Verenigd Koninkrijk....inside out!

maandag 7 september 2009, column van dhr Bruno van den Elshout

Fotograaf en journalist Bruno van den Elshout reisde voor zijn project Us Europeans een jaar lang door de EU en stelde aan de hand van deze reis het boek 'Crossroad Europe' samen. In de serie 'Europe inside out' vertelt hij hoe het dagelijks leven in elk van de EU-landen er uit ziet.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Introductie

The ‘UK’, of in de volledige versie: het ‘Verenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-Ierland’: een hele mond vol, en altijd weer de vraag: wat hoort nou precies waarbij. Wel, Groot Brittannië omvat het Britse ‘vasteland’, waarvan Engeland, Schotland en Wales deel van uitmaken. Noord-Ierland hoort wel bij het Verenigd Koninkrijk, maar is weer geen onderdeel van Groot Brittannië.

Voor reizigers betekent het Verenigd Koninkrijk vooral: goedkoop vliegen. Het is dan ook geen toeval dat ik de ‘UK’ tijdens mijn reis figuurlijk in mootjes heb gehakt, om maar zoveel mogelijk vluchten van, naar of via de UK te kunnen gebruiken. Terwijl ik in Ierland was, bezocht ik ook gelijk Noord-Ierland (Derry). Schotland bezocht ik op weg van Zweden naar Portugal. Engeland en Wales op doortocht van Nederland naar Cyprus.

Van alle landen die tot nu toe de revue gepasseerd zijn, is het Verenigd Koninkrijk waarschijnlijk het minst onbekend. Londen is een populaire vakantie- of zakenbestemming. Het Engels ontbijt is in alle uithoeken van de wereld bekend, en via TV en internet krijgen we dagelijks een dosis UK over ons uitgestort. Dankzij de vele links zijn Nederlanders snel geneigd te denken dat Britten weinig van Nederlanders verschillen, maar wie daar op rekent, kan nog wel eens bedrogen uitkomen.

2.

Hetzelfde maar dan anders

Waar Nederlanders gewend zijn zonder gêne hun mening te etaleren, is het in het Verenigd Koninkrijk vooral zaak beleefd te zijn. Ben je het ergens niet mee eens, dan reageer je beleefd. Ben je ergens blij over, dan doe je dat beleefd. Ga je bij iemand op bezoek, dan gedraag je je beleefd. De TV-serie ‘Schone schijn’ (origineel: ‘Keeping up appearances’) uit de jaren ’80 en ’90 laat in overdreven vorm zien hoe Britten zich met beleefdheid uit de meest penibele situaties weten te ontsnappen. Waar Britten ons Nederlanders vaak direct en onbeleefd vinden, ervaren Nederlanders de Britten vrij snel als stijf. En soms doen ze zo hard hun best om beleefd over te komen, dat wij ze in Nederland hypocriet vinden omdat ze niet gewoon zeggen wat ze bedoelen.

Nederlandse bezoekers in Engeland hoeven zich amper voor te bereiden op taalproblemen, al veroorzaken ze misschien meer misverstanden dan ze zelf zullen voorzien. Je hoeft overigens van de gemiddelde Brit niet te verwachten dat hij/zij ook nog iets anders spreekt dan Engels. Slechts 38% van de Britten kan zich in een vreemde taal verstaanbaar maken. Binnen de EU doen alleen de Ieren het nog slechter, met 34%. Gelukkig voor de Britten is Engels ook de meest gesproken vreemde taal in de hele Europese Unie. Ze nemen vaak wel de moeite zich te verontschuldigen voor het feit dat anderen hun taal wel spreken maar zij zelf op school niet genoeg hun best hebben gedaan bij Frans of Duits. Hoe dan ook, in de meeste gevallen wordt van de niet-Brit verwacht dat hij zijn best doet om Engels te spreken. In dat opzicht overtreft de gemiddelde Brit zelfs de slechtst bekend staande Parijse ober.

Vanuit het verleden heeft het Verenigd Koninkrijk een maatschappij waarbij verschillende sociale klassen verder van elkaar afstaan dan in Nederland. Waar wij enkele individuele ‘Tokkies’ en ‘ballo’s’ hebben rondlopen, moeten de Engelsen het doen met hele groepen mensen die zich rekenen tot de ‘working class’ (arbeidersklasse) of de ‘upper class’ (hogere klasse). Daartussen bevindt zich vanzelfsprekend de ‘middle class’ (middenklasse), maar die is minder groot en minder belangrijk dan in Nederland. Meer dan in Nederland geldt: wie als dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Er is namelijk weinig contact tussen mensen van verschillende klassen. Rijke kinderen wonen in rijke buurten en gaan naar dure scholen, waarna ze via het netwerk van hun ouders vrij makkelijk een goede baan kunnen krijgen. Ze hebben weinig contact met mensen uit de lagere klasses. Andersom zien de minder bedeelden weinig van de ‘upperclass’. Arme kinderen wonen in arbeiderswijken, gaan naar gewone scholen en kunnen het vaak niet bekostigen om een studie te doen, waardoor ze net als de rijken in hun eigen sociale cirkel blijven rond bewegen . De middenklasse valt overal precies tussen en de meeste mensen die er deel van uitmaken moeten daar erg hard voor werken.

Het enige fenomeen dat gek genoeg niet aan klassenindeling onderhevig is, is het ‘hooliganisme. Voetbalsupporters die er een bende van maken, komen in elke laag van de bevolking voor, zelfs binnen de hogere managementlagen van bedrijven. Zolang deze hooligan-collega’s of -medestudenten niet van werk of school wegblijven wegens veroordelingen, wordt hun dubieuze hobby door werkgevers of opleidingsinstituten meestal door de vingers gezien.

Het leven in het Verenigd Koninkrijk is een stuk duurder dan in Nederland, al is het verschil door de val van de pond wat kleiner geworden. Vooral vers eten en huisvesting zijn erg duur. Om zelfstandig in Londen te kunnen wonen, moet je een goed salaris verdienen. Veel jongeren die naar ‘de city’ verhuizen, moeten hun appartement delen met een hele groep medestudenten – met grote waarschijnlijkheid tot ver na hun studententijd. Aangezien universiteiten bovendien veel duurder zijn dan in Nederland, eindigen veel studenten hun studie met een schuld die ze niet in 10 jaar terug kunnen verdienen. Bijbaantjes zijn minder makkelijk te krijgen dan in Nederland, en de meeste studenten hebben meerdere creditcards nodig om hun studententijd door te komen.

3.

Do's and don'ts

Begroetingen bestaan in het Verenigd Koninkrijk uit handen schudden en ‘huggen’. Zoenen is voor familie en geliefden, niet voor vrienden van alledag. Als iemand die je wilt begroeten niet verwacht dat je hem/haar gaat zoenen, dan wordt dat al snel begrepen als zou je er een bijbedoeling mee hebben.

Smalltalk is in het Verenigd Koninkrijk een verplichte aanloop naar elk gesprek, maar anders dan in sommige landen blijft daarbij alles dat aanstootgevend kan zijn ongezegd. Op de vraag ‘How do you do’ (letterlijk vertaalt: Hoe maakt u het?) verwacht een Brit het liefst geen serieus en diepgravend antwoord. Vooral als het niet goed met je gaat, word je niet geacht de vraag te beantwoorden. Alleen de tegenvragen: ‘and yourself?’ of ‘how do you do?’ zijn acceptabel als antwoord. Familie of huiselijke omstandigheden bespreken Engelsen liefst alleen met mensen die ze goed kennen. Net als leeftijd, geld, politiek of geloof. Blijft over: het weer, sportresultaten of het nieuws. En, niet te vergeten: alle netgenoemde verboden onderwerpen zolang ze over iemand gaan die niet bij het gesprek aanwezig is. Roddelen is in het Verenigd Koninkrijk een ware volkssport, waarin de boulevard press voorop lopen met het in de wereld brengen van vers roddelmateriaal uit de wereld van de celebrities.

De indirecte manier van doen komt ook in de humor naar voren. Britse humor bestaat vaak uit spot en liefst is de maker van de grap zijn of haar eigen slachtoffer. Daarmee is humor de makkelijkste manier voor een Brit om zich – indirect – bloot te geven. Nederlanders kunnen zich daarom meestal wel vinden in Britse humor. Voor Duitsers of Zuid-Europeanen is het een stuk moeilijker. Die zijn zo gehecht aan status dat ze zichzelf in grappen liever als alleskunner neerzetten dan als stuntelaar die altijd pech heeft.

Britten zullen niet snel negatief reageren op voorstellen, ook al kunnen ze zich er totaal niet in vinden. ‘Nee’ zullen ze niet gauw zeggen tegen iemand die ze niet goed kennen. Ze gebruiken in dat geval liever neutrale termen als ‘interesting’ (interessant) en ‘possibly’ (mogelijk). In Nederland kun je dat opvatten als een positieve reactie op je vraag of voorstel. In het Verenigd Koninkrijk is het een nette manier om iemand af te wimpelen. Jongeren zijn iets beter in het uitdrukken van negatieve reacties. De uitdrukking ‘I can’t be bothered’ (‘ik vind het niet boeiend’) lijkt kenmerkend te zijn voor de generatie die nu tussen de 15 en 30 jaar oud is. Onderwerpen die in het Verenigd Koninkrijk vaak met ‘I can’t be bothered’ beantwoord worden: recycling en scheiden van afval, gezond eten en veilige seks.

4.

Gespreksonderwerpen

Waak ervoor een Schot uit te maken voor een Engelsman, want dat is één van de grofste sociale overtredingen die je in het Verenigd Koninkrijk kunt maken. Schotten definiëren hun identiteit vooral als Niet-Engels, net zoals Oostenrijkers zichzelf vooral kenmerken door het Niet-Duits-zijn. In de geschiedenis hebben de Engelsen en de Schotten vaak tegen elkaar gevochten, waarbij bovendien vermakelijke legendes zijn ontstaan. Zo zouden de Schotten zich ooit naakt en dronken in het strijdperk hebben gestort. Het Engelse leger was daar zo van ondersteboven, dat ze zich direct uit de veldslag terugtrokken. Ook in Wales en Noord-Ierland ligt ‘Engeland’ gevoelig, al is het maar omdat de Engelsen graag grappen maken over hoe dom de inwoners zijn en hoe achtergesteld de gebieden zijn. Een van de Engelse moppen over Wales suggereert: het beste dat uit Wales komt is de M4: een snelweg. Intussen gebruiken heel wat Engelsen die zelfde M4 om op hun vakantiebestemming te komen. Wat in het dagelijks leven als aftands en ouderwets wordt gezien, heet tijdens de vakantie ineens ‘landelijk’, ‘rustig’ en ‘authentiek’.

Wat wel zo ongeveer iedereen in het Verenigd Koninkrijk met elkaar deelt is de tegenzin om met Amerikanen vergeleken te worden. Vaak voelen Britten zich zelfs onprettig als buitenlanders Amerikaanse woorden verkiezen boven de lokale variant. Zo kun je verwachten dat ‘sweater’ wordt gecorrigeerd tot ‘jumper’, ‘parking lot’ tot ‘car park’. Ook Amerikaanse spelling kan irritatie veroorzaken. ‘Tru’ is dus ‘through’, ‘color’ moet ‘colour’ zijn, ‘realize’ wordt ‘realise’. Van Nederlanders wordt trouwens al snel gevonden dat ze een Amerikaans accent hebben. Waarschijnlijk komt dat door de vele films en TV-programma’s die we in Nederland voor onze kiezen krijgen. Binnen de categorie ‘taalblunders’ zijn de Nederlanders toch al sterk: doordat ze zo blij zijn Engels te spreken maken ze vaak de ene na de andere fout. Hierover is in Nederland eerder het boekje ‘I always get my sin’ uitgegeven, met leuke voorbeelden van hoe het dus NIET moet.

Voetbal staat bekend als een Britse uitvinding en is een populair gespreksonderwerp. Toch is het ook een onderwerp om mee uit te kijken. In sommige steden staan supportersgroepen elkaar dusdanig naar het leven dat het dragen van een voetbalshirt als grove provocatie gezien wordt. In Glasgow, waar Celtic en Rangers (samen ‘Old Firm’) elkaars aartsvijanden zijn, is het in veel pubs verboden om in blauwe (Rangers) of groene (Celtic) shirts binnen te treden. Als gespreksonderwerp is rugby, cricket of paardensport in veel kringen een veiligere keuze.

5.

Eten en drinken

Net als Nederland staat het Verenigd Koninkrijk niet bepaald hoog aangeschreven als het gaat om eten. Vooral Zuid-Europeanen maken daar graag grappen over. De Britten worden ervan beschuldigd dat hun tafelmanieren beter zijn dan de maaltijden die ze kunnen bereiden. En inderdaad, de tafelmanieren gaan ver. Zo is er maar één officiële manier om erwten te eten: liefst plet je die eerst tegen de buitenkant van je vork om ze vervolgens vanaf de binnenkant van je vork naar binnen te werken.

Nog meer dan in Nederland verschijnen in veel Britse gezinnen aan de lopende band magnetronmaaltijden op tafel. Anders dan in Oost-Europa geldt in het Verenigd Koninkrijk: hoe ‘faster’ de food, hoe goedkoper de maaltijd. Verse groenten en fruit worden nagenoeg alleen als ‘biologisch’ verkocht en dat is vervolgens ook duidelijk te zien aan het prijskaartje.

Desalniettemin heeft ook het Verenigd Koninkrijk de nodige lokale specialiteiten. Zo is daar het Engelse ontbijt, bestaande uit geroosterde bacon, gebakken tomaat, witte bonen, worstjes en toast. In hotels worden vaak dergelijke ontbijten geserveerd, maar de doorsnee Brit kiest op een doordeweekse dag liever voor melk met ‘cereals’: muesli-achtige strooigoederen.

Uit Schotland zijn de haggis (gevulde schapenmaag) en de gefrituurde Mars-reep beroemd, terwijl je Engeland niet kunt aandoen zonder ergens vanuit een oude krant een bakje ‘Fish and Chips’ (patat met lekkerbek) weg te werken. In het Verenigd Koninkrijk eten ze friet overigens niet met mayonaise. Liever strooien ze azijn, Brown Sauce of ketchup over hun slapgebakken aardappels.

Drinken kunnen de Britten als de besten. Vooral rond hun 20ste levensjaar stellen Britten hun lever zwaar op de proef. In het buitenland zijn de Britten berucht voor hun vrijgezellenfeesten. Deze ‘Hen parties’ (voor bruid en vriendinnen) en ‘stag parties’ (voor bruidegom en vrienden) zijn dankzij de goedkope vliegtickets van Ryan Air en Easyjet inmiddels tot ver in Oost-Europa bekend. Ook langs de Spaanse costa’s en op eilanden als Cyprus hebben de Engelsen een reputatie ‘laag te houden’. Deze reputatie bestaat uit het vroeg op de dag dronken worden – vaak nog voordat de lokale bevolking ook maar aan avondeten gedacht hebben, rollen de Engelsen al dronken over straat – en uit het stelen van lokale bierglazen of materiaal langs wegafzettingen. Meestal zijn de feestvierende Britten al van een afstand te herkennen. Weer of geen weer, voor jonge, Britse vrouwen bestaat uitgaanskleding vooral uit veel lucht. In zonnige oorden zijn ze vaak niet zongebruind, zoals de lokale bevolking, maar roodverbrand omdat ze tijdens hun vakantie zoveel mogelijk zon willen verzamelen om totaan de volgende zonvakantie ‘bruin’ te blijven.

6.

(On)gehoorzaamheid

Britten zijn trots op hun talent om geordend deel te nemen aan het fenomeen ‘rij’. Dat mensen uit andere landen daar niet even fanatiek in zijn, wordt gezien als een gebrek aan beschaving. Ongehoorzaamheid en kattenkwaad, die beide in buurland Ierland bijna als deugden te boek staan, worden in het Verenigd Koninkrijk maar mondjesmaat gewaardeerd. Een voorbeeld daarvan: tot ver in de vorige eeuw mochten leraren op privéscholen hun leerlingen slaan als deze niet luisterden. Dat gebeurt nu niet meer, maar wel moeten schoolgaande kinderen zich nog steeds elke ochtend in een schooluniform hijsen, willen ze tot hun school worden toegelaten.

Een van de dingen waar de gemiddelde Brit tot aan ongeveer zijn/haar 30ste verjaardag bang voor blijft, is commitment. In een wereld vol keuzes willen de Britten graag zo lang als dat kan alle mogelijkheden openhouden voor hun toekomst. Belangrijke keuzes worden daarbij vaak uitgesteld of vervangen door kleinere keuzes met een snel resultaat. Veel Britten rollen daardoor uiteindelijk in een leven waar ze zelf juist níet voor hebben gekozen. Britse kantoormedewerkers geven openlijk toe dat ze graag iets compleet anders zouden willen doen als ze opnieuw mochten kiezen. Als illustratie hierbij: als Nederlandse jongeren een grote reis willen maken voor ze aan hun carrière beginnen, zeggen ze vaak dat ze ‘willen nadenken over wat ze in het leven willen gaan doen’. Voor Britten is dat omgekeerd: die gaan minstens even graag op reis, maar gebruiken die reis dan vooral om níet te hoeven nadenken over wat ze in het echte leven moeten gaan doen.

Gelukkig voor de Britten puilen de boekhandels uit van zelfhulpboeken. Een groot aantal daarvan komt uit Amerika, maar ook Britse schrijvers hebben zich in afgelopen jaren met veel overgave op dit genre gestort. Ook talkshows met Dr. Phil en Oprah Winfrey – of lokale kloons – trekken veel bekijks. De Nederlandse uitvinding Big Brother heeft nergens in Europa zoveel verschillende versies gekend als in het Verenigd Koninkrijk. Het sluit perfect aan bij de Britse gedachte dat je zelf je vuile was binnenskamers houdt, maar die van anderen van een afstandje bekijkt om er vervolgens je afkeer over uit te spreken.

7.

Taalkwesties

Als het gaat om kennis van vreemde talen, bungelt het Verenigd Koninkijk ergens onder aan de lijst van Europa. Gelukkig voor henzelf hebben Britten amper vreemde talen nodig als ze naar een baan solliciteren. Zelfs bij exportfuncties wordt in veel gevallen niet eens om kennis van een vreemde taal gevraagd. Wat ook al niet helpt is dat er amper niet-Engelstalige TV programma’s op de kabel zitten, al wordt dat argument met de opkomst van internet-TV steeds minder krachtig.

Het lijkt alsof het Nederlands veel woorden uit het Engels heeft overgenomen. Maar andersom is dat in voorbije eeuwen ook al vaak gebeurd. In de Nederlandse Gouden Eeuw zijn veel termen over de Noordzee heen gewaaid, of liever: gevaren. ‘Mast’ is in het Engels hetzelfde als in het Nederlands. ‘Knight’ is een verbastering van ‘knecht’. ‘Gin’ is een vrije afkorting van het Nederlandse ‘jenever’, terwijl ook woorden als ‘landscape’, ‘skipper’, ‘smuggling’ en ‘knapsack’ zijn geïmporteerd uit Nederland. En nog eentje om wat minder trots op te zijn: ‘apartheid’, de scheiding van de Zuid-Afrikaanse bevolking naar huidskleur, zoals die tijdens een groot deel van de 20ste eeuw in Zuid-Afrika in de wet was opgenomen.

Sommige Engelse woorden willen nog wel eens verschillen van hoe ze in Nederland worden toegepast. Over ‘Shit’ of ‘fuck’ zal in Nederland niet snel iemand vallen. In het Verenigd Koninkrijk is dat in sommige milieus ook zo, maar bij een zakenontmoetingen of formele bijeenkomsten kun je het niet maken om met dit soort woorden aan te komen zetten.

8.

Grappige feitjes

Zoals bekend is het Verenigd Koninkrijk een van de weinige landen in Europa waar links gereden wordt. Waar nog steeds links gereden wordt, want totaan de tijd van Napoleon werd overal in Europa links gereden. De oorsprong van het links rijden gaat ver terug in de tijd, toen in plaats van auto’s nog paarden gebruikt werden als vervoermiddel. Door links te rijden, kon een ridder te paard zijn eventuele vijanden altijd met een zwaard in de rechterhand bevechten, terwijl hij met links kon blijven sturen. De andere Europese landen waar nog links gereden wordt zijn vaak door de geschiedenis verbonden met het Verenigd Koninkrijk: Ierland, dat in 1930 onafhankelijk werd, Malta (1960) en Cyprus (1960).

Ondanks de Europese integratie is het de Britten tot nu toe goed gelukt om te ontkomen aan het ‘metrisch systeem’. Nog steeds worden de meeste maten in het Verenigd Koninkrijk uitgedrukt volgens het ‘Imperial System’. Zo worden afstanden genoemd in yards en miles, zal iemand zijn gewicht vermelden in ‘stones’ en zijn lengte in ‘feet’. Een ‘pint’ is niet alleen een glas om bier uit te drinken, het is ook nog eens een inhoudsmaat. Vroeger maakten wij in Nederland ook gebruik van deze ‘natuurlijke’ maten, maar wederom was het bij ons Napoleon die de zaken kwam standaardiseren. Sinds we hieraan gewend zijn, is het moeilijk de noodzaak van de ounces en de inches nog te begrijpen.

Net als Nederland is het Verenigd Koninkrijk, de naam zegt het al, een koninkrijk. In combinatie met de Britse voorliefde voor roddelen levert het lokale koningshuis genoeg materiaal om elke dag een halve krant mee te vullen. Koningin Elizabeth wordt meestal voorgesteld als koel en afstandelijk en prins Charles als een enigszins onbeholpen figuur met onduidelijke belangen in verschillende bedrijfjes. Zijn zonen William en Harry vermaken zich goed in het uitgaansleven, waarbij ze zichzelf regelmatig in onmogelijke situaties weten te manoeuvreren. Vooral prins Harry: hij werd een paar jaar geleden op een verkleedfeestje gefotografeerd in Duitse legerkleding uit de Tweede Wereldoorlog. Ook de in 1997 overleden prinses Diana haalt eens in de zoveel tijd de voorpagina’s. Vaak gaan deze artikelen over nieuw bewijs dat haar overlijden op allerlei manieren in scene is gezet.

Heb je trouwens wel eens gehoord van Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch? Dat is de naam van een dorpje in Wales. Het is wel een beetje aan elkaar bedacht om het toerisme te stimuleren, maar dat maakt de indrukwekkende lengte van de naam er niet minder om. Letterlijk betekent het iets van: “De kerk van St. Mary in de luwte van de witte hazelaars bij de stroomverstelling van St. Tysilio van de rode grot.”

9.

Afkijken toegestaan

Om een beetje diplomatieker te zijn. Om netter te eten en netjes rijen te respecteren. Om mooie oldtimers te rijden al dan niet met gepersonaliseerde nummerborden.

Verder kunnen we in Nederland aardig selectief zijn met wat we wel en niet willen overnemen. Veel uitvindingen die in de Verenigde Staten worden gedaan, waaien via het Verenigd Koninkrijk over naar Europa. Net als het Nederlandse weer, kun je dus ook veel trends voorspellen die “vanaf de oceaan komen aanwaaien”. Veel nieuwe internetdiensten, denk aan Facebook, LastFM of Spotify, worden eerst in het Verenigd Koninkrijk een succes, voordat ze bij ons in Nederland voet aan de grond krijgen. Helaas geldt deze volgorde ook voor dingen waar we in Nederland misschien minder blij mee moeten zijn, zoals het stijgende aantal mensen dat wordt getroffen door welvaartsziekte obesitas en kanker. Of, uit een andere hoek, de oneindige toename van CCTV (observatie-/beveiligingscamera’s) in het straatbeeld, in combinatie met het steeds verder terugdringen van privacy in de strijd tegen het terrorisme.

In de afgelopen decennia heeft het Verenigd Koninkrijk er een gewoonte van gemaakt om steeds meer productie en diensten uit te besteden aan goedkopere landen. Intussen zijn in het Verenigd Koninkrijk vooral ‘afgeleide’ diensten achtergebleven: advies, verzekeringen, beleggingen. Terwijl de Britten nog steeds graag geloven in de Britse wereldheerschappij in het koloniale tijdperk, is dat al lang niet meer zo. Alleen in de financiële dienstverlening zijn ze nog ‘leading’, voor nagenoeg al het andere zijn ze afhankelijk van Europa, de Verenigde Staten en lage lonenlanden als India en Zuid-Afrika. Het Verenigd Koninkrijk stelt daarmee vooral een voorbeeld dat andere landen beter niet kunnen volgen. Hetzelfde geldt voor het onderwijssysteem.

10.

Links

Naar de Britse nationale radio luisteren | Het nationale volkslied beluisteren op Youtube | Het laatste nieuws uit het Verenigd Koninkrijk lezen | Op reis naar het Verenigd Koninkrijk | Verenigd Koninkrijk op Wikipedia