Vierde nota van wijziging - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr. 28

VIERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 februari 1980

In artikel III wordt na artikel A 3.1.5 een nieuw artikel A 3.1.5a ingevoegd, luidende:

Artikel A 3.1.5a

De wet bepaalt voor welke personen die bij de inwerkingtreding van de wet, strekkende tot aanpassing van de wettelijke bepalingen inzake uitsluiting van het kiesrecht aan artikel 3.1.5, van het kiesrecht waren uitgesloten, deze uitsluiting ook daarna van kracht blijft.

Toelichting Om te verzekeren dat te zijner tijd bij de vaststelling van de nieuwe wettelijke bepalingen inzake uitsluiting van het kiesrecht de wetgever tevens een in het licht van die nieuwe regeling verantwoorde beslissing kan nemen omtrent de handhaving van nog van kracht zijnde uitsluitingen, acht ik het bij nadere overweging wenselijk aan het door de Regering voorgestelde artikel 3.1.5, tweede lid, een additioneel artikel toe te voegen overeenkomstig het amendement van de heer Patijn nr. 23. Een tweede lid, zoals geformuleerd in het verslag van het mondeling overleg van 7 februari, kan achterwege blijven, omdat de in die bepaling voorziene uitsluitingsmogelijkheid bij het regeringsvoorstel ook reeds zonder additioneel artikel door de Grondwet wordt toegelaten.

De Ministervan Binnenlandse Zaken, H. Wiegel Tweede Kamer, zitting 1979-1980,14223, nr. 28

 
 
 

2.

Meer informatie