top van Göteborg is erkend.

In Laken zullen specifieke voorstellen geformuleerd worden om een goede werking van de Raad ook na de uitbreiding te waarborgen, om de voorbereiding te verbeteren, om de verschillende raadsformaties beter te coördineren. Het Belgisch voorzitterschap heeft de coördinerende rol van de Algemene Raad inmiddels opgedreven, zodat deze zich nu ook over de belangrijkste dossiers in de andere raden buigt. Het voorzitterschap heeft ook een roadmap gemaakt van alle werkzaamheden en initiatieven van de Raad met de verantwoordelijken en met termijnen. Deze roadmap zal regelmatig geactualiseerd worden.

Maar er zijn nog andere hervormingen nodig. De secretaris-generaal van de Raad is om een rapport gevraagd aan dat zal ongetwijfeld nuttige aanwijzingen bevatten, net als het verslag-Poos.

2. Commissie

Commissaris Michel BARNIER i is het eveneens eens met de analyse van Poos. Hij steunt de voorstellen voor een nieuwe structuur om de Raad tot een efficiënt orgaan te maken. Een aantal suggesties is overgenomen van de Commissie, met name uit het witboek over Europees bestuur. Elke instelling heeft natuurlijk zijn eigen autonomie en is zelf voor hervormingen verantwoordelijk, maar elke instelling is ook geïnteresseerd in het geheel van de instellingen.

Het debat over een fundamentelere hervorming van de EU-instellingen kan geen alibi zijn om zich niet nu al te buigen over wat intussen al verbeterd kan worden.

In het verslag-Poos wordt onderscheid gemaakt tussen de wetgevende, de gouvernementele en de coördinerende functie van de Raad. Afhankelijk van de taak moet de Raad veranderd worden. De Raad moet transparant werken met open debatten. Het aantal vakraden is waarschijnlijk te groot en het gebrek aan coördinatie maakt dat de Raad moeite heeft met de besluitvorming. Barnier vindt het bevorderen van overeenstemming in eerste lezing bij codecisie goed, maar waarschuwt dat dat niet nadele mag zijn van de samenhang in teksten die door de Commissie zijn voorgesteld.

Met één vergadering per maand is het ook moeilijk voor de Algemene Raad om goed te functioneren. De vakraden moeten beter gecoördineerd worden, maar dat is voor de Algemene Raad nu heel lastig. De Algemene Raad wordt steeds meer een Raad buitenlandse zaken en men kan zich afvragen of er niet een nieuwe algemene coördinerende Raad moet komen. Dat zou er in ieder geval voor zorgen dat de regeringsleiders zich niet meer met arbitrage bezig hoeven te houden en meer algemene oriëntaties kan geven. Maar dat werpt vragen van constitutionele aard op, met name in lidstaten met regeringscoalities. Barnier herhaalt tot slot dat iedere instelling autonoom is, maar dat, zoals premier Verhofstadt vanmorgen zei, in het debat geen taboes mogen zijn.

3. Fractiewoordvoerders

Hans-Gert POETTERING (EVP/ED, D) vindt het verslag-Poos alarmerend, omdat vastgesteld wordt dat de coördinerende functie van de Raad is afgezwakt. De toenemende intergouvernementele samenwerking gaat ten koste van de communautaire methode. De ministers van buitenlandse zaken kunnen hun plichten niet vervullen, ze zijn vaak op reis en hun plaats wordt in de Raad vaak ingenomen door hoge ambtenaren. Er is dus een nieuwe Algemene Raad nodig. Die moet bestaan uit ministers van Europese Zaken, die wekelijks bijeenkomen in Brussel. Er moet een splitsing komen tussen een wetgevende Raad, die in openbaarheid bijeenkomt, en een executieve Raad. Raad De ministers van Europese Zaken moeten coördineren, want vakraden stemmen soms verschillend van elkaar, zodat de regeringsleiders moeten ingrijpen.

Poettering vindt tot slot dat Hombach niet vervangen mag worden door Hombach II. De taak die Hombach nu vervult hoort thuis bij de Commissie, evenals de taken van de Hoge Vertegenwoordiger.

Enrique BARON CRESPO (PES, E) vindt dat het niet bij een hervorming van de Raad als zodanig mag blijven. De codecisie heeft gemaakt dat de Raad zich meer geopend heeft voor het Parlement, maar dat moet geconsolideerd worden. Als wetgevende instantie moet de Raad in het openbaar vergaderen. Als er niet genoeg ministers aanwezig zijn, moet de regel van het EP maar worden toegepast: hoofdelijke stemmingen en wie te weinig komt moet de rekening betalen. Barón hoopt dat op de Raad van 30 oktober een beslissing genomen kan worden over de belastingkwestie in het statuut van afgevaardigden.

Cecilia MALMSTRÖM (ELD, S) merkt op dat het EP zijn werkwijzen verandert, net als de Commissie. De Raad moet dat ook doen. Ze hoopt dat de Raad rekening zal houden met de adviezen van Poos. Openheid in de Raad is heel belangrijk voor het functioneren van de EU en het herwinnen van het vertrouwen van de bevolking. Wetgeving voor 380 miljoen Europeanen moet openbaar zijn. En de deelnemers aan die vergaderingen moeten politici zijn, geen ambtenaren. De minitoppen trekken veel media-aandacht, maar Malmström hoopt dat ook weer echte werkvergaderingen worden gehouden. Intergouvernementele procedures gaan ten koste van de communautaire methode en dus van de democratische controle.

Monica FRASSONI (GROENEN/EVA, B) is het met het grootste deel van de voorstellen van Poos eens. De Raad moet veranderen, maar het fundamentele onevenwicht is daarmee niet opgelost. Dat kan alleen met een versterking van de Commissie en van het EP en met opheffing van het veto in de Raad. Dan pas komt er meer democratie en efficiëntie in de EU. Maar de Raad is niet te hervormen zonder een fundamenteel debat onder de leden van de Raad zelf. Niet iedereen heeft dezelfde ideeën over de toekomst van de EU en het Belgisch voorzitterschap moet leiding geven aan deze discussie.

Armando COSSUTTA (EVL/NGL, I) steunt het verslag-Poos. De EU moet een autonome politieke persoon worden. De EU is tenslotte een belangrijke en sterke factor in wereld. De stappen in het verslag zijn klein maar wel belangrijk, ook om het democratisch tekort op te heffen. Een versterkt gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid moet ontwikkeld worden in gemeenschappelijke verantwoordelijkheid met afgevaardigden van alle landen.

Jens-Peter BONDE (EDD, DK) constateert dat de besluiten van de EU de komende veertien maanden vooral genomen worden door de permanente vertegenwoordigers van België, Spanje en Denemarken. De ministers tekenen hun voorstellen slechts. Er wordt vergaderd achter gesloten deuren en men heeft geen idee hoe ver men af staat van de burgers. Dat is niet democratisch. Nu regelen de 15 ministers en 15 ambtenaren de dingen onder elkaar.

4. Nog een spreker

Hanja MAIJ-WEGGEN i (EVP/ED, NL) vindt dat op de Top van Gent is gebleken hoe slecht de Raad werkt, met afspraken vooraf tussen drie premiers, eerschillende uitspraken na de top, wel besluiten over betalingskwesties van de banken maar niet over cruciale antiterrorismemaatregelen en tot slot een genante ruzie tussen de voorzitter van de Commissie en de Belgische raadsvoorzitter. Dat slechte beeld domineert de hele besluit- en beeldvorming van de EU.

De Raad moet zich beperken tot het oorspronkelijke doel en de mening weergeven van de regeringen van de lidstaten onder controle van de nationale parlementen en het Europees Parlement. De coördinatie moet beter, zodat de Algmene Raad en de vakraden met één tong spreken. Het aantal vakraden kan nog verder beperkt worden.

De Algemene Raad moet sterker optreden op basis van een stevige positie van ministers, het liefst van Europese Zaken. Alle raadsvergaderingen over wetgeving of de begroting moeten openbaar zijn. Bij wetgeving moeten alleen de ministers stemrecht krijgen en zich niet laten vervangen door bijvoorbeeld de permanente vertegenwoordiger of ambtenaren. De Raad moet veel meer werkend als een bondsraad naar Duits voorbeeld.

5. Nogmaals de Raad

Minister NEYTS vindt dat straffe woorden zijn gebruikt in het debat. Zij heeft een ruime ervaring met verschillende raden en kan verzekeren dat de meeste, zo niet alle ministers aanwezig zijn en dat als dat niet zo is, de staatssecretarissen er zijn. Er wordt een geschilderd van de Raad als zouden de ministers zich alleen laten zien bij het uitgaan van de vergadering als de schijnwerpers op hen staan. Neyts bestrijdt dat fel. Hetzelfde beeld is vaak geschilderd van het EP, als zouden de meeste leden afwezig zijn.