Vergelijkend overzicht van de artikelen inzake de begroting volgens het wetsontwerp, de voorstellen van de staatscommissie-cals/donner en de grondwet - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de begroting

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr. 5

Vergelijkend overzicht van de artikelen inzake de begroting volgens het wetsontwerp, de voorstellen van de Staatscommissie-Cals/Donner en de Grondwet.

Wetsontwerp

Staatscommissie

Grondwet

Artikel 5.2.7 1. De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk wordt bij de wet vastgesteld. 2. Jaarlijks worden voorstellen van algemene begrotingswetten vanwege de Koning ingediend op het in artikel 3.2.1 bedoelde tijdstip.

(Geen bepaling)

  • De verantwoording van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk wordt aan de Staten-Generaal gedaan overeenkomstig de bepalingen van de wet. De door de Algemene Rekenkamer onderzochte rekening wordt aan de Staten-Generaal overgelegd.
  • De wet stelt regels omtrent het beheer van de financiën van het Rijk. (Geen bepaling)

Artikel 78 1. De wetgeving tot vaststelling van de begroting van rijksontvangsten en -uitgaven geschiedt door de regering en de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De voorstellen van de algemene begrotingswetten worden vanwege de Koning ingediend op het in artikel 52, eerste lid, bedoelde tijdstip, gelegen vóór het tijdvak waarvoor de begroting moet dienen.

  • Na de bekrachtiging brengt de regering de begrotingswetten ter kennis van de Eerste Kamer. 3. De verantwoording van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk wordt, onder overlegging van de door de Algemene Rekenkamer onderzochte rekening, aan de Tweede Kamer gedaan overeenkomstig de bepalingen van de wet.
  • De wet geeft regels omtrent het beheer van de financiën van het Rijk. (Geen bepaling)

Artikel 133 Door de wet worden de begrotingen van alle uitgaven des Rijks vastgesteld, en de middelen tot dekking aangewezen. Artikel 134 De ontwerpen der algemene begrotingswetten worden door de Koning bij de Tweede Kamer ingediend dadelijk na het openen der gewone zitting van de Staten-Generaal, vóór de aanvang van het tijdperk, waarvoor de begrotingen moeten dienen. Dat tijdperk mag niet langer zijn dan twee jaar. (Geen bepaling)

Artikel 136 De verantwoording van de Rijksuitgaven en ?ontvangsten over elke dienst wordt, onder overlegging van de door de Rekenkamer goedgekeurde rekening, aan de wetgevende macht gedaan naar de voorschriften van de wet. (Geen bepaling)

Artikel 135 Geen hoofdstuk der begroting van uitgaven kan meer dan die voor een departement van algemeen bestuur behelzen, leder hoofdstuk wordt in één of meer ontwerpen van wet vervat. Door zodanige wet kan overschniving worden toegestaan.

Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 14226, nrs. 1-5

 
 
 

2.

Meer informatie