Afdeling VI - Bijzondere bepalingen

Inhoudsopgave van deze pagina:

73: Bevoegdheid Agentschap en internationale overeenkomsten

Indien een akkoord of overeenkomst tussen een Lid-Staat, een persoon of een onderneming enerzijds, en een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat anderzijds, tevens levering inhoudt van produkten, welke onder de bevoegdheid van het Agentschap vallen, is, wat de levering van deze produkten betreft, voorafgaande instemming van de Commissie nodig voor het sluiten of het verlengen van dat akkoord of die overeenkomst.

74: Vrijwaring bij in- en uitvoer kleine hoeveelheden

De Commissie kan de overdracht, de invoer of de uitvoer van kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen, zoals die gewoonlijk worden gebruikt voor het onderzoek, vrijstellen van de toepassing der bepalingen van dit hoofdstuk.

Van iedere overdracht, invoer of uitvoer, welke geschiedt krachtens deze bepaling, moet aan het Agentschap kennis worden gegeven.

75: Overige vrijwaringen

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de verbintenissen tot het behandelen, bewerken of verwerken van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen

  • a) 
    aangegaan tussen verschillende personen of ondernemingen, indien de behandelde, bewerkte of verwerkte materialen moeten terugkeren naar de oorspronkelijke persoon of onderneming,
  • b) 
    aangegaan tussen een persoon of onderneming en een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat, indien de materialen worden behandeld, bewerkt of verwerkt buiten de Gemeenschap en terugkeren naar de oorspronkelijke persoon of onderneming,
  • c) 
    aangegaan tussen een persoon of onderneming en een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat, wanneer de materialen worden behandeld, bewerkt of verwerkt binnen de Gemeenschap en terugkeren, hetzij naar de oorspronkelijke organisatie of onderdaan, hetzij naar een andere door deze organisatie of onderdaan aangevezen geadresseerde eveneens buiten de Gemeenschap.

De betrokken personen of ondernemingen moeten echter aan het Agentschap kennis geven van het bestaan van dergelijke verbintenissen en, zodra de contracten zijn ondertekend, van de hoeveelheden materiaal welke daarmede gemoeid zijn. De Commissie kan zich verzetten tegen de onder b) vermelde verbintenissen, indien zij meent dat de bewerking of verwerking niet doeltreffend, veilig en zonder verlies aan materialen ten nadele van de Gemeenschap kan geschieden.

De materialen, waarvoor deze verbintenissen zijn aangegaan, worden op het grondgebied van de Lid-Staten aan de in hoofdstuk VII bepaalde controlemaatregelen onderworpen. De bepalingen van hoofdstuk VIII zijn echter niet van toepassing op de bijzondere splijtstoffen waarvoor de onder c) bedoelde verbintenissen zijn aangegaan.

76: Onvoorziene omstandigheden of algemene schaarste

De bepalingen van dit hoofdstuk kunnen, met name ingeval door onvoorziene omstandigheden een toestand van algemene schaarste zou ontstaan, door de Raad met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Vergadering; het initiatief daartoe kan van een Lid-Staat of van de Commissie uitgaan. De Commissie is gehouden ieder verzoek van een Lid-Staat in behandeling te nemen.

Na verloop van zeven jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag kan de Raad deze bepalingen in hun geheel bevestigen. Bij gebreke van bevestiging worden nieuwe bepalingen met betrekking tot het onderwerp van dit hoofdstuk vastgesteld overeenkomstig de procedure, omschreven in de voorgaande alinea.