Amendement van het lid Van der Lek - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de toelating, uitzetting en uitlevering, het Nederlanderschap en het ingezetenschap

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr. 12

AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LEK

Ontvangen 25 januari 1977

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel II wordt als volgt gewijzigd: In artikel 1.2 wordt na het derde lid een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende: 4. leder, die zich wettig op het grondgebied van Nederland bevindt, heeft het recht zich daar vrijelijk te verplaatsen en er zijn verblijfplaats te kiezen, behoudens beperkingen bij of krachtens de wet bepaald, voorzover deze noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare veiligheid, de volksgezondheid of van de rechten en vrijheden van anderen.

Toelichting Het niet regelen van een fundamenteel recht, te weten, dat nimmer Nederlanders of tot Nederland toegelaten burgers mogen worden onderworpen aan willekeurige beperkingen van hun bewegingsvrijheid, mag niet achterwege blijven alleen, omdat het moeilijk is «alle gevallen, waarin beperking van de bewegingsvrijheid nodig is een formeel wettelijke basis te verschaffen». Op grond van die redenering zou vrijwel geen enkel grondrecht vastgelegd kunnen worden. Bovendien wordt op deze wijze gesuggereerd, dat inperking van bewegingsvrijheid aanvaardbaar zou zijn, die niet op enige wettelijke bevoegdheid zou berusten. Het is de mening van de indiener dat, indien zulke beperkingen in Nederland zouden bestaan, deze inderdaad zo spoedig mogelijk dienden te verdwijnen. Om duidelijk te maken, dat slechts enkele, aan het algemeen belang ontleende gronden, in aanmerking komen als rechtsgrond voor een -marginale -inperking van het bedoelde recht, is gekozen voor een limitatieve opsonv ming van deze gronden.

Van der Lek

Tweede Kamer, zitting 1976-1977,14200 (R 1048), nr. 12

 
 
 

2.

Meer informatie