Naar een koolstofarme economie: de rol van de vakbonden

Met dank overgenomen van Belgisch voorzitterschap Europese Unie 2e helft 2010 i, gepubliceerd op vrijdag 26 november 2010.

In het kader van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie i vond in het Bois du Cazier te Charleroi op 24 en 25 november een tweedaagse workshop plaats over de rol van de vakbonden op weg naar een koolstofarme samenleving en op het vlak van milieusensibilisering.

De klimaatverandering en de nieuwe CO2-thematiek hebben niet alleen een invloed op de levensomstandigheden van de werknemers en de productie- en consumptiegewoonten, maar ook op de arbeidskwaliteit en -omstandigheden.

De maatregelen om de klimaatverandering te bestrijden leiden tot belangrijke veranderingen in de arbeidswereld en leveren kansen maar ook uitdagingen voor werknemers en vakbonden.

Deze laatste krijgen er een nieuwe rol bij: ze moeten bijdragen tot een sociaal rechtvaardige overgang naar een koolstofarme economie.

Ze moeten zich daartoe verder kunnen engageren om deze uitdaging aan te gaan, boven op hun ervaring op het gebied van milieusensibilisering en opleiding van de werknemers.

De conferentie had tot doel, pistes aan te reiken en bij te dragen tot het vinden van concrete en structurele oplossingen en antwoorden rond twee grote thema’s:

1° Hoe moet het concept van rechtvaardige overgang operationeel worden gemaakt?

De dagelijkse werkinstrumenten van vakbondsorganisaties bestaan uit opleiding, opvoeding en sensibilisering van werknemers en hun vertegenwoordigers. Het betreft hier noodzakelijke maar ontoereikende condities om werk te maken van een sociaal rechtvaardige overgang naar een koolstofarme economie.

Deze workshop heeft het mogelijk gemaakt een stand van zaken op te maken van de huidige instrumenten en hefbomen die moeten worden ingezet om die rechtvaardige overgang te garanderen en veilig te stellen, in het bijzonder op Europees niveau.

De sociale overlegmodellen en de impact van de klimaatverandering op de werkgelegenheid dienden als uitgangspunt om te komen tot een Europees model voor een rechtvaardige overgang.

2° Welke rollen moeten de vakbondsorganisaties spelen bij de milieusensibilisering van werknemers en hun vertegenwoordigers? Hoe kunnen de goede praktijken die in België en de lidstaten bestaan worden gepromoot?

De sprekers die het woord namen behoorden tot de internationale arbeidsorganisaties (ILO i), de Europese Commissie i (Directoraat-generaal i Werkgelegenheid), het Europees Verbond van Vakverenigingen i, het Internationaal Vakverbond en de academische wereld.

Het publiek bestond voornamelijk uit vakbondsafgevaardigden en -leiders en deze kwamen dikwijls aan het woord. Ze formuleerden praktische overwegingen over de beste manier om de sociale gesprekspartners bij deze kwesties te betrekken.

Na de debatten werden er een aantal aanbevelingen voorgesteld. Er moet werk worden gemaakt van de versterking van de verbanden, van de integratie en de coherentie in het kader van de EU strategie 2020, en dat in de geest van de duurzame ontwikkeling. In het recente flagshipdocument "Nieuwe kwalificaties, nieuwe jobs" die uit deze strategie naar voor komt, zou het concept van de groene tewerkstelling, dat relatief sterk aanwezig is, moeten worden aangevuld met de notie van "waardige tewerkstelling" die in dit document ontbreekt, en meer algemeen gezien ook met de sociale dimensie.

De concrete instrumenten omvatten onder meer de promotie van eco-innovatie via de sectorale technologische platformen (van de staalindustrie, de automobielsector, …) en die zou moeten bijdragen tot de versterking van het onderzoek en de ontwikkeling in het rechtvaardige transitieproces. Impactstudies met een belangrijkere sociale dimensie zouden moeten bijdragen tot de herziening en bijsturing van de planning als transitie-instrument.

Er werd uitvoerig aandacht besteed aan de anticipering op de gevolgen van de overgang, met inbegrip van de aandacht die moet uitgaan naar de herstructureringskwestie en de sociale dialoog die daarmee moet gepaard gaan.

Wat de te mobiliseren begrotingsmiddelen betreft werd er een taks op financiële transacties voorgesteld, alsook de introductie van sociale criteria als toegangsvoorwaarde tot sommige Europese financiële middelen.

Er werd tevens op gewezen dat de overgang niet enkel betrekking heeft op de industriële sector, maar ook op de non-profit sector en openbare diensten, waarbij deze laatste sleutelactoren moeten zijn in het overgangsproces.

Deze workshop wat tot slot de gelegenheid om eraan te herinneren dat de reflectie het hele jaar 2010 lang werd gevoed door de werkzaamheden van de intersyndicale netwerken voor milieusensibilisering. Zo organiseerde het Waalse netwerk (RISE) in juni van dit jaar een colloquium “Emploi-environnement: Justice Sociale” (Werk-milieu: sociale rechtvaardigheid) en is het Brusselse netwerk (Brise) bezig met de voorbereiding van zijn 5e forum, dat plaatsvindt op 13 december, met als thema: “Een rechtvaardige economische overgang voor Brussel?”