Artikel 80: Verbod op steun of bescherming

79
Artikel 80
81
  • 1. 
    Met ingang van de tweede etappe is het aan een Lid-Staat, behoudens machtiging van de Commissie, verboden voor het vervoer binnen de Gemeenschap de toepassing van prijzen en voorwaarden op te leggen welke enig element van steun of bescherming in het belang van een of meer ondernemingen of bepaalde industrieën inhouden.
  • 2. 
    De Commissie onderwerpt eigener beweging of op verzoek van een Lid-Staat de in lid 1 bedoelde prijzen en voorwaarden aan een onderzoek en houdt daarbij met name rekening, enerzijds met de vereisten van een passend regionaal economisch beleid, met de behoeften van minder ontwikkelde gebieden alsmede met de vraagstukken welke zich in door politieke omstandigheden ernstig benadeelde streken voordoen, en anderzijds met de gevolgen van die prijzen en voorwaarden voor de mededinging tussen de takken van vervoer.

    Na raadpleging van elke betrokken Lid-Staat neemt zij de noodzakelijke beschikkingen.

  • 3. 
    Het in lid 1 bedoelde verbod geldt niet voor mededingingstarieven.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Artikel 80 bevat een verbod tot steunverlening aan één of meerdere industrieën door middel van door de Overheid opgelegde eigenlijk dus te lage transporttarieven tenzij de Commissie deze steunmaatregel ten behoeve van de goederenmarkt goedkeurt. Deze moet bij haar beslissing rekening gouden met een drietal factoren, waarvan de eerste twee, nl. de eisen van een regionale economische politiek en de steun aan gebieden, die ernstig zijn getroffen als gevolg van politieke ontwikkelingen, enigszins afbreuk doen aan de waarde van dit op zich zelf juiste voorschrift.

De op voorstel van Nederland opgenomen derde factor, nl. de invloed van steuntarieven op de concurrentieverhoudingen tussen de vervoertakken, bedoelt een zeker tegenwicht tegen de andere factoren te vormen door te wijzen op de verstorende werking, welke van deze tarieven op de concurrentieverhoudingen binnen de vervoersector kan uitgaan.

Concurrentietarieven, dat zijn derhalve tarieven, die door de concurrentie in het vervoer zelf tot stand zijn gekomen, zijn van het verbod van steuntarieven uitgezonderd. Men is hierbij uitgegaan van de gedachte, dat dergelijke tarieven in feite het concurrentiepatroon op de goederenmarkt niet wijzigen. Een oordeel over de vervoerpolitieke merites van concurrentietarieven is daarmede nog niet uitgesproken. Het is dus geenszins uitgesloten, dat in het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid aan dit soort tarieven grenzen worden gesteld, b.v. ter voorkoming van te scherpe concurrentie tussen de vervoerondernemingen of ter vermijding van een schade, welke aan de belangen van andere Lid-Staten zouden kunnen worden toegebracht.

2.

Ontwikkeling artikel

1957
  • 1. 
    Met ingang van de tweede etappe is het aan een Lid-Staat, behoudens machtiging van de Commissie, verboden voor het vervoer binnen de Gemeenschap de toepassing van prijzen en voorwaarden op te leggen welke enig element van steun of bescherming in het belang van een of meer ondernemingen of bepaalde industrieën inhouden.
  • 2. 
    De Commissie onderwerpt eigener beweging of op verzoek van een Lid-Staat de in lid 1 bedoelde prijzen en voorwaarden aan een onderzoek en houdt daarbij met name rekening, enerzijds met de vereisten van een passend regionaal economisch beleid, met de behoeften van minder ontwikkelde gebieden alsmede met de vraagstukken welke zich in door politieke omstandigheden ernstig benadeelde streken voordoen, en anderzijds met de gevolgen van die prijzen en voorwaarden voor de mededinging tussen de takken van vervoer.

    Na raadpleging van elke betrokken Lid-Staat neemt zij de noodzakelijke beschikkingen.

  • 3. 
    Het in lid 1 bedoelde verbod geldt niet voor mededingingstarieven.
2002
  • 1. 
    Het is aan een lidstaat, behoudens machtiging van de Commissie, verboden voor het vervoer binnen de Gemeenschap de toepassing van prijzen en voorwaarden op te leggen welke enig element van steun of bescherming in het belang van een of meer ondernemingen of bepaalde industrieën inhouden.
  • 2. 
    De Commissie onderwerpt eigener beweging of op verzoek van een lidstaat de in lid 1 bedoelde prijzen en voorwaarden aan een onderzoek en houdt daarbij met name rekening, enerzijds met de vereisten van een passend regionaal economisch beleid, met de behoeften van minder ontwikkelde gebieden alsmede met de vraagstukken welke zich in door politieke omstandigheden ernstig benadeelde streken voordoen, en anderzijds met de gevolgen van die prijzen en voorwaarden voor de mededinging tussen de takken van vervoer.

    Na raadpleging van elke betrokken lidstaat neemt zij de noodzakelijke beschikkingen.

  • 3. 
    Het in lid 1 bedoelde verbod geldt niet voor mededingingstarieven.