De EU-uitgaven voor hernieuwbare energie behoeven verbetering om optimaal bij te dragen aan de beleidsdoelstellingen, aldus de EU-controleurs
Noot voor de redactie
De speciale verslagen van de Europese Rekenkamer (ERK) worden gepubliceerd gedurende het hele jaar en geven de resultaten weer van geselecteerde controles van specifieke EU-begrotingsterreinen of beheersthema’s.
In dit speciaal verslag (nr. 6/2014) met de titel “Heeft de steun met middelen voor cohesiebeleid voor opwekking van hernieuwbare energie goede resultaten opgeleverd?” werd beoordeeld of er goede resultaten zijn geboekt door de twee belangrijkste financieringsbronnen van de EU-uitgavenprogramma’s ter bevordering van hernieuwbare energie, met name het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds (middelen voor het cohesiebeleid).
De ERK constateerde dat de gecontroleerde projecten de geplande output opleverden en dat de meeste ervan bij hun selectie voldoende rijp waren en gereed voor uitvoering. Er waren geen belangrijke kostenoverschrijdingen of vertragingen bij de projecten en de HEB‑opwekkingscapaciteit werd volgens plan geïnstalleerd en was operationeel. De energieproductieresultaten werden echter niet altijd verwezenlijkt of werden niet behoorlijk gemeten. De totale kosteneffectiviteit van de steun uit de cohesiebeleidsmiddelen aan HEB-opwekkingsprojecten heeft slechts in beperkte mate bijgedragen tot de verwezenlijking van het EU‑HEB-streefcijfer voor 2020, doordat kosteneffectiviteit niet het leidende beginsel was bij de planning en uitvoering van de HEB-projecten en de middelen in het kader van het cohesiebeleid een beperkte EU-meerwaarde hadden.
De EU-controleurs bevelen aan dat:
-
-de Commissie ervoor zorgt dat in het toekomstige cohesiebeleid medegefinancierde HEB-programma’s zijn gebaseerd op het beginsel van kosteneffectiviteit, waarbij onder meer het buitenkanseffect wordt vermeden. De programma’s moeten worden gebaseerd op een goede behoefteanalyse, op prioritering van de meest kosteneffectieve technologieën (zonder onderscheid te maken tussen HEB-sectoren) en op een optimale bijdrage aan het EU-HEB-streefcijfer voor 2020. Er moeten adequate doelstellingen worden vastgesteld voor de HEB‑opwekking in verhouding tot de begroting, alsmede criteria voor de projectselectie, waarbij de nadruk ligt op de kosteneffectiviteit van de resultaten van de energieopwekking (om overcompensatie van projecten te voorkomen);
-
-de Commissie de totstandbrenging - door de lidstaten - van een stabiel en voorspelbaar regelgevingskader voor HEB in het algemeen bevordert, evenals vlottere procedures voor de integratie van HEB-elektriciteit in de netwerken; en
-
-de lidstaten, onder leiding van de Commissie, aan de projectcontext aangepaste minimumcriteria inzake kosteneffectiviteit vaststellen en toepassen. Zij moeten tevens de meerwaarde van de middelen van het cohesiebeleid verhogen door de tenuitvoerlegging van, het toezicht op en de evaluatie van de HEB-projecten te verbeteren en door een gegevensbestand aan te leggen met meetresultaten over energieopwekkingskosten in alle relevante HEB-sectoren.
Een kort video-interview met het voor het verslag verantwoordelijke lid van de ERK en met de controleteamleider is beschikbaar op: https://www.youtube.com/user/EUAuditorsECA