De stemming over de motie-Van Thijn c.s. over wijziging van het wetsontwerp inzake bepalingen betreffende de wetgevende macht - Handelingen Tweede Kamer 1979-1980 12 februari 1980 orde 11

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Aan de orde is de stemming over de motie-Van Thijn c.s. over wijziging van het wetsontwerp inzake bepalingen betreffende de wetgevende macht (14222, nr. 18) Deze motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D'66, de PPR en de PSP vóór deze motie hebben gestemd.

Ik geef thans gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. D De heerPatijn (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Een meerderheid van mijn fractie is van oordeel dat, nu het amendement van de Partij van de Arbeid op stuk nr. 14223, nr. 12 is verworpen, waarin werd voorgesteld dat de wet bepaalt welke Nederlandersniet ingezetenen met ingezetenen gelijkgesteld zouden kunnen worden, zij geen vrijheid heeft voor het eerste lid van artikel 3.15 te stemmen. Zij wenst geen automatisme bij het verlenen van kiesrecht aan niet-ingezetene Nederlanders. Enkele leden van mijn fractie menen dat, gelet op eerdere uitspraken van deze Kamer, waaraan zij hun steun hebben verleend, het beginsel van kiesrecht voor Nederlanders in het buitenland zoals dat door de Regering is geformuleerd dient te worden aanvaard.

De Voorzitter: Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten te stellen in handen van:

  • de Bijzondere Commissie Grond-en Kieswet 9181: het ontwerp van rijkswet ter Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het koningschap (16034, R1138); het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de Koning en de ministers alsmede de staatssecretarissen (16035); het ontwerp van rijkswet ter Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot opneming van een bepaling inzake de

ministerraad alsmede tot wijziging van de bepaling inzake het contraseign (16036, R 1139); b. de vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken: het wetsontwerp Wijziging van enige wettelijke bepalingen betreffende leden van het Koninklijk Huis (16032);

  • de vaste Commissie voor Sociale Zaken: het wetsontwerp Aanpassing van enkele sociale verzekeringswetten en van een aantal andere wetten in verband met de samenvoeging van de bestaande kinderbijslagregelingen tot een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte kinderbijslagverzekering van het eerste kind af, alsmede nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen-en Wezenwet (16029); het wetsontwerp Goedkeuring van het op 29 oktober 1976 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende jaarlijks verlof met behoud van loon van zeevarenden (Verdrag nr. 146, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar tweeënzestigste zitting; (Trb. 1977,107) (16033); d. de vaste Commissie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk: de stukken over het regeringsstandpunt over de immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen (16005).

Minister Gardeniers-Berendsen geflankeerd door Staatssecretaris Kraaijeveld-Wouters (I) en Wallis de Vries Ir)

Tweede Kamer 12 februari 1980

Grondwet

2877

 
 
 

2.

Meer informatie