Europese Rekenkamer: Garantiefaciliteit voor mkb kan doeltreffender gebruikt worden
Het midden- en kleinbedrijf (mkb) vertegenwoordigt 99 % van alle ondernemingen en is goed voor 75 miljoen banen in de Europese Unie. Volgens de Waarnemingspost voor het Europese mkb vormt de toegang tot financiering een probleem voor het mkb in Europa. De publieke sector speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van de mkb-sector, met name wat betreft de verstrekking van passende financiering. De mkb-garantiefaciliteit is een door het Europees Investeringsfonds beheerd financieringsinstrument dat garanties of tegengaranties verstrekt aan financiële intermediairs voor de leningen die financiële instellingen aan het mkb hebben verstrekt, om zo het aanbod van schuldfinanciering voor mkb-ondernemingen te vergroten.
De Europese Rekenkamer (ERK) heeft de resultaten gepubliceerd van haar controle inzake de doeltreffendheid van de mkb-garantiefaciliteit ten aanzien van de opzet en planning, het beheer van haar activiteiten en de verwezenlijking van haar doelstellingen.
De Rekenkamer constateerde dat de doelstellingen van de huidige mkb-garantiefaciliteit nauwkeuriger zijn dan bij de voorgaande programma’s met betrekking tot de verwachte output. Het kader voor het beheer van de dagelijkse activiteiten werd geschikt geacht, maar omvatte geen puntennormering en er werden geen minimale vereisten gesteld voor de selectie van financiële intermediairs. De verslagleggingsvereisten waren bevredigend, hoewel zij beperkt blijven tot toezicht op de output in plaats van de resultaten en impact van de maatregel. De ERK concludeerde dat ten minste eenderde van de leningen werd verstrekt aan bedrijven uit het mkb die de vereiste financiering ook zonder overheidssteun zouden hebben verkregen, en slechts 12 % werd verstrekt aan mkb-bedrijven voor innovatieve investeringen. Voorts werd de EU-meerwaarde van de faciliteit niet duidelijk aangetoond.
Op basis van haar bevindingen deed de ERK een aantal aanbevelingen zoals die dat de Commissie in de toekomst meer specifieke kwantificeerbare streefdoelen dient te bepalen teneinde toezicht op de verwezenlijking van de doelstellingen van het financieel instrument te vereenvoudigen. De vooruitgang in de richting van de verwezenlijking van die doelstellingen tijdens de looptijd van het instrument dient te worden gemeten zodat, waar nodig, herstelmaatregelen genomen kunnen worden. Voorts dient er een puntensysteem te worden opgezet om de aanvragen te kunnen vergelijken. Er dienen passende maatregelen te worden genomen om zeker te stellen dat de EU-middelen op doeltreffender wijze kunnen worden toegewezen aan bedrijven binnen het mkb met levensvatbare projecten die anders niet zouden zijn gefinancierd.