De voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake onderwijs - Handelingen Tweede Kamer 1976-1977 22 december 1976 orde 23

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake onderwijs (13874). Artikel I wordt zonder stemming aangenomen. De aanhef van artikel II wordt zonder stemming aangenomen. De heer Van Mierlo (D'66): Mijnheer de Voorzitter! Ik heb de indruk dat het juister zou zijn, eerst te stemmen over het amendement-Hermes met betrekking tot de sociale grondrechten. De Voorzitter: Het oordeel van de leden Bakker en Hermes, die beiden wijzigingsvoorstellen hebben ingediend, is dat -en ik deel die mening -het het meest voor de hand ligt om eerst te stemmen over het basisamendement-Hermes op artikel 1.23. (stuk nr. 13,1).

Het amendement-Hermes c.s. (stuk nr. 13,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de KVP, de ARP, de CHU, de SGP, het GPV, de BP en DS'70 vóór dit amendement hebben gestemd.

Ik neem aan, dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nummer 13 voorkomende amendementen als vervallen kunnen worden beschouwd.

Lid 1 van artikel 1.23 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Bakker c.s. (stuk nr. 19) wordt bij zitten en opstaan aange nomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de BP, de SGP en het GPV tegen dit amendement hebben gestemd.

Lid 2 van artikel 1.23, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Bakker c.s. (stuk nummer 19) wordt zonder stemming aangenomen.

Het subamendement-Van Ooijen c.s. (stuk nr. 18) op het gewijzigde amendement-Hermes c.s. (stuk nr. 17,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN, DS'70, D'66 en de PSP vóór dit sub-amendement hebben gestemd. Het amendement-Hermes c.s. (stuk nr 17,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen.

Werkgelegenheid Grondwet

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de KVP, de ARP, de SGP, het GPV en de BP vóór dit amendement hebben gestemd.

Ik neem aan, dat door de verwerping van dit amendement het amendement onder nr. 17, II, als vervallen kan worden beschouwd.

De leden 3 en 4 van artikel 1.23 worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-Evenhuis c.s. tot toevoeging van een nieuw lid 5 (stuk nr. 16) wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de BP, de SGP, het GPV, DS'70 en de PSP, alsmede het lid Nooteboom, vóór dit amendement hebben gestemd. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen. Artikel III wordt zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: Het komt mij voor dat er geen bezwaar is om nu te stemmen over artikel IV. Dat artikel gaat immers over het tweede tot en met achtste lid van artikel 208 van de Grondwet, terwijl het wijzigingsvoorstel-Bakker (13873, nr. 17) alleen betrekking heeft op het eerste lid van dat artikel 208. Daarover bestaat, naar ik constateer, geen meningsverschil.

Artikel IV wordt zonder stemming aangenomen. De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen. De heer Hermes (KVP): Het is iets te voorbarig om te concluderen, dat het artikel als zodanig is aangenomen. Het lijkt mij namelijk moeilijk het artikel te aanvaarden en straks tegen het wetsontwerp te stemmen. Dat zou inconsequent zijn. Op het ogenblik moeten wij ons uitspreken over het artikel. Als je je daarvóór uitspreekt, kun je niet meer tegen stemmen.

U vraagt toch stemming over artikel 1.23, mijnheer de Voorzitter? De Voorzitter: Neen, dat hebben wij al lang aangenomen. Door de verwerping van uw amendement op stuk nr. 13,1, konden de andere amendementen op dat stuk, betrekking hebbende op de artikelen III en IV, als vervallen worden beschouwd. Die artikelen en de beweegreden zijn inmiddels aangenomen. Wij zijn nu toe aan de eindstemming.

2475

Voorzitter DeheerVanMierlo (D'66): Het door de heer Hermes betwiste artikel is al lang aangenomen, met het consent van de confessionele partijen! De heer Hermes (KVP): Als de eindstemming over het wetsontwerp nu aan de orde is, vraag ik om schorsing van de beraadslaging voor fractieberaad. De behandeling van het wetsontwerp wordt geschorst.

 
 
 

2.

Meer informatie