Verslag Europese Rekenkamer over investeringen voor plattelandsontwikkeling
ECA/06/20
Luxemburg, 13 september 2006
Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende Speciaal verslag nr. 7/2006 over investeringen voor plattelandsontwikkeling:verhelpen deze daadwerkelijk de problemen van plattelandsgebieden?[1]
Plattelandsgebieden zien zich voor aanzienlijke uitdagingen gesteld zoals ontvolking en geringe economische mogelijkheden. De bijdrage van de EU voor de plattelandsontwikkeling in de periode 2000-2006 beloopt ruim 60 miljard euro. Ongeveer 40 % van die begroting gaat naar investeringen in plattelandsontwikkeling. Ze bestrijken een hele reeks projecten die door de Commissie en de lidstaten gezamenlijk worden beheerd en uitgevoerd.
Met deze controle onderzocht de Rekenkamer in hoeverre de investeringsmaatregelen in plattelandsontwikkeling daadwerkelijk de problemen van die gebieden verhelpen.
Uit de controle bleek dat de buigbaarheid van de verordening inzake plattelandsontwikkeling (ruime doelstellingen, geen prioriteiten) en het ontbreken van een duidelijke strategie in de programma's van de lidstaten leidden tot een situatie waarin onduidelijk is aan welke doelstelling de middelen hebben bijgedragen. De programma's van de lidstaten zijn vooral gericht op de landbouwsector en houden onvoldoende rekening met de kenmerken van het gesteunde geografische gebied.
Er is een gebrek aan doeltreffende subsidiabiliteitsvoorwaarden en selectieprocedures, zodat de middelen niet worden gericht op de geografische gebieden en begunstigden met de grootste behoeften. Door onvoldoende gerichte steun ontstaat ook het risico dat projecten worden gecofinancierd die hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd.
Omdat de Commissie geen analyses heeft gemaakt, heeft de Rekenkamer vastgesteld hoeveel geld er werd besteed binnen en buiten plattelandsgebieden. Op basis van een representatieve steekproef van 300 projecten constateerde zij dat een aanzienlijk deel van de uitgaven gaat naar niet-landelijke gebieden. In vergelijking met de voorgaande programmeringsperiode (1994-1999) daalde de steun voor plattelandsgebieden aanzienlijk.
Het grootste gebrek van het toezicht- en evaluatiesysteem is dat het onvoldoende betrouwbare informatie biedt over wat er werd gefinancierd en bereikt.
Op basis van haar controle constateert de Rekenkamer dat de twee hoofddoelstellingen van het PO-beleid niet evenwichtig worden gerealiseerd: door een sterke gerichtheid op de landbouw komt de tweede doelstelling - bijdragen aan de economische en sociale samenhang van de plattelandsgebieden - in het gedrang. Om evenwicht te bereiken, dient de Commissie samen met de lidstaten te werken aan een doeltreffender beleid. Belangrijke middelen daartoe zijn onder meer verduidelijking van de doelstellingen en toewijzing van de middelen aan de gebieden met de grootste behoeften.
Speciaal verslag nr. 7/2006:
http://www.eca.europa.eu/audit_reports/special_reports/docs/2006/rs07_06nl.pdf
[1] Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar internetsite (http://www.eca.europa.eu) en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, verschijnen.