Hoofdstuk VII - Veiligheidscontrole

Inhoudsopgave van deze pagina:

77: Doelstellingen

Overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk moet de Commissie zich ervan vergewissen of op het grondgebied van de Lid-Staten:

  • a) 
    de ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen niet voor andere doeleinden worden aangewend dan waarvoor de gebruikers verklaard hebben ze te bestemmen,
  • b) 
    de bepalingen met betrekking tot de voorziening en elke bijzondere verbintenis betreffende controle, die de Gemeenschap heeft aangegaan in een akkoord met een derde Staat of een internationale organisatie, worden nageleefd.

78: Informatieplicht producenten

Ieder die een installatie voor de produktie, de afscheiding of enige aanwending van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen of voor de behandeling van bestraalde splijtstoffen opricht of in gebruik heeft, is gehouden aan de Commissie de fundamentele technische kenmerken van die installatie mede te delen, voor zover de kennis daarvan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de in artikel 77 omschreven doelstellingen.

De Commissie moet de werkwijzen voor de regeneratie der bestraalde stoffen goedkeuren, voor zover dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de in artikel 77 omschreven doelstellingen.

79: Bepalingen inzake de bedrijfsadministratie

De Commissie verlangt het bijhouden en overleggen van werkstaten, om de rekening en verantwoording der gebruikte of geproduceerde ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor de vervoerde grondstoffen en bijzondere splijtstoffen.

Degenen die aan de controle onderworpen zijn, geven aan de autoriteiten van de betrokken Lid-Staat kennis van de mededelingen welke zij, krachtens artikel 78 en de eerste alinea van dit artikel, aan de Commissie doen toekomen.

De aard en de strekking van de in de eerste alinea van dit artikel bedoelde verplichtingen worden omschreven in een door de Commissie op te maken en door de Raad goed te keuren verordening.

80: Opslag overschotten

De Commissie kan verlangen, dat elk overschot aan bijzondere splijtstoffen, die als bijprodukt teruggewonnen of verkregen zijn en niet daadwerkelijk gebruikt worden of voor het doel gereed zijn, bij het Agentschap worden opgeslagen dan wel in andere bewaarplaatsen, die door de Commissie worden of kunnen worden gecontroleerd.

De bijzondere splijtstoffen, die aldus zijn opgeslagen, moeten op verzoek van belanghebbenden onverwijld aan deze worden teruggegeven.

81: Inspectie, bevoegdheden inspecteurs, procedure bij verzet tegen controle

De Commissie kan inspecteurs zenden naar het grondgebied van de Lid-Staten. De Commissie raadpleegt iedere betrokken Lid-Staat, voordat zij de eerste opdracht aan een inspecteur verleent op het grondgebied van die Staat; deze raadpleging geldt voor alle latere opdrachten aan die inspecteur.

De inspecteurs hebben, op vertoon vair een document waaruit hun hoedanigheid blijkt, te allen tijde toegang tot alle plaatsen, alle gegevens en alle personen, die zich uit hoofde van hun beroep bezighouden met krachtens dit hoofdstuk aan controle onderworpen materialen, uitrustingen of installaties, voor zover dit noodzakelijk is om de ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen te controleren en er zich van te vergewissen, of de bepalingen van artikel 77 worden nageleefd. Indien de betrokken Staat zulks verzoekt, worden de door de Commissie aangewezen inspecteurs vergezeld van vertegenwoordigers van de autoriteiten van deze Staat, op voorwaarde dat de inspecteurs daardoor niet worden opgehouden of op andere wijze in de uitoefening van hun functie worden gehinderd.

Bij verzet tegen de uitoefening van controle dient de Commissie aan de president van het Hof van Justitie een bevelschrift te vragen, ten einde met dwangmiddelen de uitvoering van de controle te verzekeren. De president van het Hof van Justitie beslist hierover binnen drie dagen.

Indien uitstel gevaar oplevert, kan de Commissie zelf een schriftelijk controlebevel afgeven in de vorm van een beschikking. Dit bevel moet onverwijld ter goedkeuring achteraf aan de president van het Hof van Justitie worden voorgelegd.

Na afgifte van het bevelschrift of van de beschikking dragen de instanties van de betrokken Staat er zorg voor dat de inspecteurs toegang krijgen tot de in het bevelschrift of de beschikking bepaalde plaatsen.

82: Inspecteurs, richtlijnen Commissie voor beëindiging schendingen

De inspecteurs worden door de Commissie in dienst genomen.

Zij zijn verplicht zich de in artikel 79 bedoelde rekening en verantwoording te doen voorleggen en deze na te zien. Zij brengen aan de Commissie van elke schending verslag uit.

De Commissie kan een richtlijn vaststellen waarbij zij de betrokken Lid-Staat gelast, binnen een door haar te stellen termijn alle maatregelen te nemen, die noodzakelijk zijn om een einde te maken aan de vastgestelde schending; zij stelt de Raad daarvan op de hoogte.

Indien de Lid-Staat zich binnen de gestelde termijn niet aan deze richtlijn van de Commissie onderwerpt, kan de Commissie of elke betrokken Lid-Staat, in afwijking van de artikelen 141 en 142, de zaak onmiddellijk aanhangig maken bij het Hof van Justitie.

83: Sancties

  • 1. 
    Ingeval personen of ondernemingen inbreuk maken op de verplichtingen welke hun door dit hoofdstuk worden opgelegd, kan de Commissie sancties tegen hen uitspreken.

    Deze sancties zijn, naar hun gewicht gerangschikt, de volgende:

    • a) 
      de waarschuwing,
    • b) 
      het intrekken van bijzondere voordelen, zoals financiële bijstand of technische hulp,
    • c) 
      het stellen van de onderneming, voor een tijdsduur van ten hoogste vier maanden, onder het beheer van een persoon of groep van personen, daartoe aangewezen in onderlinge overeenstemming tussen de Commissie en de Staat waaronder de onderneming ressorteert,
    • d) 
      het geheel of gedeeltelijk intrekken van grondstoffen of van bijzondere splijtstoffen.
  • 2. 
    De beschikkingen van de Commissie houdende verplichting tot levering welke zijn vastgesteld ter uitvoering van het voorgaande lid, vormen een executoriale titel. Zij kunnen op het grondgebied van de Lid-Staten ten uitvoer worden gelegd, onder de in artikel 164 vastgestelde voorwaarden.

    In afwijking van de bepalingen van artikel 157 heeft het beroep bij het Hof van Justitie tegen de beschikkingen van de Commissie waarbij sancties worden opgelegd als bepaald in het voorgaande lid, schorsende werking. Het Hof van Justitie kan echter, op verzoek van de Commissie of van elke betrokken Lid-Staat, de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de beschikking bevelen.

    De bescherming der geschade belangen moet door een passende rechtsprocedure worden gewaarborgd.

  • 3. 
    De Commissie kan de Lid-Staten alle aanbevelingen doen met betrekking tot de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, welke ten doel hebben de naleving op hun grondgebied van de uit dit hoofdstuk voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
  • 4. 
    De Lid-Staten zijn gehouden er voor te zorgen, dat de sancties ten uitvoer worden gelegd en, in voorkomende gevallen, dat schade, veroorzaakt door de inbreuken, wordt hersteld door hen die zich aan deze inbreuken hebben schuldig gemaakt.

84: Non-discriminatie, reikwijdte controle

Bij de uitoefening van de controle wordt niet gediscrimineerd op grond van de bestemming welke is gegeven aan de ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen.

Het gebied waarover de controle zich uitstrekt, en de wijze waarop deze wordt uitgeoefend, alsmede de bevoegdheden van de controle-organen, zijn beperkt tot de verwezenlijking van de in dit hoofdstuk omschreven doelstellingen.

De controle mag zich niet uitstrekken tot materialen bestemd voor defensiedoeleinden, welke voor die doeleinden in bijzondere bewerking zijn of welke na die bewerking, krachtens een operatieplan, in een militaire inrichting worden geplaatst of opgeslagen.

85: Wijzigingsprocudure controlebevoegdheid Raad

Indien nieuwe omstandigheden zulks noodzakelijk zouden maken, kan de in dit hoofdstuk bepaalde wijze van uitoefening van de controle door de Raad met eenparigheid van stemmen worden aangepast op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Vergadering; het initiatief daartoe kan van een Lid-Staat of van de Commissie uitgaan. De Commissie is gehouden elk verzoek van een Lid-Staat in behandeling te nemen.