Geen akkoord over één vergunning voor verblijven en werken in de EU
Het EP heeft vandaag geen akkoord bereikt over ontwerpwetgeving, die de invoering van één enkele aanvraagprocedure voor een verblijfs- en werkvergunning tot doel had. De nieuwe procedure zou het voor legale immigranten in de EU i makkelijker moeten hebben maken om een verblijfs- en werkvergunning te krijgen en om dezelfde rechten als onderdanen te genieten, wat beloning, arbeidsomstandigheden en sociale zekerheid betreft. Dat zou ook uitbuiting van buitenlandse arbeiders moeilijker gemaakt hebben.
Nadat een serie amendementen waren aangenomen besloot een meerderheid van het EP dat ze om uiteenlopende redenen het eindresultaat niet meer konden steunen. Het gewijzigde voorstel werd verworpen (met 306 stemmen voor, 350 tegen en 25 onthoudingen). Daarom zal het bestaande voorstel naar de parlementaire commissies voor burgerlijke vrijheid en werkgelegenheid worden terug gestuurd
De richtlijn, die hoort bij de zogenaamde 'bluecard' om hoogopgeleide immigranten aan te trekken, is bedoeld om legale immigratie daar te ondersteunen waar de Europese arbeidsmarkt dat nodig heeft. Het doel is om de administratieve procedure voor legale immigranten uit derde landen vergemakkelijken door ze in staat te stellen om werk- en verblijfsvergunningen te verkrijgen met behulp van één enkele procedure via een "één-loket-systeem" en om legale immigranten die legaal verblijven en werken in een EU lidstaat op een aantal vlakken dezelfde rechten als onderdanen te laten genieten.
De belangrijkste punten van discussie tussen de politieke fracties waren de reikwijdte van de wetgeving, gelijke behandeling van onderdanen uit derde landen en EU burgers en de mogelijkheid van lidstaten om additionele documenten aan de vergunning toe te voegen.
De richtlijn zou niet van toepassing zijn op onderdanen uit derde landen die een lange termijn verblijfsstatus bezitten, seizoenarbeiders, gedetacheerde werknemers, transfers binnen bedrijven of vluchtelingen.
Een meerderheid van de Europarlementariërs i, onder leiding van rapporteur Véronique MATHIEU (EPP i, FR), de parlementariër die de wetgeving door het parlement voert, was van mening dat op vluchtelingen en inwoners voor de lange termijn al EU-wetgeving van toepassing is en dat voor de drie laatste categorieën specifieke EU-richtlijnen nodig zijn. De S&D i fractie wilde graag seizoenarbeiders en transfers binnen bedrijven of vluchtelingen toevoegen om te voorkomen dat tweederangs arbeidskrachten zouden ontstaan.
Het wetsvoorstel voorziet ook in de gelijke behandeling van werknemers uit derde landen op het gebied van arbeidsvoorwaarden (zoals de toegang tot sociale zekerheid, opleiding en trainingen) maar volgens de aangepaste tekst zijn lidstaten bevoegd om een aantal van deze rechten te beperken.
Een van de amendementen betrof de mogelijk voor lidstaten om additionele documenten aan de vergunning toe te voegen. Toen deze aanpassing werd opgenomen, stemde de ALDE fractie tegen het uiteindelijke resultaat.
Rapporteur Mathieu gaf na de stemming aan teleurgesteld te zijn, dat na een jaar van onderhandelingen er nu geen wetgeving is die zorgt voor gelijke behandeling van inwoners uit derde landen die werkzaam zijn in de EU.
Samenvatting van het debat voor de stemming
Voor de stemming zei rapporteur Mathieu: " Deze wetgeving zorgt voor een betere coördinatie van migratiestromen. De wet streeft ernaar om de verschillen tussen lidstaten op te heffen op het gebied van werk- en verblijfprocedures en de toegang tot rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in de EU werkzaam zijn. "
"Gelijke behandeling is de sleutel voor elk immigratiebeleid. Deze richtlijn is niet voldoende omdat het mensen uitsluit die bescherming nodig hebben zoals korte termijn werknemers en seizoenarbeiders", bepleitte EMPL rapporteur Alejandro CERCAS (S&D, ES). Dit punt werd bevestigd door Vilija BLINKEVICIUTE (S&D, LT), die zei: "We kunnen geen categorie van tweederangs werknemers creëren in de EU"
Ria OOMEN-RUIJTEN i ( EPP i , NL) reageerde door aan te geven dat de rechten van hen die buiten de richtlijn vallen "hun rechten beschermd zien in andere EU-richtlijnen".
Voor de liberalen sprak Sophia in 't VELD i (ALDE, NL) die zei dat haar fractie "tot een overeenstemming bij de eerste lezing wil komen. Hoe veel vooruitgang hebben we geboekt voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid sinds de Tampere Raad?". Ze maakte ook duidelijk dat de ALDE fractie elk uiteindelijk resultaat zou wegstemmen wanneer de mogelijkheid voor lidstaten om additionele documenten te eisen, overeind zou blijven.
Jean LAMBERT (GREENS/EFA i, UK) zei dat haar groep "de rechten van werknemers uit derde landen niet beperkt wil zien worden". Terwijl Patrick LE HYARIC (GUE/NGL i, FR), verkondigde dat deze regel "concurrentie tussen EU-werknemers en werknemers uit derde landen zal creëren en tussen verschillende categorieën migranten. Het zal verschillen in de status en categorieën van werknemers creëren."
"Het goede aspect is de vereenvoudiging van procedures. Echter, we moeten er eerst voor zorgen dat onze eigen inwoners banen krijgen", verkondigde Mara BIZZOTTO (EFD, IT). " Mijn fractie is tegen elke vorm van een gemeenschappelijk Europees migratiebeleid. Eén enkele aanvraagprocedure maakt het makkelijker voor mensen om de EU binnen te komen", zei Daniël van der STOEP i (NA, NL).