AOW-leeftijd omhoog, maar wel op sociale manier

Met dank overgenomen van R.A. (Roos) Vermeij i, gepubliceerd op vrijdag 10 juni 2011.

De PvdA vindt het goed dat er een uiterste poging is gedaan om tot een pensioenakkoord te komen. We zijn het erover eens dat de AOW-leeftijd verhoogd moet worden, maar wel op een sociale manier. Voor de PvdA zijn twee zaken belangrijk: hoe maken we een gezonde goede arbeidsmarkt voor ouderen, zodat doorwerken ook kan, en hoe verdelen we de pijn eerlijk en kijken we extra naar mensen met een klein pensioen.

Het is een ingrijpend besluit voor alle Nederlanders, dus ik vind het logisch dat er veel discussie is. De verhoging van de AOW-leeftijd steunen wij al langer. Dat de verhoging in twee stappen plaatsvindt, namelijk tot 66 in 2020 en tot 67 in 2025, vinden wij ook een wenselijke manier. Mensen moeten de tijd krijgen om zich voor te bereiden op een verandering van deze omvang.

De PvdA vindt het daarnaast belangrijk dat voor wie dat nodig is, er alsnog een mogelijkheid bestaat om op je 65e met pensioen te kunnen gaan. We moeten daarbij vooral kijken naar de koopkracht en oog houden voor de positie van ouderen met lage inkomens. Een inkomensafhankelijke ouderenkorting en een overbruggingsuitkering voor hen die op late leeftijd werkloos of arbeidsongeschikt raken kunnen een uitkomst zijn voor ouderen die minder te besteden hebben of onvrijwillig niet meer kunnen werken.

De precieze inkomenseffecten moeten echter nog in beeld komen. De arbeidsparticipatie van ouderen is van groot belang; er moet wel werk zijn. Je kunt niet roepen dat ouderen aan het werk moeten als er onvoldoende banen zijn. Daarom is het goed dat de door de PvdA voorgestelde mobiliteitsbonus er komt.