Artikel 63: Asiel en migratie

62
Artikel 63
64

Binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam neemt de Raad volgens de procedure van artikel 67 i de volgende maatregelen aan:

  • 1. 
    maatregelen inzake asiel, in overeenstemming met het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen en andere desbetreffende verdragen, op de volgende gebieden:
    • a) 
      criteria en instrumenten voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend in één van de lidstaten;
    • b) 
      minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten;
    • c) 
      minimumnormen voor het aanmerken van onderdanen van derde landen als vluchteling;
    • d) 
      minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus;
  • 2. 
    maatregelen inzake vluchtelingen en ontheemden op de volgende gebieden:
    • a) 
      minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren en voor personen die anderszins internationale bescherming behoeven;
    • b) 
      bevordering van een evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van vluchtelingen en ontheemden;
  • 3. 
    maatregelen inzake immigratiebeleid op de volgende gebieden:
    • a) 
      voorwaarden voor toegang en verblijf en normen voor de procedures voor de afgifte door de lidstaten van langlopende visa en verblijfstitels, met name met het oog op gezinshereniging;
    • b) 
      illegale immigratie en illegaal verblijf, met inbegrip van repatriëring van illegaal verblijvende personen;
  • 4. 
    maatregelen waarin de rechten en voorwaarden worden omschreven volgens welke onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, in andere lidstaten mogen verblijven.

    Door de Raad uit hoofde van de punten 3 en 4 aangenomen maatregelen beletten niet dat een lidstaat op de betrokken gebieden nationale bepalingen handhaaft of vaststelt welke met dit Verdrag en met internationale overeenkomsten verenigbaar zijn.

    Voor de uit hoofde van punt 2, onder b), punt 3, onder a) en punt 4 aan te nemen maatregelen geldt bovengenoemde termijn van vijf jaar niet.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Europees Parlement (EP)

Toelichting Europees Parlement bij de instelling van de medebeslissingsprocedure bij enkele onderdelen van het Europese justitiële beleid (december 2004)

EG-Verdrag (EGV) Titel IV Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen artikelen 61 69, beleidsterreinen waarop (volgens informele bronnen) het in artikel 67, lid 2 van het EG-Verdrag bedoelde besluit van toepassing zou kunnen zijn:

2.

Asiel

Artikel

Bepaling

Huidige procedure

Opmerkingen

63, lid 1, a)

Criteria en instrumenten voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek

Medebeslissing, zodra de gemeenschappelijke regels en grondbeginselen inzake deze vraagstukken zijn goedgekeurd

De medebeslissing is reeds van toepassing op de volgende voorstellen als gevolg van de aanneming van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend.

63, lid 1, b)

Minimumnormen voor de opvang van asielzoekers

Medebeslissing, zodra de gemeenschappelijke regels en grondbeginselen inzake deze vraagstukken zijn goedgekeurd

De medebeslissing is reeds van toepassing op de volgende voorstellen als gevolg van de aanneming van Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten

63, lid 1, c)

Minimumnormen voor het aanmerken van onderdanen van derde landen als vluchteling

Medebeslissing, zodra de gemeenschappelijke regels en grondbeginselen inzake deze vraagstukken zijn goedgekeurd

De medebeslissing is reeds van toepassing op de volgende voorstellen als gevolg van de aanneming van Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming

63, lid 1, d)

Minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus

Medebeslissing, zodra de gemeenschappelijke regels en grondbeginselen inzake deze vraagstukken zijn goedgekeurd

De medebeslissing zal worden toegepast op de volgende voorstellen, na aanneming van de richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus, waarover in april 2004 overeenstemming is bereikt. De formele aanneming zal plaatsvinden na een hernieuwde raadpleging van het EP (met name wat betreft het probleem van de "veilige landen"), die gepland is voor eind 2004.

Deze richtlijn zou vóór het in artikel 67 bedoelde besluit moeten worden aangenomen. In de "overwegingen" van dit besluit zou bepaald worden dat elke toekomstige wijziging van de in de artikel 63, punt 1, letters a), b), c) en d) en artikel 63, punt 2, letter a) neergelegde beginselen AAN DE MEDEBESLISSINGSPROCEDURE ZOU MOETEN WORDEN ONDERWORPEN.

3.

Tijdelijke bescherming

Artikel

Bepaling

Huidige procedure

Besluit art. 67, lid 2 EGV

Opmerkingen

63, lid 2, a)

Verlenen van tijdelijke bescherming aan ontheemden en voor personen die anderszins internationale bescherming behoeven

Medebeslissing, zodra de gemeenschappelijke regels en grondbeginselen inzake deze vraagstukken zijn goedgekeurd

geen

De medebeslissing is reeds van toepassing op de volgende voorstellen als gevolg van de aanneming van richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen

63, lid 2, b)

Evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten

Raad besluit met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie

Ja

MEDEBESLISSING

4.

Immigratie

Artikel

Bepaling

Huidige procedure

Besluit art. 67, lid 2 EGV

Opmerkingen

63, lid 3, a)

Voorwaarden voor toegang en verblijf, procedures voor de afgifte van langlopende visa en verblijfstitels, met name met het oog op gezinshereniging

Raad besluit met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie

geen

Bezwaren van Duitsland en Oostenrijk tegen overgang naar medebeslissing en gekwalificeerde meerderheid

63, lid 3, b)

Illegale immigratie en illegaal verblijf, repatriëring

Raad besluit met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie

Ja

MEDEBESLISSING

5.

Verblijfrecht onderdanen derde landen

Artikel

Bepaling

Huidige procedure

Besluit art. 67, lid 2 EGV

Opmerkingen

63, lid 4

Rechten en voorwaarden volgens welke onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, in andere lidstaten mogen verblijven

Raad besluit met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie

geen

Bezwaren van Duitsland en Oostenrijk tegen overgang naar medebeslissing en gekwalificeerde meerderheid