Gewijzigd ontwerp van rijkswet - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 l\J<?_ ly

15467 (R 1114)

Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging GEWIJZIGD ONTWERP VAN RIJKSWET 29 september 1980

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging; Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Er bestaat grond het hierna in de artikelen II-IV omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.

ARTIKEL II

In een in de Grondwet op te nemen hoofdstuk 5, Wetgeving en bestuur, par. 2, Overige bepalingen, wordt het volgende opgenomen.

Artikel 5.2.4. 1. Ten behoeve van de militaire verdediging van het Koninkrijk, het vervullen van internationale taken met gebruik van militaire middelen en de hulpverlening door militairen kunnen plichten worden opgelegd volgens bij de wet te stellen regels. 2. Volgens bij de wet te stellen regels kunnen voorts plichten worden opgelegd ten behoeve van de civiele verdediging.

Artikel 5.2.5. De wet regelt vrijstelling van militaire dienst wegens ernstige gewetensbezwaren.

Eerste Kamer, zitting 1980-1981, 15467 (R 1114), nr. 4

ARTIKEL III

Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:

Artikel A 5.2.4. Totdat ter zake bij de wet een voorziening zal zijn getroffen blijft artikel 200 van de Grondwet naar de tekst van 1972 van kracht. Deze wettelijke voorziening zal inhouden dat, wanneer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden dienstplichtigen die niet in werkelijke dienst zijn bij Koninklijk besluit buitengewoon onder de wapenen worden geroepen, onverwijld een voorstel van wet wordt ingediend om het onder de wapenen blijven voor zoveel nodig te bepalen.

ARTIKEL IV

De artikelen 68, eerste lid, 194-200en 201, eerste, tweedeen derde lid, van de Grondwet, alsmede de opschriften boven artikel 194, vervallen.

Lasten en bevelen, dat deze Rijkswet in het Staatsblad en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Ministervan Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,

De Minister van Defensie,

Eerste Kamer, zitting 1980-1981,15467 (R 1114), nr. 4

 
 
 

2.

Meer informatie