Hoofdstuk I - Ontwikkeling van het onderzoek

Inhoudsopgave van deze pagina:

4: Mandaat Commissie

  • 1. 
    De Commissie is ermede belast het onderzoek op het gebied van de kernenergie in de Lid-Staten te bevorderen en te vergemakkelijken en het aan te vullen door het ten uitvoer brengen van het onderzoek- en onderwijsprogramma van de Gemeenschap.
  • 2. 
    In deze aangelegenheid is de Commissie werkzaam op het gebied, dat is bepaald in de lijst die als bijlage I aan dit Verdrag is gehecht.

    Deze lijst kan door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden gewijzigd op voorstel van de Commissie, die het in artikel 134 genoemde Wetenschappelijk en Technisch Comité raadpleegt.

5: Taken Commissie

Ten einde de coördinatie van de in de Lid-Staten ondernomen onderzoekingen te bevorderen en om deze te kunnen aanvullen, nodigt de Commissie, hetzij door een aan een bepaalde geadresseerde gericht speciaal verzoek dat ter kennis wordt gebracht van de Lid-Staat waaronder de geadresseerde ressorteert, hetzij door een openbaar gemaakt algemeen verzoek, de Lid-Staten, personen of ondernemingen uit, haar hun programma's met betrekking tot de onderzoekingen die zij in haar verzoek omschrijft, mede te delen.

De Commissie kan, na aan de betrokkenen alle gelegenheid tot het maken van opmerkingen te hebben verleend, een met redenen omkleed advies uitbrengen over elk van de programma's welke haar worden medegedeeld. Op verzoek van de Staat, van de persoon of van de onderneming die het programma heeft medegedeeld, is de Commissie gehouden een dergelijk advies uit te brengen.

Door deze adviezen raadt de Commissie nutteloos dubbel werk af en richt het onderzoek op de onvoldoende bestudeerde sectoren. De Commissie kan de programma's niet publiceren zonder toestemming van de Staten, personen of ondernemingen die deze hebben medegedeeld.

De Commissie publiceert op gezette tijden een lijst van de sectoren van het onderzoek op het gebied van de kernenergie, die zij onvoldoende bestudeerd acht.

Ten einde te geraken tot wederzijds overleg en tot uitwisseling van inlichtingen kan de Commissie de vertegenwoordigers van de openbare en particuliere onderzoekcentra bijeenroepen, alsmede alle deskundigen die onderzoek verrichten op dezelfde of aanverwante gebieden.

6: Financiële bevoegdheden Commissie

Ter bevordering van de uitvoering van de haar medegedeelde onderzoekprogramma's kan de Commissie:

  • a) 
    in het raam van onderzoekcontracten financiële bijstand verlenen met uitsluiting van subsidies;
  • b) 
    al of niet tegen vergoeding de voor de uitvoering van deze programma's nodige grondstoffen of bijzondere splijtstoffen, waarover zij beschikt, verstrekken;
  • c) 
    al of niet tegen vergoeding installaties, uitrustingen of bijstand van deskundigen ter beschikking stellen van de Lid-Staten, personen of ondernemingen;
  • d) 
    een gemeenschappelijke financiering door de betrokken Lid-Staten, personen of ondernemingen bewerkstelligen.

7: Onderzoek- en onderwijsprogramma's van de Gemeenschap

Met eenparigheid van stemmen stelt de Raad, op voorstel van de Commissie, welke het Wetenschappelijk en Technisch Comité raadpleegt, de onderzoek- en onderwijsprogramma's van de Gemeenschap vast.

Deze programma's worden opgesteld voor een tijdvak van ten hoogste vijf jaar.

De geldmiddelen nodig voor de uitvoering van die programma's worden ieder jaar op de begroting voor onderzoek en investeringen van de Gemeenschap opgevoerd.

De Commissie zorgt voor de uitvoering van de programma's en legt daaromtrent ieder jaar een verslag voor aan de Raad.

De Commissie houdt het Economisch en Sociaal Comité op de hoogte van de grote lijnen van de onderzoek- en onderwijsprogramma's van de Gemeenschap.

8: Centrum voor Onderzoek op het Gebied van de Kernenergie

  • 1. 
    Na raadpleging van het Wetenschappelijk en Technisch Comité richt de Commissie een Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek op het Gebied van de Kernenergie op.

    Het Centrum draagt zorg voor de uitvoering van de onderzoekprogramma's en van de overige taken, welke de Commissie aan het Centrum toevertrouwt.

    Daarenboven zorgt het Centrum voor het vaststellen van een uniforme terminologie op het gebied van de kernenergie en voor één ijkstelsel.

    Het richt een centraal bureau op voor metingen op het gebied van de kernenergie.

  • 2. 
    De werkzaamheden van het Centrum kunnen om geografische of organisatorische redenen in afzonderlijke inrichtingen worden verricht.

9: Oprichting van scholen, universitaire instelling

  • 1. 
    Na advies van het Economisch en Sociaal Comité te hebben ingewonnen, kan de Commissie, in het kader van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek op het Gebied van de Kernenergie, scholen stichten voor de opleiding van specialisten, met name op het gebied van de opsporing van delfstoffen, de produktie van kernmateriaal van grote zuiverheid, de behandeling van bestraalde splijtstoffen, de techniek van de kernenergie, de bescherming van de gezondheid, de vervaardiging en het gebruik van radioactieve isotopen.

    De Commissie regelt de wijze waarop het onderwijs wordt ingericht.

  • 2. 
    Een instelling op universitair niveau wordt opgericht, waarvan de werkwijze door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, zal worden bepaald.

10: Commissie kan uitvoering van onderzoeksprogramma's delegeren

De Commissie kan bij contract de uitvoering van bepaalde delen van het onderzoekprogramma van de Gemeenschap toevertrouwen aan Lid-Staten, personen of ondernemingen, alsmede aan derde Staten, aan internationale organisaties of aan onderdanen van derde Staten.

11: Publicatieplicht Commissie

De Commissie publiceert de in de artikelen 7, 8 en 10 bedoelde onderzoekprogramma's, alsmede periodieke verslagen over de stand van de uitvoering daarvan.