Europese Rekenkamer onderzocht de doeltreffendheid van de EU-steun voor operationele programma's van groente- en fruittelers
Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende Speciaal verslag nr. 8/2006 - Succesvolle oogst? De doeltreffendheid van de EU-steun voor operationele programma's van groente- en fruittelers[1]
Sinds 1996 biedt de EU steun ten belope van 50 % van de kosten van de door telers genomen maatregelen die onder meer zijn gericht op verbetering van de productkwaliteit, verlaging van de productiekosten en milieuvriendelijker praktijken. De steun is uitsluitend beschikbaar voor groepen van telers die hun productie collectief op de markt brengen vanuit 'telersverenigingen'. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het goedkeuren van de operationele programma's van door de telersverenigingen voorgestelde maatregelen en het betalen van de steun. In 2004 bedroeg de steun 500 miljoen euro.
De Rekenkamer controleerde de doeltreffendheid van deze steunregeling hoofdzakelijk op basis van een aselecte steekproef van 104 maatregelen uit 30 afgeronde operationele programma's in acht lidstaten, een evaluatie van de procedures van de lidstaten en de Commissie en een beoordeling van gegevens van de Commissie.
De Commissie toetst de subsidiabiliteit van uitgaven voor operationele programma's, maar heeft niet gecontroleerd of de door de lidstaten gevolgde procedures ter goedkeuring van de operationele programma's de doeltreffendheid van de uitgaven waarborgen. Zij heeft de waarschijnlijke doeltreffendheid van de operationele programma's niet in het oog gehouden en evenmin het beleid beoordeeld.
De Rekenkamer stelde vast dat de lidstaten maatregelen in het kader van operationele programma's goedkeurden op basis van de aard van de voorgestelde uitgaven (is dit subsidiabel?), zonder tevens de te verwachten doeltreffendheid ervan in aanmerking te nemen (brengt de actie de telersvereniging dichter bij de verwezenlijking van haar doelstellingen?). De subsidiabiliteitscriteria voor uitgaven waren niet duidelijk, waardoor onzekerheid ontstond. Formeel is er voldaan aan de in de verordeningen opgenomen vereisten inzake programmering en toezicht, tegen aanzienlijke kosten en zonder echte baten.
Desondanks hebben de operationele programma's over het geheel genomen geleid tot voortgang bij de verwezenlijking van de in de verordening van de Raad vervatte doelstellingen. Bijna de helft van de gefinancierde maatregelen vertegenwoordigde ten opzichte van de uitgangssituatie van de telersverenigingen een significante vooruitgang in de richting van ten minste één van de elf doelstellingen in de verordening en kan derhalve als doeltreffend worden beschouwd. Van het merendeel van de gefinancierde maatregelen was de doeltreffendheid echter gering, in die zin dat zij niet tot een dergelijke vooruitgang leidden.
De telersverenigingen in de steekproef van de Rekenkamer hadden enige voortgang gemaakt bij de verwezenlijking van het merendeel van de aan het beleid verbonden doelstellingen. De Commissie beschikt echter niet over informatie over de verwezenlijking van deze doelstellingen op Europees niveau, op twee uitzonderingen na, namelijk het uit de markt nemen van productieoverschotten (dit is afgenomen) en de concentratie van het aanbod (ofwel de waarde van de gezamenlijk - door telersverenigingen - op de markt gebrachte productie).
Als de huidige trends doorzetten, wordt het doel van de Commissie, namelijk dat 60 % van het aanbod tegen 2013 geconcentreerd zal zijn in de telersverenigingen, niet gehaald. De telersverenigingen zijn goed voor slechts een derde van de groente- en fruitproductie van de EU en hun groei verliep trager dan die van de sector als geheel.
De Rekenkamer meent dat de Commissie de baten in overweging dient te nemen van alternatieve benaderingen om de regeling te vereenvoudigen, de kosten ervan te verminderen en de doeltreffendheid van de steun te verbeteren. De Commissie dient te overwegen of dit wellicht het best kan worden bereikt door de in het kader van de regeling gevolgde procedures en regels voor de subsidiabiliteit van uitgaven af te stemmen op die van de investeringsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling.
Welke aanpak ook wordt gevolgd, de Commissie dient de doeltreffendheid van de steun beter in het oog te houden en de geplande beoordelingsstudie in 2009 te gebruiken om vast te stellen waarom de telersverenigingen relatief minder vooruitgang boeken, met name in de lidstaten waarin de sector groente en fruit goed is voor het grootste deel van de landbouwproductie.
Indien de beoordeling uitwijst dat telersverenigingen een doeltreffend mechanisme zijn voor de versterking van de positie van de telers in deze lidstaten, dient het beleid beter op de verwezenlijking van dit doel te worden toegesneden.
Indien de Commissie daarentegen niet kan aantonen dat de concentratie van het aanbod bij telersverenigingen echte baten oplevert, dient zij zich op dit mechanisme voor de ondersteuning van de groente- en fruittelers in de EU te beraden.
Speciaal verslag nr. 8/2006:
http://www.eca.europa.eu/audit_reports/special_reports/docs/2006/rs08_06nl.pdf
[1] Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar internetsite (http://www.eca.europa.eu)en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, verschijnen.