Richtlijn 2006/13 - Wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG inzake ongewenste stoffen in diervoeding wat dioxinen en dioxineachtige PCB’s betreft

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Stand van zaken

Deze richtlijn is op 28 november 2006 gepubliceerd, is op 24 februari 2006 in werking getreden en moest uiterlijk op 4 november 2006 zijn omgezet in nationale regelgeving.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Richtlijn 2006/13/EG van de Commissie van 3 februari 2006 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding wat dioxinen en dioxineachtige PCB’s betreft

officiële Engelstalige titel

Commission Directive 2006/13/EC of 3 February 2006 amending Annexes I and II to Directive 2002/32/EC of the European Parliament and of the Council on undesirable substances in animal feed as regards dioxins and dioxin-like PCBs
 
Rechtsinstrument Richtlijn
Wetgevingsnummer Richtlijn 2006/13
Celex-nummer i 32006L0013

3.

Key dates

Document 03-02-2006
Bekendmaking in Publicatieblad 28-11-2006; Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 069,Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 069,Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 033,OJ L 32, 4.2.2006,OJ L 330M , 28.11.2006
Inwerkingtreding 24-02-2006; in werking datum publicatie + 20 zie art 3
Einde geldigheid 31-12-9999
Omzetting 04-11-2006; ten laatste

4.

Wettekst

4.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/44

 

RICHTLIJN 2006/13/EG VAN DE COMMISSIE

van 3 februari 2006

tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding wat dioxinen en dioxineachtige PCB’s betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (1), en met name op artikel 8, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig Richtlijn 2002/32/EG is het verboden voor het voederen van dieren bedoelde producten waarvan het gehalte aan ongewenste stoffen de in bijlage I van die richtlijn vermelde maximumgehalten overschrijdt, in het verkeer te brengen of te gebruiken.

 

(2)

„Dioxinen” in de zin van deze richtlijn omvatten een groep van 75 polychloordibenzo-p-dioxinecongeneren (PCDD’s) en 135 polychloordibenzofuraancongeneren (PCDF’s), waarvan er 17 in toxicologisch opzicht van belang zijn. Polychloorbifenylen (PCB’s) zijn een groep van 209 verschillende congeneren die op grond van de toxicologische eigenschappen ervan in twee groepen kunnen worden verdeeld: twaalf congeneren bezitten soortgelijke toxicologische eigenschappen als dioxinen en worden daarom dikwijls „dioxineachtige PCB’s” genoemd. De andere PCB’s vertonen geen dioxineachtige toxiciteit, maar hebben een ander toxicologisch profiel.

 

(3)

Congeneren van dioxinen of dioxineachtige PCB’s vertonen een verschillende toxiciteit. Voor de vaststelling van de toxiciteit van deze verschillende congeneren is het begrip toxische-equivalentiefactor (TEF’s) geïntroduceerd om de risicobeoordeling en wettelijke controle te vergemakkelijken. Dit betekent dat de analyseresultaten voor elk van de 17 dioxinecongeneren en de 12 dioxineachtige PCB-congeneren in een kwantificeerbare eenheid worden uitgedrukt: namelijk de „TCDD toxische-equivalentconcentratie” (TEQ).

 

(4)

Op 30 mei 2001 heeft het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (SCF) een advies over de risicobeoordeling van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in voedsel goedgekeurd op basis van nieuwe wetenschappelijke informatie die sinds de goedkeuring van zijn advies van 22 november 2000 bekend is geworden (2). Het SCF heeft voor dioxinen en dioxineachtige PCB’s een toelaatbare wekelijkse inname (tolerable weekly intake — TWI) vastgesteld van 14 pg WHO-TEQ/kg lichaamsgewicht. Uit blootstellingsschattingen blijkt dat de dioxine-inname van een aanzienlijk deel van de bevolking van de Gemeenschap boven de toelaatbare grens (TWI) ligt. In sommige landen kunnen bepaalde bevolkingsgroepen een groter risico lopen als gevolg van hun specifieke voedingsgewoonten.

 

(5)

Ruim 90 % van de blootstelling van de mens aan dioxinen en dioxineachtige PCB’s is afkomstig van levensmiddelen. Levensmiddelen van dierlijke oorsprong veroorzaken circa 80 % van alle blootstelling. De dioxinen en dioxineachtige PCB’s in dieren zijn voornamelijk afkomstig uit diervoeder. Daarom is diervoeder, en in sommige gevallen grond, als potentiële bron van dioxinen en dioxineachtige PCB’s een punt van zorg.

 

(6)

Het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding (SCAN) is verzocht advies uit te brengen over de bronnen van de contaminatie van voedingsmiddelen met dioxinen, inclusief dioxineachtige PCB’s, de blootstelling van voedselproducerende dieren aan dioxinen en PCB’s, de mate waarin deze...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

 

5.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.