Artikel 49: Middelen

48
Artikel 49
50

Zodra dit verdrag in werking is getreden, stelt de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, bij wege van richtlijnen of verordeningen de maatregelen vast welke nodig zijn om geleidelijk tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in het voorgaande artikel is omschreven, met name door

  • a) 
    het verzekeren van een nauwe samenwerking tussen de nationale bestuursinstellingen op het gebied van de arbeid,
  • b) 
    het volgens plan geleidelijk afschaffen van die administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van die wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden betrekkingen voortvloeiende hetzij uit de nationale wetgeving hetzij uit voordien tussen de Lid-Staten gesloten overeenkomsten, waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor het vrijmaken van het verkeer van de werknemers,
  • c) 
    het volgens plan geleidelijk afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen gesteld hetzij in de nationale wetgeving hetzij in voordien tussen de Lid-Staten gesloten overeenkomsten, welke aan de werknemers uit de overige Lid-Staten andere voorwaarden opleggen voor de vrije keuze van een betrekking dan aan de werknemers van het eigen land,
  • d) 
    het instellen van organisatorische voorzieningen door welke de aanbiedingen van en de aanvragen om werk met elkaar in aanraking kunnen worden gebracht en door welke het evenwicht daarvan kan worden vergemakkelijkt onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende gebieden en industrieën uitsluiten.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Op welke wijze de in artikel 48 i omschreven vrijheid gedurende de overgangsperiode zal worden gerealiseerd, wordt nader aangeduid in artikel 49.

Aangezien geen schema kon worden opgesteld, waarbij de vrijheid van migratie min of meer automatisch wordt verwezenlijkt, moest worden volstaan met het vastleggen van een procedure. De wijze waarop de vrije migratie wordt gerealiseerd, en de in leden b en c van artikel 49 genoemde voorschriften en regelingen, welke zullen worden opgeheven, worden door de Raad vastgesteld, welke daarover, op voorstel van de Commissie en gehoord het Economisch en Sociaal Comité, met gewone meerderheid beslist.

Het vrije verkeer van arbeidskrachten zal slechts goed en ordelijk kunnen worden verwezenlijkt, indien de in de landen aanwezige arbeidsbemiddelingsorganen nauw samenwerken. De noodzaak hiervan wordt in par. a en b van artikel 49 bepleit.

Het vrije verkeer van arbeidskrachten zal slechts goed en ordelijk kunnen verlopen, indien de in de landen aanwezige arbeidsbemiddelingsorganen nauw samenwerken. Tevens wordt gedacht aan het instellen van bijzondere organisatorische voorzieningen, welke zullen strekken om de compensatie van vraag en aanbod van arbeidskrachten binnen de Gemeenschappelijke Markt te vergemakkelijken. De noodzaak voor het treffen van beide regelingen wordt in par. a en d van artikel 49 bepleit.

Vermeld zij nog, dat van Nederlandse zijde tijdens de onderhandelingen erop is gewezen, dat de in Nederland heersende woningnood een probleem kan vormen bij de realisatie van het vrije verkeer van arbeidskrachten.

2.

Ontwikkeling artikel

1957

Zodra dit verdrag in werking is getreden, stelt de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, bij wege van richtlijnen of verordeningen de maatregelen vast welke nodig zijn om geleidelijk tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in het voorgaande artikel is omschreven, met name door

  • a) 
    het verzekeren van een nauwe samenwerking tussen de nationale bestuursinstellingen op het gebied van de arbeid,
  • b) 
    het volgens plan geleidelijk afschaffen van die administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van die wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden betrekkingen voortvloeiende hetzij uit de nationale wetgeving hetzij uit voordien tussen de Lid-Staten gesloten overeenkomsten, waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor het vrijmaken van het verkeer van de werknemers,
  • c) 
    het volgens plan geleidelijk afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen gesteld hetzij in de nationale wetgeving hetzij in voordien tussen de Lid-Staten gesloten overeenkomsten, welke aan de werknemers uit de overige Lid-Staten andere voorwaarden opleggen voor de vrije keuze van een betrekking dan aan de werknemers van het eigen land,
  • d) 
    het instellen van organisatorische voorzieningen door welke de aanbiedingen van en de aanvragen om werk met elkaar in aanraking kunnen worden gebracht en door welke het evenwicht daarvan kan worden vergemakkelijkt onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende gebieden en industrieën uitsluiten.
2002

De Raad stelt volgens de procedure van artikel 251 i en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, bij wege van richtlijnen of verordeningen de maatregelen vast welke nodig zijn om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in artikel 39 i is omschreven, met name door:

  • a) 
    het verzekeren van een nauwe samenwerking tussen de nationale bestuursinstellingen op het gebied van de arbeid;
  • b) 
    het afschaffen van de administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van de wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden betrekkingen voortvloeiende hetzij uit de nationale wetgeving hetzij uit voordien tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten, waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor het vrijmaken van het verkeer van de werknemers;
  • c) 
    het afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen gesteld hetzij in de nationale wetgeving hetzij in voordien tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten, welke aan de werknemers uit de overige lidstaten andere voorwaarden opleggen voor de vrije keuze van een betrekking dan aan de werknemers van het eigen land;
  • d) 
    het instellen van organisatorische voorzieningen door welke de aanbiedingen van en de aanvragen om werk met elkaar in aanraking kunnen worden gebracht en door welke het evenwicht daarvan kan worden vergemakkelijkt onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende gebieden en industrieën uitsluiten.