Kabinet maakt aanpak overlast en uitbuiting van arbeidsmigranten onmogelijk

Met dank overgenomen van J.L. (Hans) Spekman i, gepubliceerd op maandag 9 april 2012.

Het ‘Meldpunt voor Midden- en Oost-Europeanen’ heeft nationaal en internationaal tot veel ontsteltenis geleid. Vele malen erger is dat de aanpak van de onderliggende problemen onmogelijk is door het kabinetsbeleid.

Lees het opiniestuk dat ik hierover schreef met Arjen Berkvens (directeur Alfred Mozer Stichting), Marnix Norder (wethouder Volkshuisvesting en Integratie Den Haag), Auke Blaauwbroek (wethouder Arbeidsmarkt en Integratie Tilburg en Freek Ossel (Wethouder Armoede, Wonen en Wijken Amsterdam).

Buitengewoon harde bezuinigingen op de Arbeidsinspectie zorgen er voor dat essentieel toezicht verdwijnt. Ondertussen zijn de oplossingen - net als de problemen - al jaren bekend. Wethouders door het hele land staan klaar om met deze oplossingen aan de slag te gaan, maar krijgen nauwelijks kans van slagen.

De komst van veel, welwillende arbeiders uit Midden- en Oost-Europa na de uitbreiding van de Europese Unie in 2005 heeft behoorlijke economische voordelen met zich meegebracht. Over het geheel genomen is er nauwelijks verdringing op de arbeidsmarkt waar te nemen - dit blijkt uit het rapport van de Kamercommissie ‘Lessen uit Tijdelijke Arbeidsmigratie’. Desondanks loopt men in een aantal sectoren wel degelijk tegen problemen aan. In deze sectoren, waaronder de land- en tuinbouwsector en de bouw, worden de problemen versterkt door malafide constructies zoals schijnzelfstandigheid van werknemers. Deze problemen zijn reëel en moeten worden aangepakt. Het beeld dat is ontstaan met de economische crisis, dat het openstellen van de grenzen helemaal nergens goed voor is geweest, gaat echter te ver.

De problemen die door het meldpunt worden blootgelegd zijn bovendien allesbehalve nieuw. Tijdens de Europa Landen Tour van de Alfred Mozer Stichting in 2008 en 2009 kwamen in gesprekken door het hele land dezelfde onderwerpen - angst voor verdringing, overlast - veelvuldig naar voren. Het echte probleem hier zit in de onderliggende oorzaak: het ontbrekende toezicht op de arbeidsomstandigheden van werknemers uit Midden- en Oost-Europa. Dit werkt slechte huisvesting, uitbuiting en illegale onderbetaling in de hand.

Sinds 2005 zijn er naar schatting 200.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa naar Nederland gekomen. Dit heeft een zware druk gelegd op de samenleving doordat Nederland er niet in is geslaagd deze toestroom in goede banen te leiden. Het meldpunt gaat echter niet verder dan een hoop stennis schoppen over symptomen, zonder oplossingen aan te dragen voor de oorzaken.

Deze oplossingen zijn echter al jaren bekend. Goed sociaal beleid. Geef de arbeidsinspectie meer middelen om te controleren op uitbuiting en zwart werk. Informeer werknemers uit nieuwe lidstaten duidelijk over hun arbeidsrechten via een actief voorlichtingsbeleid. Steun arbeidsmigranten die hun mond open doen ondanks de zekerheid dat ze hierdoor in één klap hun baan en hun onderdak kwijt zijn. Pak bedrijven die misbruik maken van de afhankelijke positie van arbeidsmigranten en die werken met malafide uitzendbureaus keihard aan. Spoor gemeenten aan om in overleg met woningcorporaties en werkgevers misstanden rondom huisvesting te voorkomen. Neem een voorbeeld aan Den Haag en motiveer werknemers die hier willen blijven om in te burgeren, ook al is daartoe geen wettelijke verplichting en moet de gemeente het uit haar eigen zak betalen. Herhaal een initiatief als de Polentop uit 2011 en kom tot bindende afspraken met alle belanghebbenden. Op deze manier kunnen de negatieve gevolgen van open grenzen worden aangepakt en ontstaat ruimte voor een positieve blik.

Het kabinet doet hier weinig aan, zoveel is duidelijk. Het inburgeringsbudget is geschrapt, waardoor Midden- en Oost-Europeanen die wíllen integreren geen kans krijgen. Daarbij wil het kabinet werkloze arbeidsmigranten uit andere lidstaten simpelweg verplichten al na drie maanden terug te keren naar het land van herkomst. Ondanks dat dit in strijd is met Europese wetgeving. Bovendien neemt het tot die tijd geen specifieke maatregelen in de sectoren waar een groter risico bestaat op problemen. Sterker nog, het werkt de noodzakelijke intensivering van inspecties tegen door fors te bezuinigen op de Arbeidsinspectie. Zoveel, dat de Arbeidsinspectie overweegt een klacht in te dienen bij de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in Genève. De misstanden in de arbeidsomstandigheden van Midden- en Oost-Europeanen schreeuwen namelijk om méér, en verscherpte controles. De arbeidsmigranten zijn slecht op de hoogte van hun rechten en dus volledig afhankelijk van het toezicht dat het kabinet wegbezuinigt.

Wanneer er, als gevolg van de misstanden, overlast ontstaat en bewoners zich hierover beklagen moeten zij niet worden weggezet als ‘racisten en zeurpieten’. Neem deze klachten serieus, maar los ze op door in te gaan op de onderliggende problemen. Actie tegen slechte arbeidsomstandigheden en de daaruit voorvloeiende overlast moet de hoogste prioriteit krijgen. Of het nu om Polen, Marokkanen of Nederlanders gaat.

Kirsten Meijer (Internationaal Secretaris PvdA)

Arjen Berkvens (directeur Alfred Mozer Stichting)

Marnix Norder (wethouder Volkshuisvesting en Integratie Den Haag)

Auke Blaauwbroek (wethouder Arbeidsmarkt en Integratie Tilburg)

Freek Ossel (wethouder Armoede, Wonen en Wijken Amsterdam)