Over de West-Indische Bezittingen en Coloniën, in Amerika, en op de Kust van Guinéa.

Aan ieder der Coloniën zal een nieuw Constitutioneel Charter gegeven worden. Dit Charter zal de tegenwoordige belastingen doen ophouden, en eene nieuwe wijze van vergoeding aan de Republiek, voor derzelver verleende bescherming, vaststellen.

Het ontwerp van dat nieuwe Charter zal door het Uitvoerend Bewind, op voorstel van den Raad der Amerikaansche Coloniën, aan de Vertegenwoordigende Vergadering ter bekragtiging aangeboden worden.

De kosten, voor het huishoudenlijk Bestuur der Coloniën , zullen door de Inwooners zelven geregeld en betaald worden.

De Wet zal bepaalen het getal en de magt der Commissarissen, welken het uitvoerend Bewind in iedere Colonie of bezitting zal kunnen zenden.

Alle onderscheiden Kamers en Departementen van den West-Indischen Handel, of hoe ook genoemd, zijn vernietigd. Alle afzonderlijke Coloniën worden, terstond, onder één algemeen bestuur gebracht, en zij, die zullen bewijzen door deze vereenging benadeeld te zijn, afgekogt.