Toespraak president Europese Rekenkamer bij overhandigen jaarverslag 2008 aan Europees Parlement
Figures and graphics available in PDF and WORD PROCESSED
ECA/09/69
Brussel, 10 november 2009
ONTWERPREDE VAN DE HEER CALDEIRA,
PRESIDENT VAN DE EUROPESE REKENKAMER
*******
PRESENTATIE VAN HET JAARVERSLAG 2008 AAN DE COMMISSIE BEGROTINGSCONTROLE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Alleen de uitgesproken versie geldt.
Mijnheer de Voorzitter, Geachte leden, Dames en heren,
Het is mij een eer, bij deze gelegenheid uw commissie vandaag het Jaarverslag van de Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begroting te kunnen presenteren, alsmede het Jaarverslag over de Europese Ontwikkelingsfondsen over het begrotingsjaar 2008.
Dit is voor mij de eerste gelegenheid sinds de verkiezingen o m officieel het woord tot deze commissie te richten en om haar nieuwe leden te ontmoeten. Ik zou dan ook graag de gelegenheid te baat nemen om alle leden van de commissie te feliciteren met hun recente verkiezing, en u, mijnheer Magistris, met uw benoeming tot voorzitter.
De context waarin het jaarverslag van dit jaar is opgesteld, verschilt van die van voorgaande jaren . Het jaar 2008 zal nog lange tijd in herinnering blijven door de gebeurtenissen die de wereldwijde financiële en economische crisis inluidden die nog steeds aanzienlijke gevolgen heeft voor alle lidstaten en de EU-begroting.
In dit verband is voor de verslagen en adviezen van de Rekenkamer een steeds belangrijker rol weggelegd. Niet in de laatste plaats in die zin dat daarin wordt gewezen op de aanhoudende problemen met het financieel beheer, de inspanningen die worden gedaan om deze te verhelpen en de uitdagingen die blijven bestaan. Ik kom aan het eind van mijn rede nog te spreken over deze bredere thema’s, nadat ik de kernboodschap in het jaarverslag van dit jaar heb gepresenteerd.
Kort gezegd bevat het jaarverslag van dit jaar vier hoofdboodschappen. Allereerst zijn de EU-rekeningen voor het tweede opeenvolgende jaar betrouwbaar. Ten tweede daalde het niveau van de onregelmatigheden de afgelopen jaren, hoofdzakelijk dankzij de verbeteringen in het begrotingsbeheer, maar op sommige terreinen is het bedrag aan onregelmatige betalingen nog steeds te hoog, met name wat Cohesie betreft. Ten derde blijven de aanbevelingen van de Rekenkamer uit voorgaande jaren over de wijze waarop de systemen dienen te worden verbeterd, gelden. Ten slotte blijft vereenvoudiging een prioriteit, die echter zorgvuldig moet worden gehanteerd.
Staat u mij toe kort in te gaan op elk van deze boodschappen. Allereerst is er de betrouwbaarheid van de rekeningen .
Voor het tweede opeenvolgende jaar geeft de Rekenkamer een goedkeurende verklaring af inzake de rekeningen . Zij concludeert dat de rekeningen op alle materiële punten een getrouw beeld geven van de financiële situatie van de Europese Gemeenschappen per 31 december 2008 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar .
Dit betekent niet dat de rekeningen perfect in orde zijn of dat de systemen die deze genereren nooit fouten maken. De Rekenkamer benadrukt zelfs dat de boekhoudsystemen van een aantal DG’s van de Commissie gebreken vertonen die een risico vormen voor de kwaliteit van de financiële informatie. Hoewel deze niet hebben geleid tot materiële fouten in de cijfers die in de definitieve rekeningen over 2008 zijn vermeld, dient de Commissie de nodige aandacht te besteden aan de kwesties die de Rekenkamer aan de orde stelt.
Ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen is de tweede kernboodschap van de jaarverslagen de volgende:
Het niveau van de onregelmatigheden is de afgelopen jaren over het geheel genomen gedaald , dankzij de verbeteringen in het begrotingsbeheer, maar het is op bepaalde terreinen nog steeds te hoog.
Evenals in voorgaande jaren geeft de Rekenkamer over 2008 een goedkeurende verklaring af voor de Ontvangsten en de vastleggingen . De betalingen blijven wel een gemengd beeld geven, al zijn er van jaar tot jaar veranderingen opgetreden.
De Rekenkamer geeft goedkeurende verklaringen af voor de uitgaven aan Onderwijs en burgerschap en voor de Administratieve en andere uitgaven . Op deze terreinen schat de Rekenkamer het foutenpercentage op minder dan 2 %. Voor Onderwijs en burgerschap houdt dit grotendeels verband met het grote aandeel van de voorschotten in 2008 waaraan weinig voorwaarden zijn verbonden, en die bijgevolg naar verhouding minder fouten vertonen dan de tussentijdse en definitieve betalingen. De systemen op dit terrein worden echter nog steeds slechts deels doeltreffend bevonden. Over de systemen voor Administratieve uitgaven anderzijds werd geoordeeld dat deze waren ingevoerd overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement, zoals de voorgaande jaren het geval was.
Vo or Landbouw en natuurlijke hulpbronnen geeft de Rekenkamer voor het eerst een verklaring met voorbehoud af en concludeert zij dat de betalingen, met uitzondering van die voor Plattelandsontwikkeling, in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn. Voor het eerst schat de Rekenkamer dat het algehele foutenpercentage voor deze beleidsgroep onder de 2 % ligt, een daling ten opzichte van voorgaande jaren. Het geschatte foutenpercentage voor het deel van de uitgaven dat betrekking heeft op Plattelandsontwikkeling blijft echter hoger dan 2 %, hoewel het lager ligt dan in voorgaande jaren. Gebreken in de toezicht- en controlesystemen met betrekking tot Plattelandsontwikkeling droegen er in belangrijke mate toe bij dat de Rekenkamer de systemen met betrekking tot Landbouw en natuurlijke hulpbronnen over het geheel genomen slechts deels doeltreffend bevond, ondanks het feit dat zij het GBCS doeltreffend achtte in het beperken van het risico op onregelmatige uitgaven.
Ook geeft de Rekenkamer een verklaring met voorbehoud af voor de beleids groep Economische en financiële zaken vanwege fouten die werden aangetroffen in verrichtingen met betrekking tot het Zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ten aanzien van de beleids groepen Cohesie , Onderzoek, energie en vervoer en Externe steun, ontwikkeling en uitbreiding blijft de Rekenkamer afkeurende verklaringen afgeven waarin wordt geconcludeerd dat deze materiële fouten bevatten, zij het in verschillende mate.
Cohesi e - de op één na grootste beleidsgroep die bijna eenderde van de begroting in beslag neemt - blijft het terrein dat de meeste fouten vertoont: de Rekenkamer schat dat ten minste 11 % van het vergoede totaalbedrag niet had mogen worden terugbetaald.
Evenals in voorgaande jaren hebben de door de Rekenkamer aangetroffen fouten betrekking op tussentijdse en saldobetalingen voor projecten op het gebied van Cohesie over de periode 2000 - 2006. Een groot deel van het geschatte foutenpercentage heeft betrekking op subsidiabiliteitsfouten (bijv. projecten die niet aan de specifieke financieringsvoorwaarden voldeden) en ernstige verzuimen om de regels inzake de plaatsing van o verheidsopdrachten na te leven.
In het verleden reageerde de Commissie door te stellen dat de correctie- en terugvorderingsmechanismen ervoor zouden zorgen dat de impact van de fouten die de Rekenkamer opspoort bij betalingen, werd beperkt. De Commissie is echter niet in staat dit aan te tonen omdat zij niet beschikt over volledige en betrouwbare informatie betreffende de financiële correcties van alle lidstaten, en omdat het nog te vroeg is om de impact te meten van de huidige acties ter versterking van de toezichthoudende rol van de Commissie in het kader van het gedeeld beheer van structurele acties.
Bovendien heeft de Rekenkamer gevallen aangetroffen van niet-subsidiabele uitgaven die lidstaten vervingen door nieuwe uitgaven die vanwege ontoereikende controle vooraf evenmin subsidiabel waren. In het verslag wordt een voorbeeld gegeven van een beheersautoriteit die een door de Commissie geweigerd EFRO-project vervangt door een project met 5,7 miljoen aan gedeclareerde uitgaven die evenmin subsidiabel waren omdat bekend was dat het project zijn doelstellingen niet zou halen. Het project had betrekking op de bouw van watertorens bij een leiding die niet werd gebruikt omdat het lokale stuwmeer waarop zij aangesloten was nooit met water gevuld werd.
Ten aanzien van Cohesie bestaan nagenoeg alle betalingen voor de periode 2007-2013 uit voorschotten waarvoor betrekkelijk weinig voorwaarden gelden. Het is daarom te vroeg om te beoordelen of veranderingen in de regels of toezicht- en controlesystemen voor de periode 2007-2013 een positief effect hebben gehad bij het terugbrengen van het foutenniveau voor tussentijdse en saldobetalingen. De Rekenkamer is echter bezorgd over de vertragingen bij het goedkeuren van systeembeschrijvingen, conformiteitsbeoordelingen en auditstrategieën van de lidstaten, omdat zij de begrotingsuitvoering hebben afgeremd en het foutenrisico in de beginfase zouden kunnen vergroten.
Hoewel de beleidsgroep Onderzoek, energie en vervoer nog altijd een materieel foutenniveau vertoont, concludeert de Rekenkamer dat de door de Commissie genomen corrigerende maatregelen hebben bijgedragen tot een verlaging van het foutenpercentage. Evenals in voorgaande jaren hadden de aangetroffen fouten voornamelijk betrekking op de vergoeding van niet-subsidiabele personeels- en indirecte kosten voor KP6-onderzoeksprojecten. Eén oorzaak van de fouten is de ingewikkelde regelgeving met een groot aantal subsidiabiliteitscriteria, waaronder de eis, aan te tonen dat de kosten reëel zijn en noodzakelijk voor de uitvoering van het project.
De Rekenkamer is van oordeel dat de bestaande controlesystemen slechts deels doeltreffend zijn. Zo moeten d e door de begunstigden ter vergoeding ingediende kostendeclaraties vergezeld gaan van een door een onafhankelijke auditor afgegeven controlecertificaat . Maar in bijna de helft van de gevallen waarin de Rekenkamer fouten in de kostendeclaraties constateerde, waren deze gecertificeerd zonder beperkingen. Hoewel het bereik van de controles achteraf door de Commissie aanzienlijk was uitgebreid, was er eind 2008 nog slechts een klein aantal invorderingen ingeleid en was er nog geen enkele sanctie opgelegd.
Ten aanzien van de beleidsgroep Externe steun, ontwikkeling en uitbreiding concludeert de Rekenkamer dat de betalingen fouten van materieel belang bevatten. Evenals in voorgaande jaren trof de Rekenkamer gevallen aan van niet-subsidiabele uitgaven, een gebrek aan bewijsstukken en onregelmatigheden in de aanbestedingsprocedures. De door de verantwoordelijke DG’s gebruikte systemen werden nog altijd slechts deels doeltreffend bevonden, zij het om verschillende redenen. Er worden nog steeds gebreken aangetroffen op het niveau van de uitvoerende instanties en op dat van de delegaties, meer dan bij de hoofdkantoren voor externe steun en ontwikkelingshulp, die eveneens uit het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd. De op andere terreinen geconstateerde tekortkomingen hadden voornamelijk betrekking op aspecten van de controle achteraf en de interne controle.
Over het geheel genomen lijken de foutenpercentages af te nemen vanwege verbeteringen in het begrotingsbeheer, maar de regelgeving blijft complex en in een aantal controlesystemen duren de problemen voort.
De vraag is hoe het niveau van onregelmatige betalingen verder verlaagd kan worden. Het antwoord van de Rekenkamer is tweeërlei: het verder verbeteren van de doeltreffendheid van de toezicht- en controlesystemen, en - indien gepast - de regels en voorschriften vereenvoudigen.
Dit brengt mij bij de derde kernboodschap van dit jaarverslag, betreffende het verbeteren van de doeltreffendheid van de toezicht- en controlesystemen .
De aanbevelingen van de Rekenkamer uit voorgaande jaren ter verbetering van de systemen blijven van kracht. Ze moeten worden gezien als onderdeel van een doorlopend proces waarin de betrokken maatregelen pas na enige tijd doeltreffend kunnen worden geacht.
De prioriteit dient te liggen bij het ver helpen van de specifieke gebreken die de Rekenkamer heeft aangetroffen op de gebieden waar de meeste problemen zijn geconstateerd, en waarvan ik een groot aantal zojuist heb opgesomd. Met het oog op de afsluiting van de programmeringsperiode 2000-2006 dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan het verder verbeteren van de mechanismen die bedoeld zijn om fouten te corrigeren met gebruikmaking van financiële correcties en terugvorderingen.
Daarbij zou de Commissie, ondanks de aanzienlijke vooruitgang bij het verbeteren van haar toezicht op de EU-bestedingen in de voorbije jaren, nog meer kunnen doen.
De Rekenkamer beveelt de Commissie aan zich te blijven inspannen voor het waarborgen en aantonen van de doeltreffendheid van de toezicht- en controlesystemen van haar directoraten-generaal. Er is nog ruimte voor verbetering in de consistentie van de beoordelingen van de toezicht- en controlesystemen die worden weergegeven in de jaarlijkse activiteitenverslagen en verklaringen, voor een betere presentatie van de daarin gemaakte punten van voorbehoud, en tevens voor kwaliteitsverbetering van de beschikbare informatie over financiële correcties en invorderingen.
De Commissie dient er voorts naar te blijven streven zekerheid te verkrijgen uit de jaarlijkse overzichten en verklaringen vooraf van alle lidstaten, en uit vrijwillige initiatieven van een aantal lidstaten - in de vorm van nationale verklaringen - of van hoge controle-instanties.
Tevens dient de Commissie toezicht te blijven uitoefenen op de impact van de maatregelen uit het actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader inzake foutenpercentages, financiële correcties en invorderingen om zo te garanderen dat de ondernomen acties daadwerkelijk doeltreffender toezicht- en controlesystemen opleveren.
De Commissie dient haar onderzoek naar de kosten en baten van de controles op de verschillende beleidsterreinen te voltooien. Dit zal helpen om vast te stellen waar meer kan worden bereikt met de huidige controle-uitgaven, en te bepalen in welke gevallen een juiste balans tussen kosten en baten van controles niet mogelijk is en waar het derhalve gepast zou zijn om een herziening te overwegen van de betrokken programma's of regelingen.
In verband met dergelijke herzieningen dienen de wetgevende autoriteiten en de Commissie te bezien hoe controlesystemen geherdefinieerd kunnen worden op het punt van de output en niet zozeer de input. Met andere woorden: in plaats van het bepalen van het aantal controles dat dient te worden uitgevoerd, zou de doelstelling moeten zijn om vast te stellen welk niveau van restrisico op onregelmatigheid door het systeem moet worden gerealiseerd, bijv. een aanvaardbaar foutenrisico.
De verlaging van het niveau van onregelmatigheden die kan worden bereikt door de verbetering van de doeltreffendheid van toezicht- en cont rolesystemen is echter beperkt
Dit brengt mij bij de laatste kernboodschap van het jaarverslag over de nog steeds bestaande noodzaak om te vereenvoudigen .
Op veel van de gebieden waar de Rekenkamer een hoog foutenpercentage blijft melden, zijn de fouten het gevolg van te ingewikkelde regels en regelgeving. Vereenvoudiging blijft dus een prioriteit.
Zoals de Rekenkamer in haar betrouwbaarheidsverklaring benadrukt, zijn de gebieden waarop de Rekenkamer te hoge foutenpercentages constateert die met ingewikkelde of onduidelijke wettelijke voorschriften (zoals subsidiabiliteitsregels). Dit betekent dat voorrang moet worden verleend aan vereenvoudiging op deze gebieden.
D e Rekenkamer heeft in het verleden vaak benadrukt dat goed ontworpen regels en regelgeving die eenvoudig kunnen worden geïnterpreteerd en toegepast, het risico op fouten verlagen en zorgen voor gestroomlijnde, kosteneffectieve controleregelingen.
Een voorbeeld van een terrein waarop serieuze inspanningen zijn gedaan om uitgavenregelingen te vereenvoudigen is landbouw, het voornaamste terrein waarop de Rekenkamer verbetering constateerde.
Maar vereenvoudiging moet zorgvuldig worden toegepast .
De regels voor de wijze van besteding van het geld vormen een essentieel instrument om de uitgaven te richten op het realiseren van beleidsdoelstellingen. Er moet dus goed worden opgelet bij het vereenvoudigen van de subsidiabiliteitsregels om te voorkomen dat de uitgaven minder goed gericht worden.
Er moet ook voor worden gewaakt dat vereenvoudiging van betalingsvoorwaarden die in de eerste plaats is gericht op vermindering van de administratieve lasten, kosten voor begunstigden of vertragingen bij de besteding van middelen, niet onbedoeld leidt tot een verhoging van het risico dat onregelmatige betalingen worden gedaan.
Zo kan het simpelweg versoepelen van de voorwaarden voor de betaling van voorschotten en het verhogen van het aandeel van de middelen die op deze wijze worden betaald, het risico van misbruik van middelen vergroten, tenzij de betrokken toezicht- en controlesystemen doeltreffend zijn.
Mijnheer de Voorzitter, Geachte leden,
Ik heb u de kernboodschap van het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting 2008 gepresenteerd.
Het jaarverslag is uiteraard een hoofdproduct van de Rekenkamer. Maar zoals uw commissie weet, is het niet het enige. Deze week zal de Rekenkamer ook de specifieke jaarverslagen over de EU-agentschappen en andere organen publiceren. Daarnaast heeft de Rekenkamer sinds de laatste kwijtingsprocedure al 15 speciale verslagen uitgebracht over onderwerpen die variëren van EU-voedselhulp voor behoeftigen tot het beheer van de kasmiddelen door de Commissie.
In deze verslagen wordt gewezen op uitdagingen ter verbetering van het financieel beheer van de EU die verder gaan dan het doel, het niveau van onregelmatige betalingen in de begroting verder te verlagen, en worden kwesties naar voren gebracht met betrekking tot de bredere aspecten van beleidsopzet.
Om u twee van de recentste voorbeelden te geven: het speciaal verslag van de Rekenkamer over de instrumenten voor het beheer van de markt voor melk en zuivelproducten geeft een voorbeeld van een geval waarin de beleidsinstrumenten soms niet toereikend zijn om de brede en enigszins tegenstrijdige beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, en het verslag over topnetwerken en geïntegreerde projecten in het communautaire onderzoeksbeleid laat zien welke problemen ontstaan wanneer er geen duidelijke interventielogica of prestatie-indicatoren voor een uitgavenprogramma bestaan.
De Commissie moet de nodige aandacht schenken aan de boodschappen van de Rekenkamer in haar jaar- en speciale verslagen bij de voorbereiding van voorstellen voor een herziening van het Financieel Reglement, een nieuw financieel kader en een hervormde begroting.
De Rekenkamer is voornemens, met het oog hierop een openbaar document uit te brengen waarin de hoofdboodschappen van recente verslagen zijn samengebracht om de Commissie en het Parlement verder bij te staan in hun inspanningen om het financieel beheer van de EU te verbeteren. In het stuk zal worden aangegeven waar de Rekenkamer de meeste mogelijkheden heeft geconstateerd om onregelmatigheden verder te verminderen en het financieel beheer te verbeteren.
Het Verdrag van Lissabon houdt ook veranderingen in de werking van de EU in, die de respectieve rollen en verantwoordelijkheden van de Commissie en het Parlement bij het beheer van en het onderzoek naar de besteding van EU-middelen betreffen. Deze veranderingen zullen belangrijke implicaties voor het werk van de Rekenkamer hebben en dienen om de verantwoording en transparantie te versterken, waardoor zij bijdragen tot de versterking van het vertrouwen van burgers in de EU-instellingen.
Mijnheer de Voorzitter, Geachte leden,
Dit is een belangrijk moment van vernieuwing voor de EU en een uitgelezen kans voor hervorming. Met de recente Europese verkiezingen hebben wij een nieuw Parlement met een nieuwe voorzitter gekregen. Na de verlenging van het Commissievoorzitterschap van de heer Barroso zal ook snel een nieuwe Commissie worden benoemd. Ten tijde van vernieuwing en hervorming is het echter belangrijk om de lessen uit het verleden in herinnering te houden. Ik meen dat de Rekenkamer een essentiële rol speelt door te voorzien in verslagen en adviezen waarin niet alleen bestaande problemen worden geïdentificeerd, maar ook aanbevelingen worden gedaan over de vraag hoe de besteding van EU-middelen in de toekomst kan worden verbeterd. De Rekenkamer kijkt dan ook uit naar voortzetting van de samenwerking met haar partnerinstellingen om de huidige mogelijkheden om het financieel beheer van de EU verder te verbeteren, zo goed mogelijk te benutten.
Ik dank u voor uw aandacht.