WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid Landenrapport - BELGIË bij Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid: Gemeenschappelijke uitdagingen en hoe inspanningen te bundelen om betere resultaten te realiseren
Inhoudsopgave van deze pagina:
Raad van de Europese Unie
Brussel, 6 februari 2017 (OR. en)
5967/17 ADD 3
ENV 103 ECOFIN 70 SOC 68 COMPET 74 POLGEN 9 CONSOM 37
BEGELEIDENDE NOTA
van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
ingekomen: 6 februari 2017
aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de
Raad van de Europese Unie
Nr. Comdoc.: SWD(2017) 34 final
Betreft: WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid
Landenrapport - BELGIË
bij
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het
Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's
EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid: Gemeenschappelijke uitdagingen en hoe inspanningen te bundelen om betere resultaten te realiseren
Hierbij gaat voor de delegaties document SWD(2017) 34 final.
Bijlage: SWD(2017) 34 final
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 3.2.2017 SWD(2017) 34 final
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid
Landenrapport - BELGIË
bij
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's
EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid: Gemeenschappelijke
uitdagingen en hoe inspanningen te bundelen om betere resultaten te realiseren
{COM(2017) 63 final i} {SWD(2017) 33 final} {SWD(2017) 35 - 60 final}
België 2
Dit rapport is geschreven door het personeel van het directoraat-generaal Milieu van de Europese
Commissie. Eventuele opmerkingen zijn welkom op het volgende e-mailadres: ENV-
EIR@ec.europa.eu
Meer informatie over de Europese Unie is beschikbaar op het internet ( http://europa.eu ).
Foto's: blz. 10 – ©Richard Semik/iStock; blz. 20 – ©LIFE08 ENV/B/000042; blz. 22 – ©Michael
Luhrenberg/iStock; blz. 29 – ©kartouchken/iStock.
Voor reproductie of gebruik van deze foto's moet rechtstreeks aan de auteursrechthebbende toestemming worden gevraagd.
©Europese Unie 2017
Overneming met bronvermelding toegestaan.
België 3
Inhoudsopgave
SAMENVATTING ............................................................................................................................................. 4
DEEL I: THEMATISCHE GEBIEDEN ................................................................................................................... 5
-
1.OMVORMING VAN DE EU TOT EEN CIRCULAIRE, HULPBRONNENEFFICIËNTE, GROENE EN
CONCURRERENDE ECONOMIE .............................................................................................................. 5
Ontwikkelen van een circulaire economie en verbeteren van de hulpbronnenefficiëntie ............... 5
Afvalbeheer .......................................................................................................................................... 8
-
2.BESCHERMING, INSTANDHOUDING EN VERBETERING VAN HET NATUURLIJK KAPITAAL .................. 11
Natuur en biodiversiteit ..................................................................................................................... 11
Schatten van natuurlijk kapitaal ........................................................................................................ 14
Groene infrastructuur......................................................................................................................... 15
Bodembescherming ............................................................................................................................ 15
Mariene bescherming ......................................................................................................................... 17
-
3.VERZEKEREN VAN DE GEZONDHEID EN LEVENSKWALITEIT VAN BURGERS. ....................................... 19
Luchtkwaliteit ..................................................................................................................................... 19
Lawaai 20
Waterkwaliteit en -beheer ................................................................................................................. 20
Verbeteren van de duurzaamheid van steden .................................................................................. 23
Internationale overeenkomsten ........................................................................................................ 25
DEEL II: REGELGEVINGSKADER: UITVOERINGSINSTRUMENTEN ................................................................. 26
-
4.MARKTINSTRUMENTEN EN INVESTERINGEN ...................................................................................... 26
Groene belastingen en milieuschadelijke subsidies .......................................................................... 26
Groene overheidsopdrachten ............................................................................................................ 28
Investeringen: de bijdrage van EU-fondsen ....................................................................................... 28
-
5.EFFECTIEF BEHEER EN KENNIS............................................................................................................. 30
Effectief beheer binnen federale, regionale en lokale overheden ................................................... 30
Waarborgen van de naleving ............................................................................................................. 32
Inspraak en toegang tot de rechter ................................................................................................... 34
Toegang tot informatie, kennis en bewijzen ..................................................................................... 35
België 4
Samenvatting
Over de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het bundelen om betere resultaten te realiseren" gevoegd.
milieubeleid Deze mededeling identificeert uitdagingen waarmee
verschillende lidstaten worden geconfronteerd, bevat
In mei 2016 is de Commissie gestart met de evaluatie van voorlopige conclusies over mogelijke oorzaken van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid, een tweejarige lacunes in de uitvoering en stelt gezamenlijke acties voor cyclus van analyse, dialoog en samenwerking om de om betere resultaten te bereiken. In haar bijlage worden tenuitvoerlegging van het bestaande milieubeleid en de tevens de in elk landenrapport voorgestelde maatregelen
bestaande milieuwetgeving van de EU te verbeteren 1 . Als voor een betere tenuitvoerlegging op nationaal niveau
eerste stap heeft de Commissie 28 rapporten opgesteld, gebundeld.
één voor elke lidstaat, waarin de belangrijkste
uitdagingen en kansen op het gebied van de Algemeen profiel
tenuitvoerlegging van het milieubeleid zijn beschreven.
Deze rapporten zijn bedoeld om aan te zetten tot een Vanwege zijn federale structuur zijn de meeste milieukwesties in België een gewestelijke bevoegdheid.
positief debat over gemeenschappelijke milieuuitdagingen
voor de EU en over de meest doeltreffende Daarom is een doeltreffende coördinatie nodig binnen manieren om de belangrijkste lacunes in de een systeem van meerlagig bestuur.
tenuitvoerlegging aan te pakken. De rapporten steunen Belangrijkste uitdagingen
op de gedetailleerde sectorale verslagen over de
tenuitvoerlegging die de Commissie heeft verzameld of De belangrijkste uitdagingen met betrekking tot de uitgegeven op grond van specifieke milieuwetgeving, tenuitvoerlegging van EU-milieubeleid en EU- alsmede het verslag over de toestand van het milieu van milieuwetgeving in België zijn:
2015 en andere verslagen van het Europees handhaven van de luchtkwaliteit voor zover zij in
Milieuagentschap. Deze rapporten treden niet in de overeenstemming is met wet- en regelgeving (zoals plaats van de specifieke instrumenten om erop toe te PM 10 ) en die overeenstemming in de nabije zien dat de verplichtingen uit hoofde van de EU- toekomst bereiken (NOx) door het verminderen van wetgeving worden nageleefd. verkeerscongestie en het ontmoedigen van het
De rapporten zullen in grote lijnen de contouren volgen autogebruik;
van het zevende milieuactieprogramma 2 en verwijzen blijven aanpakken van waterverontreiniging door
naar de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en stedelijk afvalwater en agrarische bronnen;
daarmee samenhangende duurzame ervoor zorgen dat het Natura 2000-netwerk wordt
ontwikkelingsdoelstellingen 3 voor zover zij de bestaande
verplichtingen en beleidsdoelstellingen van de EU- beheerd met als doel een gunstige staat van milieuwetgeving weerspiegelen 4 . instandhouding voor alle soorten en habitats. De belangrijkste uitdagingen zijn geselecteerd door Belangrijkste kansen
rekening te houden met factoren zoals het belang of de België kan beter presteren op thema's waarvoor al een ernst van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid in goede kennisbasis en goede praktijken bestaan. Dit geldt het licht van de effecten op de levenskwaliteit van de met name voor: burgers, de afstand tot de doelstelling, en de financiële
gevolgen. het gebruik van de financieringsmogelijkheden voor EIB-leningen en milieu-investeringen met de steun
De rapporten zijn bij de mededeling "EU-evaluatie van de van de ESI-fondsen en het EFSI in de sectoren die tenuitvoerlegging van het milieubeleid 2016: onder de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het Gemeenschappelijke uitdagingen en hoe inspanningen te milieubeleid vallen.
1 Mededeling "Voordeel halen uit het milieubeleid van de EU door een Punten waarop België uitblinkt
regelmatige evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid"
( COM/2016/ 316 definitief ). Op gebieden waar België een voorloper is in de
2 Besluit nr. 1386/2013/EU van 20 november 2013 inzake een nieuw tenuitvoerlegging van milieubeleid zouden zijn
algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de innovatieve benaderingen op grotere schaal met andere
periode tot en met 2020 " Goed leven, binnen de grenzen van onze landen kunnen worden gedeeld. Goede voorbeelden
3 Verenigde Naties, 2015. The Sustainable Development Goals hiervan zijn:
4 Dit rapport over de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het de uitgebreide activiteiten op federaal en gewestelijk
milieubeleid heeft geen betrekking op klimaatverandering,
chemicaliën en energie. niveau met betrekking tot het bevorderen van de
België 5
circulaire economie tonen leiderschap aan publieke Belgische prioritaire actiekader voor Natura 2000- en private belanghebbenden; het gebruik van de gebieden, dat het bestuur, de capaciteitsopbouw en operationele programma's van het EFRO om de de samenwerking tussen de federale en gewestelijke circulaire economie te bevorderen; overheden zal verbeteren;
het "LIFE Belgian Nature Integrated Project"-project verbetering van de recyclagepercentages sinds de
ter ondersteuning van de uitvoering van het jaren 1990.
Deel I: Thematische gebieden
-
1.Omvorming van de EU tot een circulaire, hulpbronnenefficiënte,
groene en concurrerende economie
Ontwikkelen van een circulaire economie en In 2014 stelde de federale overheid een stappenplan 8 op
verbeteren van de hulpbronnenefficiëntie dat voorstellen voor actie bevatte om te komen tot een
meer circulaire economie. Verder is op het federale
Het pakket circulaire economie van 2015 benadrukt de niveau gestart met een aantal relevante plannen en noodzaak om te komen tot een levenscyclusgestuurde programma's voor een circulaire economie. De meeste "circulaire" economie, met een cascadering van hiervan omvatten maatregelen die de institutionele en hulpbronnen en bijna volledige preventie van restafval. marktomgeving tot stand brengen die eco-innovatieve Dit kan worden vergemakkelijkt door de ontwikkeling van oplossingen mogelijk maakt. Het federale niveau en toegang tot innovatieve financiële instrumenten en ontwikkelt "instrumentele" bevoegdheden ter financiering voor eco-innovatie. ondersteuning van de effectieve uitvoering of omzetting SDG 8 nodigt landen uit om aanhoudende, inclusieve en in de praktijk van de regionale doelstellingen en duurzame economische groei, volledige en productieve initiatieven (fiscale en parafiscale bepalingen, belasting, tewerkstelling en waardig werk voor iedereen te mededingingsregels, marktstructuren, prijsregulering, bevorderen. SDG 9 wijst op de noodzaak om enz.). Momenteel zijn er plannen voor het opzetten van veerkrachtige infrastructuur te bouwen, inclusieve en een kenniscentrum om een federale strategie en een duurzame industrialisatie te bevorderen en innovatie te nieuw stappenplan uit te werken. stimuleren. SDG 12 moedigt landen aan om tegen 2030 Figuur 1: Hulpbronnenproductiviteit 2003-15 9
een duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen te realiseren.
Maatregelen om te komen tot een circulaire economie
De omvorming van onze economieën van lineair naar circulair biedt een kans om ze heruit te vinden en ze duurzamer en concurrerender te maken. Dit stimuleert investeringen en biedt zowel korteals langetermijnvoordelen voor de economie, het milieu en
de burgers 5 .
België doet het iets beter dan gemiddeld in de EU wat
hulpbronnenproductiviteit betreft 6 (hoe efficiënt de economie gebruikmaakt van materiële hulpbronnen om In 2016 deden de ministers van Economie en van welvaart te creëren), met 2,45 euro/kg (het EU- Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling 21 voorstellen om
gemiddelde is 2 euro/kg) in 2015 7 . Figuur 1 toont trends een circulaire economie te bevorderen 10 . Een in opdracht
in de tijd en geeft aan dat de hulpbronnenproductiviteit van dit ministerie door PwC uitgevoerde studie over het in België sinds 2007 licht maar gestaag toeneemt. potentieel van de circulaire economie in België verwacht
dat het bbp tegen 2030 met 1 tot 7 miljard euro zal
5 Europese Commissie, 2015. Voorgesteld Pakket circulaire economie
6 Onder hulpbronnenproductiviteit wordt verstaan de verhouding 8 Vers une Belgique Pionnière de l’Economie Circulaire tussen het bruto binnenlands product (bbp) en het binnenlands 9 Eurostat, Resource productivity , geraadpleegd in oktober 2016. materiaalverbruik. 10 Ensemble, faisons tourner l’économie & Samen de economie doen
7 Eurostat, Resource productivity , geraadpleegd in oktober 2016. draaien
België 6
stijgen, gepaard gaande met de creatie van 15 000 tot Policy Research Center on Sustainable Materials
100 000 banen 11 . Er is ook een audit om te zien welke Management (SuMMa) dat onderzoek verricht naar hoe wetgeving de circulaire economie belemmert 12 . De de transitie naar een duurzaam gebruik van materialen Centrale Raad voor het Bedrijfsleven 13 keurde op kan worden gerealiseerd. Het beleid richt zich meer op
24 februari 2016 een advies goed dat focust op recyclage, het verder verbeteren van de gescheiden inzameling en en op 21 september 2016 een advies dat focust op de het vinden van nieuwe markten voor gerecycleerd afval. federale voorstellen omtrent de circulaire economie. De Andere beleidsmaatregelen die een belangrijke rol spelen
Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 14 in de circulaire economie zijn het uitbreiden van de
onderstreepte ook het belang van producentenverantwoordelijkheid, het verbeteren van hulpbronnenefficiëntie. In de BENELUX is er ook ecologisch ontwerp en het verhogen van de kwaliteit van samenwerking op het gebied van de circulaire gerecycleerde materialen en het gebruik ervan. Er is ook
economie 1516 . gestart met het sluiten van groene
Sinds het Marshallplan 2 in 2009 legt de Waalse regering economieconvenanten met de industrie, geïnspireerd een duidelijke focus op hulpbronnenefficiëntie en de door het Nederlandse voorbeeld van Green Deals. De circulaire economie. In het Marshallplan 4.0, dat op deelnemende sectoren krijgen advies om het gebruik van 29 mei 2015 werd voorgesteld, is de bevordering van materialen in hun productieproces te verbeteren. De schone energie en de circulaire economie een van de vijf aanpak in deze convenanten bestaat erin de evolutie
prioritaire actiegebieden 17 . Het NEXT-programma 18 is naar een groene economie te faciliteren door een volledig gewijd aan de circulaire economie en is een samenwerkingsverband tussen het bedrijfsleven, de transversale as voor het uitdiepen van de Waalse overheid, ngo's en de academische wereld om extra strategie voor slimme specialisatie via links met andere "voordelen" tot stand te brengen. Ook is er meer belangrijke sectoren en clusters. Sinds 2004 vervult het aandacht voor de ondersteuning van nieuwe circulaire Agentschap Ondernemen & Innovatie een businessmodellen en groene overheidsopdrachten. ondersteunende rol voor kleine en middelgrote Verder wil Vlaanderen dat materiaalkringlopen in de
ondernemingen die bereid zijn om bij de circulaire bouwsector tegen 2020 gesloten zijn
23
. Als voorbeeld van
economie te worden betrokken 19 . De regio heeft ook een een goede praktijk is het Europees Fonds voor Regionale
Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu - As Duurzaam Ontwikkeling (EFRO) gebruikt om de circulaire economie bouwen 20 . in de Vlaamse meubelindustrie te bevorderen
24 .
Volgens berekeningen kan de circulaire economie een In maart 2016 keurde de Brusselse gewestregering een toegevoegde waarde van 2,3 miljard euro genereren voor "Gewestelijk programma voor circulaire economie"
25
Vlaanderen. Dit zou 27 000 nieuwe banen creëren, wat goed,
26
waarin een strategie wordt uiteengezet voor de
overeenkomt met 1 % van de werkgelegenheid in overgang van een lineaire naar een circulaire economie
Vlaanderen 21 . In maart 2016 keurde Vlaanderen "Visie tegen 2025 met een budget van meer dan 12,8 miljoen
2050" goed, met circulaire economie als een van de euro in 2016. Het programma omvat 111 maatregelen op zeven transitieprioriteiten 22 . Het transitiebeleid wordt vier gebieden (transversale maatregelen, sectorale verder vormgegeven door een voortzetting van het maatregelen, territoriale maatregelen, governance). Het Vlaams Materialenprogramma als een circulaireis de bedoeling om dit programma om de 18 maanden economieplatform dat gericht is op het integreren van aan te vullen met nieuwe maatregelen. Transversale innovatie en het stroomlijnen van de verschillende maatregelen hebben betrekking op juridische
initiatieven uit het verleden. Vlaanderen heeft ook een belemmeringen, financiële en methodologische ondersteuning, innovatie, sociale economie,
overheidsopdrachten, werkgelegenheid en opleiding.
11 Oakdene Hollins, PwC and ICEDD study on the Circular Economy in
Belgium Naast deze transversale maatregelen die betrekking
12 Media Planet, 2016. 3 questions à Marie-Christine Marghem hebben op alle sectoren, zijn een aantal specifieke
13 Conseil Central de l'economie (CEE), 24.02.16 advies vermeld in het sectorale maatregelen goedgekeurd voor vijf sectoren:
Programme National de Réforme , april 2016, blz. 185. de bouw-, afval-, transport-, handels- en voedingssector.
14 Conseil Féderal du Developpement (FRDO), vermeld in het
Programme National de Réforme , april 2016, blz. 186. Verder ondersteunt het Brussels gewest verschillende
15 Benelux, Ronde Tafel 14.12.2015. initiatieven om duurzame ontwikkeling te stimuleren (zie
16 Luxemburgse regering, Portail de l'environnement . het deel steden voor meer informatie).
17 Waalse regering, Plan Marshall
18 Waalse regering, Déclaration de politique régionale (DPR), blz. 22,
24, 83 & 90. 23 Europees Milieuagentschap, 2016. More for less – material resource
19 Waalse regering, circulaire economie efficiency in Europe. Belgium Report , blz. 19.
20 Europees Milieuagentschap, 2016. More for less – material resource 24 Europese Commissie, 2014. SUSPRO3: Genereren van groei door efficiency in Europe. België, blz. 9; Agence de stimulation middel van duurzame productiemethoden; SUSPRO3 genoemd économique, 2016. omdat het uit drie elementen bestaat: proces, product en winst.
21 SUMMA , blz 1. 25 BHG, Gewestelijk programma voor circulaire economie , maart 2016.
22 Vlaamse regering, Visie 2050 26 Nationaal Hervormingsprogramma , april 2016, blz. 55; blz. 66-7.
België 7
Kmo's en hulpbronnenefficiëntie tot nieuwe banen die verband houden met hergebruik,
Tussen 2009 en 2014 steeg de toegevoegde waarde van reparatie of recyclage. Er wordt geschat dat alleen al in
Belgische kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) Vlaanderen 27 000 banen zouden kunnen worden jaarlijks met 3,4 %, vergeleken met 1,2 % voor grote gecreëerd
33
. In 2012 lanceerde Vlaanderen zijn Quick
ondernemingen. In dezelfde periode groeide het aantal Wins-programma
34
.
banen bij kmo's met 12 %, versus 3 % voor grote Op 31 augustus 2016 had België 74 EMAS-geregistreerde ondernemingen. organisaties: 37 in Wallonië, 28 in Brussel en negen in
Van de Belgische kmo's heeft circa 57 % tot 5 % van zijn Vlaanderen. België heeft 38 EU-ecolabellicenties.
jaaromzet geïnvesteerd in maatregelen voor een Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest creëerde in 1999 een efficiënter gebruik van hulpbronnen (EU28 gemiddeld label met de naam Ecodynamische onderneming. Dit is 50 %), biedt 24 % momenteel groene producten en een officiële erkenning voor bedrijven die intern een diensten aan (EU28 gemiddeld 26 %) en heeft 64 % milieubeheerbeleid voeren. Dit label onderscheidt maatregelen genomen om energie te besparen (EU28 bedrijven die vooruitgang hebben geboekt op het vlak gemiddeld 59 %), 73 % om zijn afval tot een minimum te van afvalpreventie en -beheer, efficiënt gebruik van beperken (EU28 gemiddeld 60 %), 47 % om water te energie, mobiliteit, enz. Momenteel hebben besparen (EU28 gemiddeld 44 %) en 58 % om materialen 198 organisaties het label Ecodynamische onderneming.
te besparen (EU28 gemiddeld 54 %) 27 . Vanuit het
perspectief van een circulaire economie heeft 39 % Eco-innovatie
maatregelen genomen om te recycleren door materiaal
of afval binnen het bedrijf te hergebruiken (EU28 Met een totale score van 97 op het globale Ecogemiddeld 40 %), heeft 32 % maatregelen genomen om Innovation Scoreboard 2015 bekleedde België de 15de producten te ontwerpen die gemakkelijker te plaats in de lijst van EU-landen, net onder het EU- onderhouden, repareren of hergebruiken zijn (EU28 gemiddelde (figuur 2).
gemiddeld 22 %) en kon 30 % zijn afvalmateriaal aan een In zowel Vlaanderen als Wallonië is het innovatiebeleid
ander bedrijf verkopen (EU28 gemiddeld 25 %) 28 . georganiseerd rond clusters in nauwe samenwerking
65 % van de kmo's in België die maatregelen voor een tussen het bedrijfsleven, kenniscentra en de overheid, efficiënter gebruik van hulpbronnen nemen, doet dat om die tot doel hebben de verhandelbaarheid van innovaties redenen van kostenbesparing (EU gemiddeld 68 %). Het te verbeteren. In Vlaanderen kunnen kmo's die is zelfs zo dat 42 % van de Belgische kmo's er dankzij deze haalbaarheidsstudies en projecten met betrekking tot genomen maatregelen in geslaagd is zijn productiekosten eco-innovatie bevorderen specifieke subsidies krijgen
te verlagen 29 . Ongeveer 27 % van de kmo's in België voor innovaties
35
. Het kmo-programma wordt beheerd
heeft een of meer voltijdse werknemers die ten minste door het Vlaams Agentschap voor Innovatie en een deel van de tijd in een groene baan werken (EU28 Ondernemen (VLAIO). Vlaanderen heeft ook een Milieugemiddeld
35 %) 30 . Innovatieplatform, dat bedrijven subsidies geeft om te investeren in nieuwe producten, processen en diensten
De werkgelegenheid 31 bij groene bedrijven in Vlaanderen die de impact op het milieu verkleinen
36 . In het Waals groeide in de periode 2008-2013 met 2 % (in Gewest kunnen kmo's informatie over subsidies krijgen tegenstelling tot de afnemende industriële productie), en van het Portail de la Recherche et des Technologies en
specifiek voor hun groene activiteiten lag de groei nog Wallonie. 37 De Brusselse regering steunt eco-innovatie bij
hoger (tot 7 %). 32 De overgang naar een kmo's door publiek-private partnerschappen die erop hulpbronnenefficiënte economie zou inderdaad leiden gericht zijn hen ondersteuning te bieden op het gebied
van eco-conceptie, eco-ontwerp en eco-innovatieve startende ondernemingen. Het hiervoor genoemde
27 Europese Commissie, 2015. Flash Eurobarometer 426 "SMEs, Brusselse Gewestelijk programma voor circulaire
resource efficiency and green markets". economie bevat ook verschillende maatregelen ter
28 Europese Commissie, 2015. Flash Eurobarometer 426 "SMEs,
resource efficiency and green markets". bevordering van eco-innovatie onder kmo's.
29 Europese Commissie, 2015. Flash Eurobarometer 426 "SMEs, resource efficiency and green markets".
30 De Flash Eurobarometer 426 definieert een "groene baan" als een baan die rechtstreeks verband houdt met informatie, technologieën of materialen die de kwaliteit van het milieu op peil houden of
herstellen. Dit vereist gespecialiseerde vaardigheden, kennis, opleiding of ervaring (bijv. controle op de naleving van de 33 SUMMA , blz.1. milieuwetgeving, toezicht op het efficiënte gebruik van hulpbronnen 34 Quick Wins voor kmo's binnen het bedrijf, en bevordering en verkoop van groene producten 35Vlaamse regering, Duurzame Ontwikkeling en diensten). 36 Milieu-innovatieplatform (MIP)
31 In termen van voltijdsequivalenten (VTE). 37 Waalse regering , Portail de la Recherche et des Technologies en
32 Cleantech-rapport 2015 Wallonie
België 8
Figuur 2: Eco-Innovation Index 2015 (EU=100) 38 belemmering is het gebrek aan competentie op het
gebied van eco-innovatie en circulaire economie in kmo's (al scoren kmo's beter dan het EU-gemiddelde). Aangezien de meeste producten die in België op de markt komen in het buitenland zijn ontworpen, is er voor het merendeel van de producten beperkte controle over het ontwerp. Tot slot zijn er beperkte markten voor gerecycleerde producten die met primaire grondstoffen concurreren.
Voorgestelde maatregelen
Faciliteren van de uitwisseling, tussen alle Belgische
entiteiten, van goede praktijken met betrekking tot de circulaire economie en eco-innovatie.
Bevorderen van het gebruik van een secundaire
grondstoffenmarkt, samen met een consumentgerichte bewustmakingscampagne.
Voorstellen van opleidingen voor kmo's met betrekking
tot eco-innovatie en de circulaire economie.
Afvalbeheer
De omzetting van afval in een hulpbron vereist:
het volledig omzetten van de EU-afvalwetgeving,
inclusief de afvalhiërarchie; het gescheiden inzamelen van afval; het realiseren van de doelstellingen met betrekking tot het voorkomen van afvalstromen naar de stortplaats, enz.
In België kunnen we drie drijvende krachten achter eco het verminderen van de geproduceerde hoeveelheid
innovatie identificeren. Om te beginnen wordt de
opname van eco-innovatieen afval per hoofd van de bevolking en de
duurzaamheidsdoelstellingen in het industriële en afvalproductie in absolute termen. het beperken van de terugwinning van energie tot
economische beleid gestimuleerd onder leiding van of in
samenwerking met de Federale Overheidsdienst niet-recycleerbare materialen en de geleidelijke
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, omdat ecostopzetting van het storten van recycleerbaar of innovatie en duurzaamheid als waardevolle activa voor terugwinbaar afval. het concurrentievermogen van bedrijven worden SDG 12 nodigt landen uit om tegen 2030 aanzienlijk beschouwd. Ten tweede heeft België een goed minder afval te produceren door preventie, ontwikkelde technologische capaciteit, regelgeving en vermindering, recyclage en hergebruik.
infrastructuur. De duidelijke focus van de overheid op
wetenschappen, fiscale stimulansen, sterke O&O- De EU-benadering van afvalbeheer is gebaseerd op de financiering, menselijk kapitaal en andere factoren "afvalhiërarchie", die een volgorde van prioriteit vaststelt hebben bijgedragen tot het versterken van de bij het vormgeven van het afvalbeleid en het beheren kennisbasis en voeren de Belgische eco- en andere van afval op operationeel niveau: preventie, industrieën naar internationale leidende posities. Ten (voorbereiding van) hergebruik, recyclage, terugwinning derde vragen zowel particulieren als grotere bedrijven en en, als de minst geprefereerde optie, verwijdering (omvat overheden die zich toeleggen op vergroeningsstrategieën storten en verbranden zonder energieterugwinning). De
steeds meer naar groene technologie en producten. vooruitgang bij de realisatie van recyclagedoelstellingen en de toepassing van adequate afvalbeheerplannen en
Er bestaan verschillende soorten belemmeringen voor afvalpreventieprogramma's 39 moeten de belangrijkste
eco-innovatie in België. Er zijn er die verband houden parameters zijn bij het meten van de prestaties van de met intergewestelijke samenwerking, geïntegreerde lidstaten. Dit deel focust op het beheer van stedelijk afval planning en besluitvorming waar weinig aandacht wordt waarvoor in de EU-wetgeving bindende besteed aan de verspreiding van goede gewestelijke recyclagedoelstellingen zijn vastgesteld. praktijken naar het nationale niveau. Een andere
38 Eco-innovation Observatory : Eco-Innovation Scoreboard 2015. 39 Afvalbeheerplannen/Afvalpreventieprogramma's.
België 9
In 2014 bleef de productie van stedelijk afval 40 in België België voldoet al aan de recyclagedoelstelling van 50 % iets onder het EU-gemiddelde (435 kg/inwoner/jaar voor 2020 46 en is reeds gestopt met het storten van vergeleken met ongeveer 475 kg) 41 . In Vlaanderen ging biologisch afbreekbaar afval 47 . België heeft slechts één
het volgens de recentste beschikbare gegevens (2014) mechanisch biologische scheidingsinstallatie in gebruik
om ongeveer 432 kg/inwoner/jaar 42 . In Wallonië (2012) dankzij zijn efficiënte gescheiden inzameling.
bedroeg dit cijfer ongeveer 460 kg/inwoner/jaar 43 en in Er zou meer vooruitgang kunnen worden geboekt door
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2012) ongeveer nieuwe economische instrumenten te introduceren om
405 kg/inwoner/jaar. afvalpreventie te bevorderen, om te vermijden dat
herbruikbaar of recycleerbaar afval wordt verbrand, en
Figuur 3 geeft de hoeveelheid stedelijk afval in België om het hergebruik en de recyclage van afval economisch weer, uitgesplitst naar behandelingsmethode en aantrekkelijker te maken. Opgemerkt dient te worden uitgedrukt in kg per hoofd van de bevolking, en laat zien dat de drie gewesten een systeem hebben dat het dat de verdeling tussen behandelmethoden tamelijk verbrande afval belast, en er wordt erkend dat elk stabiel blijft. gewest warmteterugwinning uit afvalverbranding
Figuur 3: Stedelijk afval, uitgesplitst naar stimuleert.
behandelingsmethode, in België in de periode 2007- Figuur 4: Recyclagepercentage van stedelijk afval 2007-
2014 44 2014 48
Een recente studie heeft scenario's ontwikkeld voor de
België behoort tot de best presterende landen in de EU toepassing van praktijken inzake "verbeterd afvalbeheer"
wat afvalbeheer betreft. In 2014 werd 55 % van het bij de Vlaamse Remo-stortplaats 49 . In het eerste scenario stedelijk afval in België gerecycleerd (EU-gemiddelde – zonder verbeterd afvalbeheer – werd geschat dat het 44 % in 2014), zoals weergegeven in figuur 4, waarbij het 14 jaar zal duren voordat Vlaanderens resterende Vlaams Gewest het met 70 % in 2014 aanmerkelijk beter stortcapaciteit is opgebruikt. In het tweede scenario –
deed 45 . met toepassing van verbeterd afvalbeheer – zou slechts
4 % van het toekomstige afval worden gestort en zou
40 Stedelijk afval bestaat uit afval dat door of namens 46 De lidstaten mogen een andere methode kiezen dan die welke door stedelijke/gemeentelijke overheden of rechtstreeks door de Eurostat wordt gebruikt (en waarnaar in dit rapport wordt verwezen) particuliere sector (bedrijven of particuliere instellingen zonder om hun recyclagepercentages te berekenen en hun voortgang bij het winstoogmerk) en dus niet namens steden of gemeenten wordt realiseren van de doelstelling voor 2020, namelijk een
ingezameld. recyclagepercentage van 50 % voor stedelijk afval, te volgen.
41 Eurostat, Municipal waste and treatment, by type of treatment 47 Nationale bronnen: in Vlaanderen ( OVAM 2015) werd meer dan method, geraadpleegd in oktober 2016. 70 % (2014) van het huishoudelijk afval onderworpen aan enige vorm
42 OVAM , 2015, blz. 9, dat 491,46 kg/inwoner/jaar in 2014 aanhaalt. van materiaalterugwinning, terwijl in Wallonië 60 % van het
Hiervoor moet men voor het jaar 2014 59,62 kg/inwoner/jaar huishoudelijk afval gescheiden werd ingezameld (2012). Deze cijfers aftrekken (rij "bouw en sloopafval"), resulterend in 431,84 komen echter niet overeen met die van Eurostat. kg/inwoner/jaar. 48 Eurostat, Recycling rate of municipal waste , geraadpleegd in
43 Waalse regering, 2014. Génération de déchets municipaux oktober 2016.
44 Eurostat, Municipal waste and treatment, by type of treatment 49 Hoogmartens, R., Eyckmans, J. & Van Passel, S. 2016. Landfill taxes method, geraadpleegd in oktober 2016. and Enhanced Waste Management: Combining valuable practices
45 OVAM 2015 , blz. 26. with respect to future waste streams . Waste Management.
België 10
meer dan acht keer zo lang (123 jaar) duren voordat de Voltooien en actualiseren van het afvalbeheerplan met
resterende stortcapaciteit is opgebruikt. opname van een afvalpreventieprogramma voor
De herziening van de afvalbeheerplannen van het Waalse Wallonië.
Gewest (Horizon 2010, dat in 2015 afliep), inclusief Afstappen van de verbranding van herbruikbaar en
elementen van afvalpreventie, is uitgesteld tot 2017. recycleerbaar afval, ook via economische
Brussel en Vlaanderen hebben beide up-to-date instrumenten.
afvalbeheerplannen/afvalpreventieprogramma's.
In Vlaanderen zijn in het nieuwe afvalbeheerplan 2016-
2022 inzake huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsen industrieel afval nieuwe doelstellingen vastgelegd om de hoeveelheid restafval met nog eens 10 tot 15 % te verkleinen (ongeveer 140 kg huishoudelijk restafval per inwoner). Voedselverspilling is ook een probleem dat
door Vlaanderen wordt aangepakt 50 . Wallonië heeft het
plan REGAL 2015-25 voor voedselverspilling. Voor Brussel verwijzen we naar het deel "Verbetering van de duurzaamheid van steden" over dit onderwerp.
In het licht van de lopende herziening van de recyclagedoelstellingen en stortbeperkingen voor
stedelijk afval 51 zullen extra inspanningen nodig zijn om
de voorgestelde recyclagedoelstelling van 65 % voor
2030 te halen. Om de afvalhiërarchie volledig ten uitvoer te leggen, dienen er in de toekomst echter ook inspanningen op het gebied van afvalpreventie te worden geleverd.
Volgens een studie 52 zuo het realiseren van de
doelstellingen van het stappenplan inzake
hulpbronnenefficiëntie 53 meer dan 3 100 extra banen
kunnen creëren en de jaaromzet van de afvalsector met meer dan 330 miljoen euro kunnen verhogen.
Het door het EFRO medegefinancierde project "Closing the Circle" 2010-2012 heeft de ontginning van oude stortplaatsen onderzocht en wordt nu met Horizon 2020
voortgezet 54 .
Tot slot heeft België een algemeen goed werkend afvalbeheersysteem om de afvaldoelstellingen van de EU te realiseren.
Voorgestelde maatregelen
51 Europese Unie, Voorstel voor een richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen, COM/2015/0594
52 Bio Intelligence Service, 2011. Implementing EU Waste legislation for
Green Growth , studie voor de Europese Commissie. De uitsplitsing van de banencreatie naar land werd door de adviseur gedaan op vraag van de Commissie, maar werd niet in het gepubliceerde document opgenomen.
53 Europese Commissie, Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa, COM(2011) 571COM(2011) 571 , waarin is uiteengezet hoe we de Europese economie tegen 2050 tot een duurzame economie kunnen omvormen.
54 Vlaamse regering, 2010. Closing the Circle, een demonstratie van
België 11
-
2.Bescherming, instandhouding en verbetering van het natuurlijk
kapitaal
Natuur en biodiversiteit In België hebben de gewesten en de federale overheid
hun eigen biodiversiteitsstrategieën en/of -plannen. De
De biodiversiteitsstrategie van de EU streeft ernaar het Nationale Biodiversiteitsstrategie (2013-2020) is een verlies aan biodiversiteit in de EU een halt toe te roepen kaderdocument dat vooral voortbouwt op deze tegen 2020, ecosystemen en ecosysteemdiensten te bestaande plannen, politieke oriëntatie geeft om de herstellen, voor zover haalbaar, en meer inspanningen te uitvoering van biodiversiteitsverbintenissen te leveren om het wereldwijde verlies aan biodiversiteit af verbeteren, en meer coherentie creëert, leemten opvult te wenden. De Europse vogel- en habitatrichtlijnen zijn en biodiversiteitsoverwegingen in de nationale en gericht op het bereiken van een gunstige staat van internationaal niveaus integreert.
instandhouding van beschermde soorten en habitats.
SDG 14 vraagt landen om de oceanen, zeeën en mariene Het grondgebied van België omvat gebieden in de hulpbronnen in stand te houden en duurzaam te Atlantische regio en de continentale biogeografische gebruiken, terwijl SDG 15 landen verplicht om regio. Zowel de Nationale Biodiversiteitsstrategie als de terrestrische ecosystemen te beschermen en te recentste rapporten die overeenkomstig artikel 17 van de herstellen en het duurzame gebruik ervan te bevorderen, habitatrichtlijn en artikel 12 van de vogelrichtlijn zijn en om bossen duurzaam te beheren, woestijnvorming ingediend, identificeren een aantal punten die de tegen te gaan, en bodemdegradatie en verlies aan biodiversiteit onder druk zetten en waarvan de intensiteit biodiversiteit een halt toe te roepen en ongedaan te van regio tot regio verschilt.
maken. Landconversie (naar een stedelijke, industriële,
De EU-habitatrichtlijn van 1992 en de EU-vogelrichtlijn agrarische, transport- of toeristische bestemming) en van 1979 zijn de hoekstenen van de Europese wetgeving intensivering van landbouw zijn oorzaken van het verlies die gericht is op de instandhouding van de wilde dieren aan biodiversiteit, gevolgd door ecologische van de EU. Natura 2000, het grootste gecoördineerde versnippering en vervuiling en de daarmee netwerk van beschermde gebieden ter wereld, is het samenhangende eutrofiëring, verzuring,
belangrijkste instrument om de doelstellingen van de bodemdegradatie en geluidshinder 56 . Andere
richtlijnen te realiseren en uit te voeren teneinde bedreigingen zijn onder meer de directe en indirecte
Europa's meest waardevolle en bedreigde soorten en overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen (inclusief habitats en de ecosystemen waaraan zij ten grondslag visbestanden), de grondwaterwinning en het opdrogen liggen langdurig te beschermen, in stand te houden en te van waterrijke gebieden. De verstoring veroorzaakt door laten overleven. invasieve uitheemse soorten vergroot het effect van de
De adequate aanwijzing van beschermde gebieden als bovengenoemde oorzaken. Mariene soorten en speciale instandhoudingszones krachtens de zeebodemhabitats staan onder zware druk van de habitatrichtlijn en als speciale beschermingszones bijvangst van de visserij en met name de boomkorvisserij, krachtens de vogelrichtlijn is een belangrijke mijlpaal op de meest voorkomende vispraktijk in de Belgische weg naar het verwezenlijken van de doelstellingen van de mariene wateren. Het geheel van de visserijactiviteiten richtlijnen. De resultaten van de rapportage heeft geleid tot een sterke afname van langlevende en overeenkomstig artikel 17 van de habitatrichtlijn en langzaam reproducerende soorten, zoals haaien en veel artikel 12 van de vogelrichtlijn en de voortgang op weg habitatstructurerende soorten. In de Belgische naar de adequate aanwijzing van gebieden van kustwateren vormen invasieve uitheemse soorten het communautair belang (GCB's), speciale belangrijkste deel van de mariene fauna.
beschermingszones en speciale instandhoudingszones 55
zowel op land als op zee, dienen de belangrijkste parameters te zijn om de prestaties van de lidstaten te meten.
55 Gebieden van communautair belang worden krachtens de habitatrichtlijn aangewezen, terwijl speciale beschermingszones krachtens de vogelrichtlijn worden aangewezen; de som van de oppervlakten van de gebieden komt niet overeen met het totaal omdat sommige gebieden van communautair belang en speciale 56 Belgisch Nationaal knooppunt voor het Verdrag inzake biologische beschermingszones elkaar overlappen. Onder "speciale diversiteit, 2013. Biodiversiteit 2020, Actualisering van de Belgische instandhoudingszone" wordt verstaan een door de lidstaten nationale strategie . Koninklijk Belgisch Instituut voor aangewezen gebied van communautair belang (GBC). Natuurwetenschappen, Brussel.
België 12
Figuur 5: Beoordeling van de toereikendheid van GCB-netwerken in België op basis van de situatie tot
december 2013 (%) 59
De aanwezigheid van een aantal warm-gematigde soorten is sinds enkele decennia aan het toenemen, ook in de Noordzee, wat erop wijst dat de gevolgen van de klimaatverandering toenemen. Verder neemt de recreatieve druk op groene zones toe (vooral in Brussel).
Wat het milieu ook onder druk zet, is de winning van zand en grind in mariene wateren en een aantal riviersystemen.
Eind 2016 wordt het Belgische terrestrische Natura 2000-
netwerk grotendeels voltooid geacht: 12,7 % van het Wat de aanwijzing van speciale instandhoudingszones landoppervlak van België valt onder Natura 2000- betreft, doet Vlaanderen het uitstekend: alle 38 gebieden gebieden (EU-gemiddelde 18,1 %), terwijl de speciale van communautair belang zijn er als speciale beschermingszones krachtens de vogelrichtlijn 10,4 % instandhoudingszones aangewezen, en zowel op van het nationale grondgebied (EU-gemiddelde 12,3 %) gewestelijk niveau als op het niveau van elke individuele en de gebieden van communautair belang krachtens de speciale instandhoudingszone zijn gekwantificeerde habitatrichtlijn 10,7 % van het nationale grondgebied instandhoudingsdoelstellingen vastgesteld.
(EU-gemiddelde 13,8 %) bestrijken. Elders in België is de in figuur 5 weergegeven situatie met
Uit de recentste beoordeling 57 van de gebieden van betrekking tot de aanwijzing van speciale communautair belang (GCB's) van het Natura 2000- instandhoudingszones aanzienlijk verbeterd.
netwerk blijkt echter dat er begin 2014 nog steeds Eind 2016 waren alle 240 gebieden van communautair ontoereikendheden in de aanwijzing voor de mariene belang in Wallonië als speciale instandhoudingszones
componenten van het netwerk waren, zoals aangewezen 60 . De voor elke speciale weergegeven in figuur 5 58 . instandhoudingszone vastgelegde gedetailleerde
beheervoorschriften zouden tot een verbetering van de staat van instandhouding moeten leiden. De Waalse gewestregering heeft ook een besluit goedgekeurd waarin instandhoudingsdoelstellingen op biogeografisch gewestelijk niveau zijn vastgesteld.
Alle drie de gebieden van communautair belang van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn nu ook als speciale instandhoudingszones aangewezen, waarbij op het
57 Voor elke lidstaat beoordeelt de Commissie of de soorten en niveau van elk individueel gebied van communautair
habitattypen in de bijlagen I en II bij de habitatrichtlijn voldoende zijn
vertegenwoordigd door de tot dan toe aangewezen gebieden. Dit belang instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgesteld.
wordt uitgedrukt als een percentage van soorten en habitats
waarvoor bijkomende gebieden moeten worden aangewezen om het De Belgische autoriteiten hebben de Commissie
netwerk in dat land te vervolledigen. De huidige gegevens , die in de meegedeeld dat begin 2017 een koninklijk besluit wordt
periode 2014-2015 werden beoordeeld, weerspiegelen de situatie tot december 2013.
58 De percentages in figuur 5 verwijzen naar procenten van het totale 59 Interne beoordeling door de Europese Commissie. aantal beoordelingen (één beoordeling met betrekking tot één soort 60 Libre Belgique, kennisgeving 1 december 2016, nog niet in het of één habitat in een bepaalde biografische regio in de lidstaat); Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Noot: Wallonië heeft veel meer indien een habitattype of een soort in meer dan één biogeografische gebieden dan Vlaanderen omdat het heeft geopteerd voor een regio binnen een bepaalde lidstaat voorkomt, zijn er evenveel fijnmaziger netwerk van gebieden van communautair belang, met individuele beoordelingen als er biogeografische regio's zijn waarin een paar grotere gebieden en een groot aantal kleinere gebieden. die soort of habitat in die lidstaat voorkomt.
België 13
uitgevaardigd om het mariene gebied van communautair 27 % van de ongunstige beoordelingen voor soorten en belang "Vlaamse Banken" aan te wijzen als speciale 29,7 % van de ongunstige beoordelingen voor habitats instandhoudingszone, die ongeveer 30 % van het vertoonden een positieve trend in 2013.
Belgische deel van de Noordzee bestrijkt. Voor de periode 2007-2013 gaf het overeenkomstig
Figuur 6: Staat van instandhouding van habitats en artikel 17 van de habitatrichtlijn opgestelde rapport over
soorten in België in 2007/2013 (%) 61 de staat van instandhouding voor het Waalse Gewest 65
aan dat twee typen graslandhabitats snel gebied verloren, zelfs binnen Natura 2000-gebieden. Anderzijds wees hetzelfde rapport ook op meetbare verbeteringen voor minder wijdverspreide maar belangrijke habitattypes in termen van biodiversiteitsbehoud, voornamelijk dankzij door LIFE gefinancierde habitatherstelprojecten in de Ardennen.
Wat vogels betreft, vertoonde de populatie van 66 % van de broedende soorten een stijgende of stabiele kortetermijntrend (voor overwinterende soorten was dit slechts 7 %), zoals weergegeven in figuur 7.
Figuur 7: Kortetermijntrend voor de populatie van broedende en overwinterende vogelsoorten in België
in 2012 (%) 66
Volgens het recentste rapport over de staat van instandhouding van habitats en soorten die onder de
habitatrichtlijn 62 vallen, was in 2013 8,6 % van de
biogeografische beoordelingen van de habitats in België gunstig (EU-27: 16 %). 17 % van de beoordelingen was
matig ongunstig 63 (EU-27: 47 %) en 73 % zeer ongunstig
(EU-27: 30 %). Wat de niet-vogelsoorten betreft, was in
2013 19,2 % van de beoordelingen gunstig (EU-27: 23 %) De hoge emissies van uit de landbouw afkomstige stikstof
26 % matig ongunstig (EU-27: 42 %) en 42 % zeer in Natura 2000-gebieden blijven een punt van zorg, met
ongunstig (EU-27: 18 %). Dit is weergegeven in figuur 6 64 . name in de laaggelegen delen van België 67 . Er is gepland
om in Vlaanderen een strategisch programma ter beperking van stikstofemissies te lanceren dat in de
61 Deze cijfers tonen het percentage van biogeografische komende decennia naar verwachting zal leiden tot een
beoordelingen in elke categorie van de staat van instandhouding
voor respectievelijk habitats en soorten (één beoordeling met geleidelijke vermindering van de stikstofuitstoot in
betrekking tot één soort of één habitat in een bepaalde biografische Natura 2000-gebieden.
regio in de lidstaat). De informatie is gebaseerd op de rapportage
overeenkomstig artikel 17 van de habitatrichtlijn - nationale In vergelijking met het EU-gemiddelde is het aantal
samenvatting voor België klachten met betrekking tot de EU-natuurrichtlijnen vrij
62 De kern van het "Artikel 17"-rapport is de beoordeling van de staat laag in alle Belgische regio's.
van instandhouding van de habitats en soorten waarop de
habitatrichtlijn zich richt. België heeft in het kader van LIFE-Natuur EU-financiering
63 De staat van instandhouding wordt met behulp van een
standaardmethode beoordeeld als zijnde "gunstig", "matig ontvangen dankzij een sterk netwerk van natuur-ngo's en
ongunstig" en "zeer ongunstig", op basis van vier parameters zoals in overheidsinstanties met een ambitieuze herstelagenda.
artikel 1 van de habitatrichtlijn gedefinieerd. De instandhoudingsstrategieën in België zijn sterk
64 NB: een directe vergelijking tussen gegevens van 2007 en 2013 wordt bemoeilijkt door het feit dat Bulgarije en Roemenië niet in de rapportagecyclus van 2007 zaten, dat de "onbekende" beoordelingen 65 Waalse regering. La biodiversité en Wallonie sterk zijn afgenomen, met name voor soorten, en dat sommige 66 Artikel 12 van de rapportage overeenkomstig de vogelrichtlijn - gerapporteerde veranderingen niet realistisch zijn omdat zij uit nationale samenvatting voor België verbeterde gegevens/monitoringmethoden voortvloeien. 67 Vlaamse regering, Programmatische Aanpak Stikstof
België 14
gebaseerd op de aankoop van gronden en het herstel van BENELUX MAES-initiatief. Eind 2014 werd de eerste BEES- habitats. kerstmarkt (BEES: Belgium Ecosystem Services Network)
Begin 2016 werd in het kader van LIFE een Belgian georganiseerd, wat zo'n groot succes was dat dit initiatief
Nature Integrated Project (BNIP) toegekend ter in 2015 werd herhaald in samenwerking met de EU-
ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het werkgroep MAES
72
. Het BEES-netwerk wordt momenteel
prioritaire actiekader (PAK) van Vlaanderen, Wallonië en met andere gerelateerde processen en netwerken de dienst Marien Milieu van de federale overheid. Dit samengevoegd in de BEES International Working Group.
project zal zich focussen op maatregelen die gericht zijn Het Natuurrapport Vlaanderen, een regionale op het beheer van het Natura 2000-netwerk, door middel ecosysteembeoordeling ("regional ecosystem van beter bestuur, capaciteitsopbouw en samenwerking assessment", REA), werd in februari 2015 aan de Vlaamse
tussen de Vlaamse, Waalse en federale overheden. Het regering voorgelegd 73 , samen met een interactieve
streeft er ook naar om belanghebbenden meer te mappingtool met GIS-data. Vlaanderen REA-fase II moet betrekken en om specifieke doelstellingen zoals de tegen eind 2016 zijn afgerond met als thema ontwikkeling van geïntegreerde gebiedsbeheerplannen, "Samenwerken met landschappen". In fase III zal een
toezicht 68 en databasesystemen te realiseren. kaart voor groene infrastructuur worden ontwikkeld en
Dankzij het brede scala aan herstelmaatregelen met zullen alternatieve scenario's voor groene infrastructuur betrekking tot Natura 2000-gebieden die sinds 2003 worden geëvalueerd tegen 2018. Op kleinere schaal in worden uitgevoerd in het kader van zes gecoördineerde Vlaanderen is de Natuurwaardeverkenner opgezet om LIFE-projecten die duizenden hectaren veenmoerassen veranderingen in de levering van ecosysteemdiensten als en waterrijke gebieden in de Belgische Ardennen gevolg van veranderingen in landgebruik in landelijke en bestrijken 69 , konden de Belgische autoriteiten in 2013 sinds kort ook in stedelijke gebieden te helpen schatten. significante positieve trends melden wat betreft de staat Deze webtool wordt regelmatig bijgewerkt en van instandhouding van een tiental verschillende uitgebreid
74 .
habitattypen en bijbehorende soorten die door de EU- Het Waalse ecosysteemdienstenplatform heeft een
Habitatrichtlijn worden beschermd 70 . geïntegreerd beoordelingskader, typologieën voor
Voorgestelde maatregelen ecosystemen en ecosysteemdiensten
75 en een
gemeenschappelijk informatiesysteem inclusief een
Verdere inspanningen leveren om ervoor te zorgen database voor biofysische waardering en het in kaart
dat het Natura 2000-netwerk wordt beheerd met het brengen van ecosystemen ontwikkeld. In het Brussels oog op het bereiken van een gunstige staat van Natuurplan 2016-2020 is bepaald dat het Brussels instandhouding van beschermde habitats en soorten, Hoofdstedelijk Gewest onderzoek op het gebied van met name door de druk van de landbouw te stadsnatuur zal blijven ondersteunen en meer in het verminderen. bijzonder zal doorgaan met het in kaart brengen en beoordelen van stedelijke ecosysteemdiensten.
Schatten van natuurlijk kapitaal Het werk aan een rekeningsysteem voor natuurlijk kapitaal zit in een initiële ontwikkelingsfase waarin de
De EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020 roept de inspanningen gericht zijn op het verbeteren van de lidstaten op om de staat van ecosystemen en kennisbasis. Het vierjarige onderzoeksproject ECOPLAN ecosysteemdiensten op hun nationale grondgebied tegen ontwikkelt ruimtelijk expliciete informatie en 2014 in kaart te brengen en te beoordelen, de instrumenten voor de beoordeling van
economische waarde van die diensten te bepalen en de ecosysteemdiensten 76.
opname ervan in rekening- en rapportagesystemen op
nationaal en EU-niveau tegen 2020 te bevorderen. Voorgestelde maatregelen
De Belgische werkgroep Mapping and Assessment of Alle Belgische entiteiten en de relevante instellingen
Ecosystems and their Services (MAES) 71 draagt bij aan het betrekken, het in kaart brengen en beoordelen van werk aan een geïntegreerd rekeningsysteem voor ecosystemen en ecosysteemdiensten en het
natuurlijk kapitaal, in het kader van een Knowledge
Innovation Project on Natural Capital Accounting (MAES
KIP-INCA). België netwerkt en werkt samen binnen een 72 Gembloux Agro-Bio Tech - Université de Liège, 2014. Le BEES Christmas Market en vidéo
73 Vlaamse regering, Flanders Regional Ecosystem Assessment - State 68 Europese Commissie, BNIP - Belgian Nature Integrated Project and Trends Synthesis Report . (Zie in het Nederlands ).
69 Waalse regering, Haut Ardennne restoration 74 Natuurwaardeverkenner
70 Waalse regering, rapportage overeenkomstig artikel 17 van de 75 Ecosysteemdiensten zijn voordelen die uit de natuur voortkomen, habitatrichtlijn zoals voedsel, schoon water en bestuiving, waarvan de menselijke
71 Belgisch Biodiversiteitsplatform, 2013-2014. Belgische werkgroep samenleving afhankelijk is.
MAES 76 Universiteit Antwerpen, ECOPLAN
België 15
waarderingswerk verder ondersteunen, en koolmijnstreek die voor een economische neergang rekeningsystemen voor natuurlijk kapitaal ontwikkelen. stond.
Het Waalse Gewest heeft het Réseau Wallonie Nature 80
Groene infrastructuur gelanceerd ter bevordering van vrijwillige natuurbehoudmaatregelen in het hele gewest, en het
De EU-strategie voor groene infrastructuur 77 bevordert initiatief BIODIBAP 81 heeft talrijke acties bevorderd om
de opname van groene infrastructuur in gerelateerde de biodiversiteit rond openbare gebouwen (zoals plannen en programma's om de versnippering van gemeentehuizen en scholen) te verbeteren. De Plans habitats te helpen overwinnen en de ecologische Communaux de Développement de la Nature omvatten connectiviteit te behouden of herstellen, de veerkracht acties om de biodiversiteit te beschermen, zoals van ecosystemen te verbeteren en zo de verdere uitgesteld maaien en riviercontracten. Het Gewest heeft voorziening van ecosysteemdiensten te waarborgen. ook overeenkomsten met de particuliere sector
Groene infrastructuur biedt ecologische, economische en (bijvoorbeeld steengroeven, energiebedrijven, sociale voordelen door natuurlijke oplossingen. Het helpt spoorwegmaatschappijen) gesloten ter bevordering van om de waarde van de voordelen die de natuur ons biedt de groene infrastructuur.
te begrijpen en om investeringen te mobiliseren om die Het in april 2016 goedgekeurde Gewestelijk
voordelen in stand te houden en te verbeteren. Natuurplan 2016-2020 voor het Brussels Gewest 82
Er lopen veel acties ter bevordering van groene voorziet in de ontwikkeling en uitvoering van plannen infrastructuur in de Belgische regio's, zowel binnen als voor het multifunctionele beheer van groene ruimten, buiten Natura 2000-gebieden 78 . Bijvoorbeeld het voor het waarborgen van de toegang tot de natuur voor programma "Natuur in uw buurt" in Vlaanderen alle burgers, terdege rekening houdend met de natuur en bevordert vergroeningselementen in stedelijke en ecologische connectiviteit in plannen en projecten, woongebieden, onderzoek ter verbetering van het lokale evenals een programma "Blauw netwerk" voor het leven door middel van openbare en private groene beheer van open waterwegen in Brussel.
zones, samenwerkingsprojecten met de particuliere In dit verband wordt momenteel een actieplan voor de sector en het bedrijfsleven om de vergroening van uitvoering van het Brusselse ecologische netwerk industriezones te bevorderen (bijvoorbeeld de haven van ontwikkeld. Gewestelijk en lokale overheden zullen Antwerpen of steengroeven in Vlaanderen en Wallonië), samenwerken aan het opstellen van algemene campagnes en subsidies van lokale autoriteiten om de richtsnoeren en concrete voorwaarden om het groene en vergroening van de stedelijke omgeving te bevorderen blauwe netwerk te consolideren, de beschermingsstatus (bijvoorbeeld groene daken), en ngo-activiteiten voor van groene ruimten te versterken, groene ruimten natuurgebieden. Sinds 2000 heeft het regionale ecologisch onder hun bevoegdheid te beheren en de programma "Groene Wijken - Quartiers Verts" meer dan biodiversiteit te vergroten.
200 lokale vergroeningsinitiatieven in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest ondersteund. Het gaat om de Groene infrastructuur en acties om habitats op vergroening van de openbare ruimte door middel van gewestelijk en federaal niveau te beschermen en
kleinschalige burgerinitiatieven. herstellen helpen ook om bestuivers, zoals inheemse en wilde bijen, te beschermen. Scholen en steden worden
Het Nationaal Park Hoge Kempen is het enige nationale aangemoedigd om kleinschalige initiatieven met park van België. Innovatieve benaderingen voor de betrekking tot wilde bijen uit te voeren; de inspanningen ontwikkeling van de infrastructuur van het park hebben om de oorzaken van de sterfte van inheemse bijen aan te geholpen om economische en pakken worden opgevoerd, en het belang van bestuivers biodiversiteitsdoelstellingen in evenwicht te brengen, in termen van hoogwaardige ecosysteemdiensten wordt wat binnen en rond het park 400 banen heeft gecreëerd op alle niveaus aangepakt. en jaarlijks directe economische baten van 20 miljoen
euro genereert 79 . Het park draagt zo bij aan de sociale cohesie en de opleving van een voormalige Bodembescherming
De thematische EU-strategie voor bodembescherming 77 Europese Unie, Groene Infrastructuur — Versterking van Europa's wijst op de noodzaak om een duurzaam bodemgebruik te
natuurlijke kapitaal, COM/2013/0249 garanderen. Dit vereist dat verdere bodemdegradatie
78 België, 2014. Fifth National Report to the CBD
79 Schweitzer J-P., Mutafoglu K., ten Brink P., Paquel K., Illes A., Gitti G., wordt voorkomen, dat bodemfuncties in stand worden
Kettunen M., Twigger-Ross C., Baker J., Kuipers Y., Emonts M., Tyrväinen L., Hujala T., en Ojala A., 2016. The Health and Social 80 Waalse regering, Réseau Wallonie Nature Benefits of Nature and Biodiversity Protection: Bijlage 1: 20 Cases . 81 BIODIBAP Rapport voor de Europese Commissie, Instituut voor Europees 82 BHG, Gewestelijk Natuurplan 2016-2020 van het Brussels milieubeleid, Londen/Brussel. Hoofdstedelijk Gewest .
België 16
gehouden en dat aangetaste bodems worden hersteld. In Figuur 8: Soorten bodembedekking in België in 2012 83
het Stappenplan van 2011 voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa, een onderdeel van de
Europa 2020-strategie, is bepaald dat het EU-beleid tegen 2020 rekening dient te houden met zijn directe en indirecte impact op landgebruik in de EU en wereldwijd.
Het tempo van ruimtebeslag ligt op schema met het streven om tegen 2050 geen netto ruimtebeslag meer te hebben.
SDG 15 vraagt landen om woestijnvorming tegen te gaan, aangetaste bodems (onder meer als gevolg van woestijnvorming, droogtes en overstromingen) te herstellen, en te streven naar een wereld zonder verdere bodemdegradatie tegen 2030.
De bodem is een belangrijke bron voor het leven en de economie. Hij levert belangrijke ecosysteemdiensten, zoals het verschaffen van voedsel, vezels en biomassa voor hernieuwbare energie, koolstofvastlegging, waterzuivering en bescherming tegen overstromingen, en de levering van grondstoffen en bouwmaterialen. De bodem is een eindige en uiterst kwetsbare hulpbron waarvan de kwaliteit in de EU hoe langer hoe meer achteruitgaat. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat voor stedelijke ontwikkeling en infrastructuur benutte grond in zijn natuurlijke staat wordt hersteld; vooral
landbouwgrond wordt voor deze doeleinden gebruikt, Kunstmatige bodembedekking wordt gebruikt voor wat de versnippering van habitats vergroot. woongebieden, productiesystemen en infrastructuur. Bodembescherming wordt in bestaand EU-beleid op het Deze kunstmatige bodembedekking kan zelf worden gebied van onder meer landbouw, water, afval, opgesplitst in bebouwde gebieden (gebouwen) en nietchemicaliën en de preventie van industriële vervuiling bebouwde gebieden (zoals lineaire vervoersnetwerken indirect aangepakt. en bijbehorende gebieden).
Figuur 8 toont de verschillende soorten bodembedekking In de periode 2006-2012 bedroeg de groei van het in België in 2012, waaruit blijkt dat er tussen de drie jaarlijkse ruimtebeslag (groei van kunstmatige gebieden),
gewesten scherpe contrasten in landgebruik zijn. zoals bepaald door CORINE Land Cover, in België 0,10 %, wat ruim onder het EU-gemiddelde (0,41 %) is. In
Vlaanderen lag de groei van het ruimtebeslag iets hoger dan in Wallonië. Dit kwam overeen met 614 hectare per jaar en was vooral het gevolg van de groei van industriële en handelsgebieden alsmede gebieden voor huisvesting,
diensten en recreatie 84 . De Belgische autoriteiten wijzen
er echter op dat het cijfer mogelijk sterk onderschat
wordt 85 .
In lijn met zijn hogere bevolkingsdichtheid (370,3
personen/km in 2014 86 ) was in 2009 7,39 % van de
oppervlakte van België bebouwd, ruim boven het EU-
83 Europees Milieuagentschap. Land cover 2012 and changes country analysis [publicatie verwacht].
84 Europees Milieuagentschap Draft results of CORINE Land Cover (CLC) inventory 2012 ; gemiddeld jaarlijks ruimtebeslag 2006-2012 als %
van kunstmatig land in 2006. 85 De Belgische autoriteiten hebben de Commissie meegedeeld dat het
cijfer voor Wallonië in het Tableau de Bord de l’Environnement 2014 17 km²/jaar (1700 ha) is, met een toename van de bebouwde grond van 37,6 % over een periode van 28 jaar.
86 Eurostat, Population Density
België 17
gemiddelde van 3,23 % 87 , waarbij er een groot verschil (bijvoorbeeld in Ottignies en Doornik) gefinancierd met was tussen Vlaanderen en Wallonië - zoals duidelijk een bijdrage van 30 miljoen euro 94 .
weergegeven in figuur 8. Er zijn nog geen EU-brede datasets die het mogelijk
Om de reconversie van brownfields te stimuleren, maken referentie-indicatoren te bieden voor de afname verstedelijking en de verdere verkunstmatiging van van organisch materiaal in de bodem, verontreinigde schaarse groene velden (Brussels Hoofdstedelijk Gewest terreinen, de druk op de bodembiologie en diffuse en Wallonië) te voorkomen en groene corridors (Brussels verontreiniging.
Hoofdstedelijk Gewest) (weer) te verbinden en indirect te
verbeteren, heeft elk gewest 88 zijn eigen Neighbourhood De EU-groep van deskundigen inzake bodembescherming
Sustainability Assessment Tool uitgewerkt (of is het bezig werkt momenteel aan het actualiseren van de inventaris met de actualisering ervan). Deze gewestelijke en het evalueren van de beleidsinstrumenten voor instrumenten helpen publieke en private buurtplanners bodembescherming in België en andere EU-lidstaten.
met het lokaliseren van bouwplaatsen met minder impact op het milieu en met het ontwerpen en bouwen
van toekomstige duurzame wijken. Mariene bescherming
In 2010 bedroeg de bodemerosie 1,22 ton per hectare Het beleid en de wetgeving van de EU inzake kust- en per jaar, wat minder was dan het EU-28-gemiddelde mariene gebieden schrijven voor dat de impact van de
(2,46 ton per hectare per jaar) 89 . druk op mariene wateren tegen 2020 voldoende moet gereduceerd zijn om een goede milieutoestand te
Geschat wordt dat 21 % van de bodem in Brussel bereiken of in stand te houden en dat kustgebieden
verontreinigd is 90 , wat ertoe heeft geleid dat er sinds duurzaam moeten worden beheerd.
2009 een saneringsprogramma loopt; 80 % van die
verontreinigde bodems heeft een onbekende eigenaar of SDG 14 vraagt landen om oceanen, zeeën en mariene een eigenaar die niet over de economische middelen hulpbronnen in stand te houden en duurzaam te beschikt om de bodem te saneren. Eind 2015 werden een gebruiken voor duurzame ontwikkeling.
inventaris van de bodemtoestand 91 en een kaart van de De kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) 95 heeft tot bodemtoestand 92 voltooid. In deze inventaris zijn doel om tegen 2020 een goede milieutoestand (GMT)
ongeveer 14 700 percelen opgenomen, wat overeenkomt van de mariene wateren van de EU te bereiken door met circa 3 000 ha (18,6 % van de oppervlakte van het menselijke activiteiten die gevolgen hebben voor het gewest). 14 % van die percelen zijn mogelijk mariene milieu af te stemmen op het ecosysteem. De verontreinigd. De rest is ofwel schoon, ofwel vervuild richtlijn verplicht de lidstaten om een mariene strategie zonder risico's of vervuild en in behandeling. Sinds 2004 voor hun mariene wateren te ontwikkelen en te
is ongeveer 1 580 hectare onderzocht, waarvan 460 ha 93 implementeren, en om samen te werken met lidstaten in
werd behandeld en opnieuw toegewezen aan woon-, dezelfde mariene regio of subregio. economische en recreatieve activiteiten. Volgens de
huidige gegevens en bij ongewijzigd beleid zullen de In het kader van hun mariene strategieën moesten de overige percelen tegen 2029 worden onderzocht (en zal lidstaten tegen juli 2012 een initiële beoordeling van hun nog ongeveer 400 ha worden behandeld en opnieuw mariene wateren uitvoeren, de GMT bepalen
96 en
toegewezen). milieudoelstellingen vastleggen. Ook moesten zij tegen juli 2014 monitoringprogramma's voor de doorlopende
Wallonië is bezig met een postindustriële conversie van beoordeling van hun mariene wateren vaststellen. Het verontreinigde bodems, ook in stedelijke gebieden, met volgende element van hun mariene strategie is de medefinanciering uit het EFRO. vaststelling van een programma van maatregelen (2016).
Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen De Commissie beoordeelt of deze elementen een
(EFSI) heeft een aandelenfonds met de naam Ginkgo passend raamwerk vormen dat aan de eisen van de
Fund II voor de sanering van industrieterreinen KRMS voldoet.
De Belgische wateren behoren tot de mariene regio
87 Europees Milieuagentschap, 2016. Imperviousness and "Noordoost-Atlantische Oceaan", maar bestrijken een
imperviousness change klein deel (0,5 %) van de Noordzee. België is partij bij het
88 Duurzaamheidsmeter Wijken Vlaanderen , 2016 / Appel à projet
Quartiers Nouveaux Wallonie 2016 / Mémento des quartiers durables Bruxelles 2009 , wordt geactualiseerd. 94 Europese Commissie, 2016. The Investment Plan for Europe – state
89 Eurostat, Soil water erosion rate , Figuur 2, geraadpleegd in of play Belgium; Ginkgo Advisor november 2016. 95 Europese Unie, Kaderrichtlijn mariene strategie 2008/56/EC
90 Europese Commissie, EFRO OP Brussel 2014-2020 , blz. 8. 96 De KRMS definieert "Goede Milieutoestand" (GMT) in artikel 3 als:
91 BHG, Inventaris van de bodemtoestand "de milieutoestand van de mariene wateren wanneer deze tot
92 BHG, Bodemkaart ecologisch verscheiden en dynamische oceanen en zeeën leiden die
93 BHG 2016, verslag van de staat van het milieu schoon, gezond en productief zijn".
België 18
Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in Verder verbeteren van de definitie van GMT, onder
het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan meer door regionale samenwerking op basis van het
(OSPAR-verdrag). De Noordzee is een van de drukste werk van het relevante regionale zeeverdrag;
maritieme gebieden, waar olie en gas worden gewonnen identificeren en aanpakken van hiaten in kennis; en belangrijk maritiem verkeer plaatsvindt. Bovendien ervoor zorgen dat het hele monitoringprogramma
vormen overbevissing en bodemtrawlvisserij potentiële zonder vertraging wordt uitgevoerd en geschikt is om bedreigingen voor de biodiversiteit. De indicator voor de vooruitgang op weg naar zijn GMT te volgen; duurzame visserij in Belgische wateren geeft dan ook een verder integreren van bestaande
ongunstige trend aan. 97 monitoringprogramma's die krachtens andere EU-
België legde de lat vrij hoog bij de bepaling van de GMT wetgeving zijn vereist en uitvoeren van gezamenlijke in het kader van de KRMS. Met name de GMT-definitie monitoringprogramma's die op (sub)regionaal niveau die België voorstelde voor "zwerfvuil op zee" werd zijn ontwikkeld, bijvoorbeeld door het regionale
ontoereikend bevonden 98 . zeeverdrag OSPAR; verbeteren van de vergelijkbaarheid en consistentie
Het is dus nog te vroeg om te zeggen of Belgische van monitoringmethodes in de Belgische mariene wateren in goede staat verkeren omdat er zwakke regio; plekken waren in het identificeren van wat "een goede verder ontwikkelen van benaderingen om de impact milieutoestand" in de eerste plaats is. van de belangrijkste drukfactoren te beoordelen (en te
In 2014 ontwikkelde België ook een programma voor het kwantificeren) teneinde te komen tot betere en meer monitoren van zijn mariene wateren. Het lijkt er echter overtuigende beoordelingsresultaten voor de op dat zijn monitoringprogramma's voor andere verslaggeving in 2018.
beschrijvende elementen dan verontreinigende stoffen, verontreinigingen in vis, schaal- en schelpdieren en zwerfvuil op zee verder moeten worden verfijnd en ontwikkeld om als adequaat te worden beschouwd.
Voorts zal een deel van het monitoringprogramma voor enkele beschrijvende elementen (zwerfvuil op zee, onderwatergeluid, zeebodem en zoogdieren) niet
volledig operationeel zijn vóór 2018 99 .
De Belgische beschermde mariene gebieden bestreken
1 272,9 vierkante kilometer van de Belgische mariene wateren in de Noordzee in ruime zin, met inbegrip van
het Kattegat en het Kanaal. 100
In haar verslagen over de uitvoering van de KRMS 101
verleende de Commissie advies om België te helpen.
Voorgestelde maatregelen
97 Federaal Planbureau, 2016. Vooruitgang naar de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN
98 Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het verslag van de Commissie over "De eerste fase van de uitvoering van de Kaderrichtlijn mariene strategie (2008/56/EG) - Evaluatie en advies van de Europese Commissie" ( SWD(2014) 049 final en
COM(2014)097 final ) SWD(2014) 049 final en COM(2014)097 final ).
99 Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het beoordelingsverslag van de Commissie over de
monitoringprogramma's van de lidstaten uit hoofde van de kaderrichtlijn mariene strategie (COM(2017)3 i en SWD(2017)1 final).
100 Gegevens 2012, door het Europees Milieuagentschap verstrekt aan de Europese Commissie – Niet gepubliceerd.
101 Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het verslag van de Commissie over "De eerste fase van de uitvoering van de
Kaderrichtlijn mariene strategie (2008/56/EG) - Evaluatie en advies van de Europese Commissie" ( SWD(2014) 049 final en COM(2014)097 final i ) SWD(2014) 049 final en COM(2014)097 final i). Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het beoordelingsverslag van de Commissie over de monitoringprogramma's van de lidstaten uit hoofde van de kaderrichtlijn mariene strategie (COM(2017)3 i en SWD(2017)1 final).
België 19
-
3.Verzekeren van de gezondheid en levenskwaliteit van burgers.
Luchtkwaliteit de emissies van deze verontreinigende stoffen in de lucht
nu onder de geldende nationale emissieplafonds
Volgens het beleid en de wetgeving van de EU inzake liggen. 104 Wat stikstofoxiden betreft, liggen de schone lucht moet de luchtkwaliteit in de Unie aanzienlijk emissiewaarden nog altijd 7 % boven de huidige worden verbeterd en de door de plafonds, ook al zijn er aanzienlijke emissiereducties Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen niveaus opgetekend (-52 %). Opgemerkt dient te worden dat de dichter benaderen. De luchtvervuiling en het effect ervan overschrijding van de huidige maxima voor stikstofoxiden op ecosystemen en biodiversiteit moeten verder worden deels te wijten is aan de reële uitstoot van deze verminderd, met als langetermijndoelstelling om verontreinigende stoffen door dieselvoertuigen.
kritische belastingen en niveaus niet te overschrijden. Dit
vereist dat de inspanningen om tot volledige naleving van Tegelijkertijd geeft de luchtkwaliteit in België nog steeds de luchtkwaliteitswetgeving van de Unie te komen aanleiding tot bezorgdheid om de volksgezondheid. worden opgevoerd en dat strategische doelstellingen en In 2013 waren volgens het Europees Milieuagentschap acties voor na 2020 worden vastgesteld. naar schatting 10 050 voortijdige sterfgevallen te wijten
aan fijnstofconcentraties 105 , 210 aan
Figuur 9: Naleving streefwaarden voor PM 10 , NO 2 en O 3 in 2014
De EU heeft uitgebreide wetgeving inzake luchtkwaliteit ozonconcentraties 106 en 2 320 aan ontwikkeld 102 , waarin gezondheidsgebaseerde normen stikstofdioxideconcentraties 107 108 . Deze is ook te wijten
en doelstellingen voor een aantal luchtverontreinigende stoffen zijn vastgesteld. Krachtens die wetgeving zijn de 104 De huidige nationale emissieplafonds zijn sinds 2010 van
lidstaten ook verplicht om stelselmatig actuele informatie toepassing ( Richtlijn 2001/81/EG ); voor 2020 en 2030 zijn herziene
over de concentraties van diverse verontreinigende plafonds vastgesteld bij Richtlijn (EU) 2016/2284 betreffende de
stoffen in de lucht aan het publiek beschikbaar te stellen. vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG i
Daarnaast zijn in de richtlijn nationale emissieplafonds en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG i.
emissiereducties op nationaal niveau vastgesteld die voor 105 Fijnstof ("particulate matter" of PM) is een mengsel van
belangrijke verontreinigende stoffen moeten worden aërosoldeeltjes (vast en vloeibaar) met erg uiteenlopende afmetingen en chemische samenstellingen. PM
10 (PM 2,5 ) verwijst
bereikt. naar deeltjes met een diameter van 10 (2,5) micrometer of minder.
De uitstoot van een aantal luchtverontreinigende stoffen Fijnstof wordt uitgestoten door heel wat menselijke bronnen, waaronder verbranding.
is aanzienlijk gedaald in België 103 . Tussen 1990 en 2014 106 Troposferisch ozon ontstaat door fotochemische reacties op
daalde de uitstoot van zwaveloxiden (-88 %), ammoniak vervuiling en is een broeikasgas.
(-44 %) en vluchtige organische stoffen (-63 %), waardoor 107 NOx wordt tijdens de verbranding van brandstof uitgestoten, bijvoorbeeld door industriële installaties en de wegtransportsector.
NOx is een groep gassen die stikstofmonoxide (NO) en stikstofdioxide (NO 2 ) bevatten.
102 Europese Commissie, 2016. Normen voor luchtkwaliteit 108 Europees Milieuagentschap, 2016. Air Quality in Europe – 2016
103 Zie EIONET Central Data Repository en Air pollutant emissions data Report . (Tabel 10.2, blz. 60, zie de details in dit rapport voor de ten viewer (richtlijn nationale emissieplafonds) grondslag liggende methode). De krant Le Soir schreef (30 april –
België 20
aan overschrijdingen van de EU-luchtkwaliteitsnormen, het milieu en de economie.
zoals weergegeven in figuur 9 109 . Reduceren van de uitstoot van stikstofoxide (NO x ) om
Voor 2015 werden overschrijdingen van bindende de geldende nationale emissieplafonds na te leven
111
grenswaarden gemeld voor stikstofdioxide (NO en/of de stikstofdioxide- (NO 2 ) en ozonconcentraties te 2 ) in twee luchtkwaliteitszones (Antwerpen en Brussel). Voorts reduceren, onder meer door de transportgerelateerde waren er in 2015 diverse luchtkwaliteitszones waar de uitstoot te verminderen, met name in stedelijke langetermijndoelstellingen voor de ozonconcentratie niet gebieden.
werden gehaald. Verminderen van de PM 10 -emissie en -concentratie, onder andere door de uitstoot die verband houdt met
De Europese Commissie volgt de aanhoudende transport, landbouw en energie- en warmteopwekking overschrijdingen van deze grenswaarden (voor NO 2 ) op met vaste brandstoffen te verminderen.
door middel van inbreukprocedures voor alle betrokken lidstaten, waaronder België, omdat deze schendingen
ernstige negatieve gevolgen voor de gezondheid en het Lawaai
milieu hebben. Het is de bedoeling om er via adequate
maatregelen voor te zorgen dat alle zones zo snel De richtlijn omgevingslawaai voorziet in een mogelijk weer in overeenstemming met de voorschriften gemeenschappelijke aanpak om de schadelijke effecten zijn. als gevolg van blootstelling aan omgevingslawaai te
vermijden, te voorkomen en te verminderen.
In de luchtkwaliteitszone Engis, waar de PM 10 -
grenswaarden tot en met 2014 werden overschreden, Geluidsoverlast is een van de belangrijkste oorzaken van werd in 2015 een werkgroep opgericht (waarin de gezondheidsproblemen
112
. Om geluidsoverlast te
autoriteiten, de belangrijkste industriële uitstoters en de verlichten, bevat het EU-acquis diverse bepalingen om de burgers vertegenwoordigd zijn) met als doel de impact blootstelling aan omgevingslawaai in kaart te brengen, van de belangrijkste industriële activiteiten op de het publiek te informeren over omgevingslawaai en de luchtkwaliteit te beperken, in het bijzonder de gevolgen daarvan en actieplannen goed te keuren ter
fijnstofconcentratie (PM 10 ). voorkoming en beperking van omgevingslawaai waar
nodig en ter behoud van de kwaliteit van het akoestische
De externe gezondheidskosten door luchtvervuiling zijn milieu indien die goed is.
in België op meer dan 8 miljard euro/jaar geraamd
(gecorrigeerd voor inkomen, 2010) en houden niet alleen De Belgische tenuitvoerlegging van de richtlijn
rekening met de intrinsieke waarde van een gezond omgevingslawaai 113 heeft aanzienlijke vertraging
leven, maar ook met de directe kosten voor de opgelopen. De geluidsbelastingkaarten voor de recentste economie. Deze directe economische kosten houden rapportageronde voor het referentiejaar 2011 zijn alleen verband met 2,5 miljoen verloren werkdagen per jaar als voltooid voor het Vlaams Gewest. De gevolg van ziekten die verband houden met geluidsbelastingkaarten voor het Brussels Hoofdstedelijk luchtvervuiling, met daaraan verbonden kosten voor Gewest en het Waals Gewest zijn nog niet klaar. Voor de werkgevers ten bedrage van 401 miljoen euro/jaar huidige periode zijn de actieplannen voor geluidsbeheer (gecorrigeerd voor inkomen, 2010), voor goedgekeurd voor sommige agglomeraties en een deel gezondheidszorg ten bedrage van meer dan van Brussels Airport, maar veel plannen ontbreken nog.
32 miljoen euro/jaar (gecorrigeerd voor inkomen, 2010)
en voor de landbouw (oogstverliezen) ten bedrage van Voorgestelde maatregelen
37 miljoen euro/jaar (2010) 110 . Voltooien van ontbrekende geluidsactieplannen en
Voorgestelde maatregelen geluidsbelastingkaarten
Handhaven van de neerwaartse emissietrends van
luchtverontreinigende stoffen met het oog op de volledige naleving van geldende nationale
emissieplafonds en van grenswaarden voor de 111 Volgens de bepalingen van de herziene richtlijn nationale emissieplafonds kunnen lidstaten nu vragen om hun emissieluchtkwaliteit,
en verminderen van de schadelijke inventaris aan te passen. In afwachting van de beoordeling van een gevolgen van luchtverontreiniging voor de gezondheid, aanpassingsaanvraag moeten lidstaten emissies nauwlettend blijven
controleren met het oog op verdere reducties. 112 WHO/JRC, 2011, Burden of disease from environmental noise, 1 mei 2016) dat het jaarlijkse aantal NO 2 -doden (2 300 mensen) Fritschi, L., Brown, A.L., Kim, R., Schwela, D., Kephalopoulos, S. (eds), bijna vier keer zo hoog ligt als het aantal dodelijke Wereldgezondheidsorganisatie, Regionaal Bureau voor Europa , verkeersslachtoffers. Kopenhagen, Denemarken.
109 Volgens het Europees Milieuagentschap, 2016. Air Quality in 113 Conform de richtlijn omgevingslawaai moeten lidstaten om de vijf
Europe – 2016 Report . (Figuren 4.1, 5.1 en 6.1). jaar geluidsbelastingkaarten en -actieplannen opstellen en 110 Alle cijfers in deze alinea zijn gebaseerd op de Effectbeoordeling bij publiceren voor agglomeraties met meer dan 100 000 inwoners en
het geïntegreerde pakket schone lucht van de Commissie (2013). voor belangrijke wegen, spoorwegen en luchthavens.
België 21
Waterkwaliteit en -beheer ecologische toestand 115 en geen van de sterk gewijzigde
Het waterbeleid en de waterwetgeving van de EU of kunstmatige waterlichamen bereikte een goed of hoog moeten ervoor zorgen dat de impact van de druk op ecologisch potentieel. Voorts bleek 50 % van de overgangs-, kust- en zoete wateren (met inbegrip van oppervlaktewateren (de toestand van 29 % is onbekend), oppervlakteen grondwater) aanzienlijk wordt 14 % van de sterk gewijzigde en kunstmatige
gereduceerd om waterlichamen in goede toestand te waterlichamen
116 (45 % onbekend) en 45,0 % van de
brengen en te houden of om hun toestand te verbeteren, grondwaterlichamen in goede chemische toestand te zoals gedefinieerd door de kaderrichtlijn water; dat verkeren
117 . Naar schatting 81 % van de
burgers overal in de Unie voordeel ondervinden van hoge grondwaterlichamen verkeert in goede kwantitatieve normen voor veilig drink- en zwemwater; en dat de toestand
118 .
nutriëntenkringloop (stikstof en fosfor) duurzamer en Diffuse verontreiniging zet Belgische oppervlaktewateren hulpbronnenefficiënter wordt beheerd. het zwaarst onder druk en treft 72 % van de SDG 6 moedigt landen aan om ervoor te zorgen dat water waterlichamen
119 . Debietregeling en morfologische
en sanitaire voorzieningen voor iedereen beschikbaar zijn veranderingen treffen 47 % van de waterlichamen,
en duurzaam worden beheerd. gevolgd door puntbronnen van verontreiniging die 44 %
van de waterlichamen treffen. Er bestaan regionale
De belangrijkste algemene doelstelling van het verschillen. Zo treffen diffuse verontreinigingsbronnen waterbeleid en de waterwetgeving van de EU bestaat alle waterlichamen in het Vlaamse stroomgebieddistrict erin de toegang tot voldoende water van goede kwaliteit Schelde, maar slechts 43 % in het Waalse
voor alle Europeanen te garanderen. Het EU-acquis 114 stroomgebieddistrict Maas.
inzake water wil ervoor zorgen dat alle waterlichamen in
Europa in goede toestand zijn door bronnen van De Belgische stroomgebiedbeheerplannen hebben verontreiniging (bijvoorbeeld de landbouw, stedelijke bepaalde tekortkomingen, onder meer op het vlak van de gebieden en industriële activiteiten) aan te pakken, coördinatie tussen de gewesten. Voorts zijn in de fysieke en hydrologische aanpassingen van Belgische stroomgebiedbeheerplannen de methodes om
waterlichamen door te voeren, en overstromingsrisico's de toestand te evalueren niet volledig ontwikkeld 120 . Er
te beheren. werden een aantal vrijstellingen toegepast. Men
De kaderrichtlijn water voorziet in verwacht dat de geplande maatregelen zullen leiden tot stroomgebiedbeheerplannen (SGBP) om het watermilieu een verbetering van de ecologische en chemische in heel Europa te beschermen, te verbeteren en toestand van oppervlaktewateren met respectievelijk duurzaam te gebruiken. Daartoe behoren zoete 15 % en 21 %. Voorts moeten de maatregelen het oppervlaktewateren, zoals meren en rivieren, ecologische potentieel van kunstmatige en sterk
grondwater, estuaria en kustwateren tot één zeemijl. gewijzigde waterlichamen verbeteren met 8 % en hun chemische toestand met 3 %. De chemische toestand van
België heeft de Commissie informatie over zijn het grondwater zal naar verwachting verbeteren met 3 % stroomgebiedbeheerplannen van de tweede generatie en de kwantitatieve toestand met 1 %. verstrekt. De SGBP's van de tweede generatie werden
door Vlaanderen op 18 december 2015 en door Wallonië België maakt intensief gebruik van zijn beschikbare op 28 april 2016 goedgekeurd. Omdat de Commissie deze hulpbronnen, wat deels toe te schrijven is aan het hoge
informatie nog niet voor alle lidstaten heeft kunnen
valideren, wordt zij hier niet vermeld. Voor het Brussels 115 Een goede ecologische toestand wordt in de kaderrichtlijn water
Hoofdstedelijk Gewest en de Belgische kustwateren gedefinieerd aan de hand van de kwaliteit van de biologische
ontbreken de plannen nog. gemeenschap, de hydrologische kenmerken en de chemische
eigenschappen.
In zijn stroomgebiedbeheerplannen van de eerste 116 Veel Europese stroomgebieden en wateren zijn veranderd door generatie bracht België overeenkomstig de kaderrichtlijn menselijke activiteiten, zoals drainage, bescherming tegen
water verslag uit over de toestand van 534 rivieren, overstromingen en de bouw van dammen om reservoirs te creëren.
18 meren, 6 overgangswateren, 2 kustwateren en 117 Een goede chemische toestand wordt in de kaderrichtlijn water gedefinieerd op basis van de naleving van alle op Europees niveau
80 grondwaterlichamen. Slechts 38 % van de natuurlijke bepaalde kwaliteitsnormen voor chemische stoffen. oppervlaktewateren had een goede of betere 118 Voor grondwater is een preventieve aanpak toegepast die bestaat
uit een verbod op directe lozingen in het grondwater en de verplichting om grondwaterlichamen te monitoren.
114 Dit omvat de zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG); de richtlijn inzake de 119 Diffuse verontreiniging is afkomstig van wijdverspreide activiteiten behandeling van stedelijk afvalwater (91/271/EEG) met betrekking zonder dat één enkele oorzaak kan worden aangewezen,
tot lozingen van stedelijk en bepaald industrieel afvalwater; de bijvoorbeeld zure regen, pesticiden, stedelijk rioolwater, drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) met betrekking tot de kwaliteit van meststoffen enz. drinkbaar water; de kaderrichtlijn water (2000/60/EG) met 120 Meer informatie over de uitvoeringsstatus en meer specifieke betrekking tot het beheer van waterbronnen; de nitratenrichtlijn aanbevelingen zijn te vinden bij de Europese Commissie, Verslagen (91/676/EEG) en de hoogwaterrichtlijn (2007/60/EG) . over de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water
België 22
koelwatergebruik voor de elektriciteitsproductie. Dit gewestelijk niveau. De uitdagingen die verband houden water wordt vervolgens teruggevoerd naar de rivieren. met het agrarische gebruik van nutriënten treffen het
Wat drinkwater betreft, scoort België zeer hoge hele Belgische grondgebied, behalve het Brussels conformiteitspercentages van 99-100 % voor de Hoofdstedelijk Gewest waar conventionele microbiologische en chemische parameters en de landbouwactiviteiten eerder uitzonderlijk zijn.
indicatoren die in de drinkwaterrichtlijn zijn Hoewel vooruitgang is geboekt, blijft in Vlaanderen de
vastgesteld. 121 agrarische druk op water hoog, waarbij de meeste
Zoals figuur 10 toont, was in 2015 79,6 % van de 113 oppervlaktewateren aan eutrofiëring onderhevig zijn. In
Belgische zwemwateren van uitstekende kwaliteit, Vlaanderen resulteerde de intensieve veeteelt (pluimvee,
14,2 % van goede kwaliteit en 3,5 % van voldoende varkens en koeien) in een stijgende agrarische druk op kwaliteit. Eén zwemwater was van slechte kwaliteit of water. Daarom heeft Vlaanderen besloten om de
niet-conform, en de overige twee zwemwateren konden maatregelen van zijn actieprogramma toe te passen op het hele grondgebied, aangevuld met extra maatregelen
niet worden beoordeeld 122 . in aandachtsgebieden waar controles uitwijzen dat de
Figuur 10: Zwemwaterkwaliteit 2012 – 2015 123 waterkwaliteit er onvoldoende op vooruitgaat.
Vlaanderen geniet een afwijking van de
nitratenrichtlijn 125 met betrekking tot de maximale
hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die op land mag worden gebruikt.
België ondervond problemen om de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater tijdig ten uitvoer te leggen. Hoewel grote steden nu aan de voorschriften voldoen, staan kleine agglomeraties in het Waalse
Gewest nog voor problemen. Globaal gezien wordt in
België 98 % van het afvalwater opgevangen en krijgt
97,3 % van het opgevangen water een secundaire behandeling. Ten slotte ondergaat 82 % van het opgevangen afvalwater een meer ingrijpende behandeling. Om in de overige agglomeraties een adequate waterbehandeling te waarborgen, moet naar
schatting 73 miljoen euro worden geïnvesteerd 124 .
De tenuitvoerlegging van de nitratenrichtlijn gebeurt op
121 Samenvattend verslag van de Commissie over de kwaliteit van het drinkwater in de Unie waarin de rapporten van de lidstaten voor de periode 2011-2013 worden onderzocht , als bedoeld in artikel 13, lid 5, van Richtlijn 98/83/EG i; COM(2016)666 i.
122 European Environment Agency, 2016. European bathing water In Wallonië is de agrarische druk de afgelopen jaren licht
quality 2015 , blz. 26. afgenomen omdat er minder dierlijke en minerale
123 European Environment Agency, State of bathing water landrapporten - België , 2016.
124 Europese Commissie, Achtste verslag over de status van de 125 Uitvoeringsbesluit van de Commissie (EU) 2015/1499 van tenuitvoerlegging en de programma's voor de tenuitvoerlegging van 3 september 2015 tot verlening van een door België voor het de richtlijn stedelijk afvalwater (COM (2016)105 definitief)(COM Vlaams Gewest gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG i (2016)105 definitief) en Werkdocument van de diensten van de van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging Commissie bij het verslag (SWD(2016)45 definitief(SWD(2016)45 door nitraten uit agrarische bronnen (kennisgeving geschied onder definitief ). nummer C(2015) 6058).
België 23
meststoffen worden gebruikt. De waterkwaliteit blijft efficiënter te gebruiken. echter een probleem in sommige gebieden in de regio.
Ongeveer 76 % van het totale landoppervlak is als De lidstaten, Europese instellingen, steden en kwetsbare zone voor nitraten aangewezen. Er blijft belanghebbenden hebben een nieuwe stedelijke agenda bezorgdheid bestaan of het nitraatactieprogramma wel opgesteld voor de EU (waarin het initiatief Smart Cities volstaat om schadelijke concentraties in water verder te opgenomen is) om deze kwesties op een alomvattende
verlagen. wijze aan te pakken, met inbegrip van hun sociale en economische uitdagingen. De kern van deze stedelijke
Tussen 2002 en 2013 werden er 10 overstromingen agenda voor de EU is de ontwikkeling van twaalf
geregistreerd 126 . De overstromingsbescherming is goed partnerschappen die zich richten op vastgestelde
opgezet, met in het bijzonder het SIGMAPLAN II (omvat stedelijke uitdagingen, waaronder luchtkwaliteit en
een lijst met meer dan 50 projecten om overstromingen huisvesting. 130
tegen te gaan en de natuur in het Schelde-estuarium te
herstellen). In Vlaanderen is het LATIS-instrument De Europese Commissie lanceert in 2017 een nieuw EU- ontwikkeld waarmee men in een gemiddeld jaar een benchmarksysteem.
131
schade van gemiddeld 50-60 miljoen euro vaststelt. Er De EU stimuleert groene steden door middel van zijn gedetailleerde overstromingsstatistieken beschikbaar financiering en prijzen, zoals de prijs voor Groene
voor België 127 . Hoofdstad van Europa, voor steden met meer dan
Voorgestelde maatregelen 100 000 inwoners en het Europese Green Leaf-initiatief voor steden en dorpen met 20 000 tot 100 000 inwoners.
Verbeteren van de methoden om de toestand, en dan Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was een van de vier
vooral de ecologische toestand van stedelijke finalisten van de wedstrijd in 2015 en is lid van oppervlaktewateren te beoordelen. Vrijstellingen het Green Capital Network. Het URBACT-programma moeten in het SGBP beter worden toegelicht en heeft tot doel duurzame, geïntegreerde
gerechtvaardigd 128 . Verbeteren van de coördinatie stadsontwikkeling te stimuleren en bij te dragen aan de
tussen de waterbeheerders van de drie administratieve verwezenlijking van de Europa 2020-strategie. In het
regio's.
Ervoor zorgen dat kleinere agglomeraties in Wallonië kader van het URBACT II-programma is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een hoofdpartner van het
beschikken over een adequate opvang en behandeling URBACT-themanetwerk Duurzaam voedsel in stedelijke
van afvalwater.
Ervoor zorgen dat waterverontreiniging, onder andere gemeenschappen
132
, waarbij negen andere Europese
door de landbouw, doeltreffend wordt aangepakt steden betrokken waren.
conform de nitratenrichtlijn en de kaderrichtlijn water. België heeft 141,9 miljoen euro of 15 % van zijn EFRO-
toewijzing toegekend, technische bijstand voor duurzame stadsontwikkeling niet meegerekend. Het operationele
Verbeteren van de duurzaamheid van steden programma (OP) voor Brussel is volledig in dit bedrag vervat, terwijl de OP's voor Vlaanderen en Wallonië
Het EU-beleid inzake het stadsmilieu moedigt steden aan stedelijke assen omvatten.
om met hun beleid te werken aan duurzame
stadsplanning, innovatief openbaar vervoer en mobiliteit België is het meest dichtgeslibde land van Europa in in de stad, duurzame gebouwen, energie-efficiënte termen van verloren uren en vertragingen, vooral rond oplossingen en het behoud van de stedelijke Antwerpen en Brussel.
133,134 . Verkeerscongestie leidt tot
biodiversiteit. een hoger brandstofverbruik en draagt bij tot
luchtvervuiling. In 2013 gebeurde 78,5 % van het vervoer
SDG 11 is erop gericht steden en menselijke in België met de eigen wagen 135 . In Vlaanderen gebruikt
woongebieden inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam te maken.
Europa is een Unie van steden en gemeenten; circa 75 % 130 http://urbanagendaforthe.eu/
van de bevolking van de EU woont in een stedelijk 131 De Commissie werkt momenteel aan een Urban Benchmarking and
gebied. 129 Het stadsmilieu brengt specifieke uitdagingen Monitoring -instrument ("UBAM") dat in 2017 wordt gelanceerd. voor het leefmilieu en de menselijke gezondheid met zich Naarmate er beste praktijken ontstaan, zullen die beter worden
mee, maar biedt tegelijk kansen om hulpbronnen verspreid via de UBAM-app, en in toenemende mate via bijvoorbeeld Eurocities, ICLEI, CEMR, het Comité van de Regio's,
Burgemeestersconvenant en andere. 132 BHG, URBACT-netwerk , september 2015. 126 RPA 2013 133 INRIX, 2015. Key Findings: INRIX 2015 Traffic Scoreboard 127 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken , 2013. 134 Christidis, P., Ibáñez Rivas, J.N., 2012. Measuring road congestion, 128 De volledige reeks aanbevelingen met betrekking tot de KRW staat JRC technical notes, EC JRC-IPTS,
hier . 135 Federaal Planbureau, 2016. Vooruitgang naar de 129 Europees Milieuagentschap, stadsmilieu duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN
België 24
75 % van de pendelaars nog steeds de eigen wagen 136 .
Dit heeft tot wat carpoolen geleid, vooral in Antwerpen,
Gent en Leuven. 137 In Vlaanderen worden diverse
initiatieven genomen om steden duurzamer te helpen
worden 138 . Gent stelt voor om zijn voetgangerszone in
2017 verder uit te breiden.
In verscheidene gevallen moet de in de federale en gewestelijke regeringsakkoorden aangekondigde intentie om congestie aan te pakken nog in concrete maatregelen worden omgezet, ook al zijn er enkele maatregelen genomen om de situatie te verbeteren, zoals de kilometerheffing voor vrachtwagens op alle Belgische
wegen, de uitbreiding van de voetgangerszone in het Wat stedelijk groen betreft, voorziet het Vlaamse EFRO-
centrum van Brussel en de groene BWLKE-belasting 139 op OP in de ontwikkeling van groene, stedelijke
overdreven grote parkeerplaatsen rond infrastructuur 143 . Antwerpen heeft het minste stedelijk kantoorgebouwen. groen in Vlaanderen. 144 Er worden acties ondernomen
In Brussel heeft een verschuiving plaatsgevonden ten om deze situatie te verhelpen, zoals de ontwikkeling van gunste van het openbaar vervoer en fietsen, waarbij het Park Spoor Noord in Antwerpen, medegefinancierd door gebruik van personenauto's is afgenomen. Het autobezit het EFRO.
145 Het Antwerpse Havenbedrijf werkt aan de per huishouden is sinds 2000 licht gedaald en wordt verdere economische ontwikkeling en zet zich geschat op 0,7 per huishouden. 35 % van de Brusselse tegelijkertijd in voor de instandhouding van soorten en huishoudens heeft geen auto. In de periode 2000-2012 habitats. Brussel beschikt over grote groene zones, ook al nam het gebruik van de metro met 69 % toe 140 . Veel zijn die vooral geconcentreerd in het zuidoostelijke deel personenverkeer in Brussel houdt verband met woonvan de stad en is er weinig groen in het stadscentrum. werkverkeer (56 % van de 650 000 banen in Brussel), en Krachtens het Brusselse natuurplan 2016-2020 worden 55 % van die bewegingen gebeurt met de auto echter diverse projecten die gebruikmaken van (154 000 auto's) 141 . Dit probleem wordt hoofdzakelijk natuurlijke oplossingen ter verbetering van het aangepakt met investeringen in het GEN en fiets-GEN- stadsmilieu uitgevoerd of voorbereid, in het bijzonder in projecten rond de hoofdstad, park-and-ride-regelingen, de dichtst bevolkte delen van de stad.
en verplichte mobiliteitsplannen voor bedrijven. Energieverbruik en het verkeer leiden tot de uitstoot van
Op basis van een strategisch plan wil Brussel het fijnstof en stikstofoxiden. In Brussel werden de vrachtverkeer optimaliseren en de uitstoot verminderen. jaargrenswaarden voor PM 10 tussen november 2009 en Bel RTL berichtte dat volgens de Intergewestelijke Cel eind maart 2013 elk jaar overschreden
146 . Hoewel de
voor het Leefmilieu (IRCEL) het aantal door fijnstofniveaus in Brussel zijn verbeterd (conform de
dieselmotoren uitgestoten roetdeeltjes in de lucht voorschriften sinds 2014) is NO 2 een reden tot
gehalveerd was na de autovrije zondag in Brussel op bezorgdheid. Sinds juni 2016 heeft het Brussels Gewest
18 september 2016 142 . De Luikse Trilogiport, die via het een lucht-klimaat-energieplan
147 dat de uitstoot van NO 2 ,
Albertkanaal in verbinding staat met Antwerpen, heeft fijnstof en broeikasgassen (en ook de aanpassing aan de gunstige gevolgen voor het leefmilieu gehad. klimaatverandering) aanpakt. In dit plan zijn
64 maatregelen in alle betrokken sectoren (bouw, transport, economie, enz.) vastgesteld. Een van de belangrijkste maatregelen van het plan met betrekking tot de luchtkwaliteit is de invoering van een lageemissiezone op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met ingang van 2018. Deze zone zal het Gewest helpen om de Europese NOx-normen te bereiken. Ook Vlaanderen heeft actieplannen voor NO 2 en fijnstof, alsook meer specifieke doelstellingen voor
136 Europese Commissie, EFRO OP Vlaanderen 2014-20 , blz. 5-6. hotspots zoals de haven van Antwerpen en de regio
137 Vlaamse regering, Autodelen
138 Stadsontwikkelingsprojecten; duurzaamheidsmeter; natuur in je buurt. 143 Europese Commissie, EFRO OP Vlaanderen 2014-2020 , blz. 94.
139 Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. 144 Vlaamse regering, Bodembezetting naar functie
140 BHG, Mobiliteit en vervoer 145 Vlaamse overheid, Bodembezetting naar functie
141 Europese Commissie, EFRO OP Brussel 2014-20 , blz. 13. 146 BHG, Incidentie van winterse vervuilingspieken in het Brussels
142 Bel RTL: "La présence dans l'air de particules de suie a diminué ..." Hoofdstedelijk Gewest info: Journal parlé 13h, 19.9.16. 147 BHG, Plan Lucht-Klimaat-Energie , juni 2016.
België 25
Gent. Het Waals Gewest heeft zijn Plan Air-Climat "Good Food-strategie" 154 goed om te evolueren naar een
Energie 2016-22. In zowel Vlaanderen als Wallonië duurzamere voedselvoorziening in Brussel. De worden er in bepaalde steden (bijv. Antwerpen) stappen voornaamste prioriteiten zijn de ontwikkeling van de gezet om lage-emissiezones in te voeren. lokale voedselproductie met respect voor het leefmilieu
In 2014 werd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer en oog voor innovatie, de bewustmaking van burgers, het dan 137 000 ton stedelijk afval, goed voor 40 % van het terugdringen van voedselverspilling en de ontwikkeling stedelijk afval 148 , ingezameld om te worden hergebruikt van acties, rekening houdend met de specifieke sociale of gerecycleerd. De bedoeling van het Brusselse Ecopôleen multiculturele eigenheid van het Brussels project, dat vijf miljoen euro financiering uit het EFRO Hoofdstedelijk Gewest.
heeft ontvangen, is om een sociaal-economisch
afvalterugwinningsproject op te zetten. 149 Het project Boeren Bruxsel Paysans
155
, gesteund door het EFRO, stimuleert de overstap van het Brussels
Er zijn verschillende innovatieve projecten om de Hoofdstedelijk Gewest naar een duurzamer duurzaamheid van steden te verbeteren. De Gentse voedselsysteem door productie-, verwerkings- en waterintercommunale (FARYS) heroriënteerde haar distributie-infrastructuur in te richten voor fruit en leveranciersconfiguratie en innamepatronen. Voorts groenten die ter plaatse gekweekt zijn.
omvat het klimaatadaptatieplan 2011-2013 acties om de watervoorziening te verminderen, zoals de toepassing
van een waterhiërarchie in openbare ruimtes, het Internationale overeenkomsten
gebruik van alternatieve grijswatersystemen en de
opvang van regenwater 150 . Antwerpen voorkomt Krachtens de EU-verdragen moeten door middel van het overstromingen als gevolg van hevige regenval door Europese milieubeleid maatregelen op internationaal middel van maatregelen zoals de bouw van niveau worden gestimuleerd om regionale en mondiale bufferbekkens en het ruimen van waterlopen. De milieuproblemen aan te pakken.
maatregelen staan onder andere beschreven in een
strategisch waterhuishoudingsplan voor het De meeste milieuproblemen hebben een havengebied. De stad voerde ook een groene bouwcode grensoverschrijdend en vaak mondiaal karakter en in met groendaken, regenwaterputten en gescheiden kunnen alleen via internationale samenwerking effectief systemen 151 . worden aangepakt. Door de Unie afgesloten
internationale milieuovereenkomsten zijn bindend voor
Wat afvalwaterbehandeling betreft, had Brussel de instellingen van de Unie en voor haar lidstaten. jarenlang geen adequate afvalwaterzuiveringsinstallaties. Daarom moeten de EU en de lidstaten alle relevante, Die worden nu gefinancierd met een lening van de multilaterale milieuovereenkomsten (MMO) tijdig
Europese Investeringsbank (EIB) 152 . ondertekenen, ratificeren en daadwerkelijk uitvoeren
Het EFRO cofinancierde het Greenbizz-project in Brussel, (MEA). Deze verplichting zal ook in belangrijke mate een milieuvriendelijke bedrijfsincubator ter bijdragen tot de verwezenlijking van de DOD's waartoe ondersteuning van de circulaire economie, het de lidstaten zich in 2015 verbonden en die veel gerenoveerde Brusselse slachthuis inclusief een verplichtingen bevatten die al in juridisch bindende pilootproject rond stadslandbouw met een dakmoestuin overeenkomsten zijn opgenomen. en het stedelijke distributiecentrum van Charleroi waar Dat sommige lidstaten een aantal MMO's niet zware voertuigen hun vracht kunnen lossen, waarna de ondertekenden en/of ratificeerden, brengt de uitvoering goederen door lichte elektrische of minder vervuilende in het gedrang, ook binnen de Unie, en schaadt de voertuigen verder worden verdeeld. Al deze projecten geloofwaardigheid van de Unie in gerelateerde
zijn genomineerd als finalisten van REGIOSTAR 2016 153 . onderhandelingen en op internationale bijeenkomsten
Wat duurzame voeding betreft, keurde de regering van waar derde landen, zoals een EU-beleidsdoelstelling het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in december 2015 de voorschrijft, worden aangemoedigd om aan deze
overeenkomsten deel te nemen. Bij stemmingen over overeenkomsten heeft dit een rechtstreekse impact op het aantal door de EU uit te brengen stemmen.
148 BHG 2016, verslag van de staat van het milieu Momenteel heeft België het Protocol betreffende
149 Europese Commissie, European Green Capital Good practice report strategische milieueffectenrapportage bij het Verdrag
150 Europese Commissie, European Green Capital Good practice report van Espoo ondertekend, maar nog niet geratificeerd.
2014 , blz. 24. 151 Europese Commissie, European Green Capital Good practice report
2014 , blz. 24. 154 BHG, Strategie Good Food "Naar een duurzamer voedingssysteem 152 EIB, 2014. SBGE – Brussels South waste water treatment plant in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest"
153 Europese Commissie, 2016 REGIOSTARS -finalisten. 155 Boeren Bruxsel Paysans
België 26
Deel II: Regelgevingskader: uitvoeringsinstrumenten
-
4.Marktinstrumenten en investeringen
Groene belastingen en milieuschadelijke motorrijtuigenbelasting zijn. De voorgestelde verhoging
subsidies van de motorrijtuigenbelasting zou goed zijn voor 3,25 miljard euro extra inkomsten tegen 2030 (reële
Het Europees Actieplan Circulaire Economie moedigt het termen 2015), wat overeenkomt met 0,63 % van het bbp. gebruik van financiële prikkels en economische De volgende grootste bijdrage zou kunnen komen van instrumenten zoals belastingen aan om ervoor te zorgen voorgestelde wijzigingen van de heffingen op dat de prijzen van producten beter hun milieukosten transportbrandstoffen. Deze maatregel zou goed zijn weerspiegelen. De geleidelijke afschaffing van voor 1,36 miljard euro extra inkomsten in 2030 (reële milieuschadelijke subsidies wordt gemonitord in de termen 2015), wat overeenkomt met 0,27 % van het bbp. context van het Europees semester en in de door In 2015 voerde de Vlaamse overheid een onderzoek lidstaten ingediende nationale hervormingsprogramma's. waarin men een zogenaamd "dubbel dividend" vaststelde
De belasting van verontreiniging en hulpbronnengebruik als gevolg van groenere belastingen en een lagere kan hogere inkomsten genereren en belangrijke sociale belastingdruk op arbeid: groenere belastingen leverden en ecologische voordelen creëren. niet alleen voordelen voor het milieu maar ook
economische voordelen op 159 .
De Belgische inkomsten uit milieugerelateerde
belastingen behoren tot de laagste in de EU. De Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een aantal milieubelastingen bedroegen 2,05 % van het bbp in 2014 maatregelen genomen om zijn fiscale beleid te gebruiken tegenover een EU-gemiddelde van 2,46 %, en de als instrument om de duurzame ontwikkeling van een energiebelastingen bedroegen tot 1,23 % van het bbp circulaire economie in de regio te stimuleren (bijv. fonds tegenover een EU-gemiddelde van 1,88 %. 156 In hetzelfde om een op circulaire economie gebaseerd businessmodel jaar waren de milieubelastinginkomsten goed voor 4,53 te bevorderen bij bedrijven). Het Gewest is van plan om % van alle inkomsten uit belastingen en in die richting verder te gaan.
socialezekerheidsbijdragen (EU-28 gemiddeld: 6,35 %) zoals figuur 11 toont.
Een studie uit 2016 geeft aan dat er heel wat potentieel is voor een verschuiving van belastingen op arbeid naar
milieubelastingen 157 . In een op goede praktijken gebaseerde scenario 158 kunnen deze belastingen
3,45 miljard euro extra genereren tegen 2018 en oplopen tot 6,96 miljard euro tegen 2030 (beide in reële termen
2015). Dit komt neer op een stijging van 0,8 % en 1,35 % van het bbp in respectievelijk 2018 en 2030. De grootste potentiële bron van inkomsten zou een hogere
156 Eurostat, Environmental tax revenues , geraadpleegd in juni 2016
157 Eunomia Research and Consulting, IEEP, Universiteit Aarhus, ENT,
2016. Study on Assessing the Environmental Fiscal Reform Potential for the EU28. Noot: De nationale regeringen zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van belastingtarieven binnen de internemarktregels van de EU en in dit verslag worden geen concrete suggesties gedaan om het niveau van de milieubelastingen te veranderen. Het presenteert slechts de bevindingen van de studie door Eunomia et al in 2016 over de voordelen die diverse milieubelastingen zouden kunnen opleveren. Het is dan aan de nationale autoriteiten om deze studie en de concrete gevolgen van die belastingen in de nationale context te beoordelen. Een eerste stap, die al door een aantal lidstaten is gezet, in verband hiermee is het oprichten van expertgroepen om de gevolgen te beoordelen en concrete voorstellen te formuleren.
158 Het op goede praktijken gebaseerde scenario betekent dat vergelijkingen moeten worden gemaakt met een succesvolle belastingpraktijk in een andere lidstaat. 159 Vlaamse regering , studie
België 27
Figuur 11: Procentueel aandeel van gaat om de dieseldifferentiëring (verschil in de prijs van milieubelastinginkomsten in de totale diesel ten opzichte van benzine) en subsidies via de belastinginkomsten en sociale bijdragen (exclusief inkomstenof vennootschapsbelasting voor
toegerekende sociale bijdragen) in 2014 160 bedrijfswagens. De dieseldifferentiëring ligt in België
rond 70 % (ter vergelijking: in het VK is dat 100 %, wat betekent dat de belastingen op benzine- en dieselwagens even hoog zijn en er dus geen dieseldifferentiëring
bestaat) 161 . Vanaf november 2015 werden de accijnzen op diesel verhoogd 162 . De overheid heeft de intentie om
de accijnzen op diesel te verhogen en die op benzine te
verlagen tussen 2016 en 2018 om ze gelijk te stellen 163 .
Ondanks reeds genomen maatregelen om de belastinggrondslag voor bedrijfswagens verder af te stemmen op de CO 2 -uitstoot, wordt het privégebruik van deze voertuigen nog altijd sterk gesubsidieerd. Uitgaande van nationale belastingstelsels en verschillende vergelijkende schattingen vertegenwoordigt de gunstige fiscale behandeling bijna 3,75 miljard euro aan gederfde inkomsten. Van alle OESO-landen ligt de totale jaarlijkse subsidie per auto het hoogst in België, op 2 763 euro per
jaar per auto 164 . In haar economische vooruitzichten voor België 165 van november 2015 heeft de OESO erop
gewezen dat dit zwakke punt verdere vooruitgang in de aanpak van congestie, luchtvervuiling en de uitstoot van broeikasgassen belemmert. Een recent rapport geeft aan dat bedrijfswagens in België jaarlijks 6 000 km extra afleggen en dat het welvaartsverlies 905 miljoen euro
bedraagt, of 0,23 % van het bnp 166 . De federale regering
heeft onlangs besloten om wijzigingen in het bedrijfswagenstelsel door te voeren, die tegen april 2017 van kracht zouden moeten zijn. Het nieuwe kader zal werknemers van wie het loonpakket een bedrijfswagen omvat de keuze geven (na goedkeuring door hun
De belastingdruk verschuiven van belastingen op arbeid werkgever) tussen een mobiliteitsbudget of extra naar belastingen die minder schadelijk zijn voor de groei nettoloon in de plaats. De milieuvoordelen zijn nog blijft een belangrijke uitdaging in België en was een onduidelijk, maar de overheid heeft te kennen gegeven landspecifieke aanbeveling (LSA) in 2012, 2013, 2014 en dat zij het aantal bedrijfswagens gevoelig wil 2015 in de context van het Europees semester. De verminderen. In dezelfde context heeft de regering ook belastingverschuiving die België in 2015 doorvoerde, beslist om de fiscale aftrekbaarheid van tankkaarten door benutte slechts gedeeltelijk de kansen van een werkgevers te verlagen (tot 250 euro per kaart). milieubelastinghervorming en schrapping van In maart 2016 kondigde de federale minister van energie, milieuschadelijke subsidies (MSS). De belangrijkste leefmilieu en duurzame ontwikkeling de lancering van
positieve veranderingen waren de invoering van een
kilometerheffing voor vrachtwagens in alle Belgische 161 Update door de Europese Commissie, 2015 op basis van
regio's en de wijziging van de motorrijtuigenbelasting en Harding M., 2014. The Diesel Differential: Differences in the Tax
wegenbelasting in Vlaanderen. Alle drie de gewesten Treatment of Gasoline and Diesel for Road Use . OECD Taxation
hebben maatregelen getroffen of zijn van plan Working Papers, nr. 21; Europees Milieuagentschap 2016,
maatregelen te treffen om de aankoop van de meest Environmental taxation and EU environmental policies , Tabel 4.3 op blz. 24.
vervuilende auto's te ontraden. Vlaanderen heeft een 162 Programme National de Réforme , april 2016, blz. 7.
studie besteld naar de mogelijkheid om een 163 Europees Milieuagentschap 2016, Environmental taxation and EU
kilometerheffing voor personenauto's in te voeren. environmental policies , blz. 27. 164 Harding M. 2014. Personal Tax Treatment of Company Cars and
Commuting Expenses – Estimating the Fiscal and Environmental
Twee milieuschadelijke subsidies springen eruit omdat Costs . OECD Taxation Working Papers, nr. 20, blz. 28. hun omvang en ecologische impact substantieel zijn. Het 165 OESO, 2016. Belgium – Economic forecast summary (juni 2016)
166 Federaal Planbureau, 2016. Het fiscaal voordeel voor bedrijfswagens heeft een grote invloed op het mobiliteitsgedrag,
160 Eurostat, Environmental tax revenues , geraadpleegd in juni 2016. met aanzienlijke maatschappelijke kosten
België 28
een nationaal debat aan over de rol die een op nationaal niveau met de belanghebbenden. Voor een koolstofbelasting kan spelen om de uitstoot te 70-tal product- en dienstengroepen zijn federale GO-
verminderen en financiële stromen om te buigen naar criteria/duurzaamheidscriteria ontwikkeld. 170
een koolstofarme, klimaatbestendige maatschappij, en
over ondersteunende maatregelen om een Vlaanderen heeft zich tot doel gesteld om op het niveau koolstofbelasting te begeleiden. Dit initiatief loopt in van het Vlaams Gewest 100 % DOO te bereiken tegen 2016 en 2017 en is bedoeld om concrete 2020. Voorts streeft het gewest het doel na om
beleidsaanbevelingen te formuleren. uitsluitend groene stroom aan te kopen voor de gebouwen van het Vlaams Gewest en om auto's met
goede milieuprestaties, zoals elektrische en lage
Groene overheidsopdrachten emissiewagens, aan te schaffen.
Het EU-beleid voor groene overheidsopdrachten moedigt In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de doelen lidstaten aan om verder te werken aan het realiseren van om de drie jaar vastgesteld. De doelen voor 2017 zijn: de doelstelling om in minstens 50 % van de openbare 20 % van het financiële volume van aanbestedingen groene aanbestedingscriteria te overheidsopdrachten, en 20 % van de
hanteren. overheidsopdrachten (aantal) met milieuclausules. 171
Groene Overheidsopdrachten (GO) is een proces waarbij Wat voertuigen betreft, heeft Brussel een verbod op overheidsinstanties ernaar streven goederen, diensten diesel (auto's en MPV's) ingevoerd, naast streefcijfers en werken aan te kopen die gedurende hun levenscyclus voor de aanschaf van elektrische auto's (minimaal 15 % een beperkte impact op het milieu hebben in vergelijking voor de lokale en 25 % voor de regionale autoriteiten) met goederen, diensten en werken met dezelfde sinds 2015.
primaire functie die anders zouden worden aangekocht. Volgens een onderzoek uit 2011 namen Belgische
De koopkracht die overheidsopdrachten overheden ten minste één groen EU-kerncriterium op in vertegenwoordigen, bedraagt ongeveer 1,8 biljoen euro 81 % van de GO-relevante overeenkomsten, en bevatte in de EU (circa 14 % van het bbp). Een substantieel deel 55 % van de overeenkomsten alle relevante groene EU- van dat geld wordt besteed aan sectoren met een hoge kerncriteria. België was het best presterende land voor
impact op het milieu, zoals de bouw- of transportsector, beide indicatoren 172 .
zodat GO kunnen helpen om de impact van overheidsuitgaven aanzienlijk te verlagen en duurzame,
innovatieve bedrijven te stimuleren. De Commissie heeft Investeringen: de bijdrage van EU-fondsen
Europese GO-criteria voorgesteld 167 .
In de regelgeving voor Europese structuur- en
België heeft sinds 2014 een in detail uitgewerkte investeringsfondsen is bepaald dat de lidstaten milieu- en strategie voor duurzame overheidsopdrachten (DOO) klimaatdoelstellingen moeten nastreven in hun voor de federale departementen, waarin groene en financieringsstrategieën en programma's voor sociale aspecten worden gecombineerd. Voorts bestaat economische, sociale en territoriale cohesie, er specifieke regelgeving in de context van DOO voor plattelandsontwikkeling en maritiem beleid, en dat zij de hout (2005), auto's (2009 & 2010) en energie-efficiëntie bekwaamheid van uitvoerende instanties om (2013). Er bestaan specifieke beleidsdocumenten in de kosteneffectief en duurzaam in deze domeinen te
drie Belgische gewesten 168 en op federaal niveau. investeren, moeten versterken.
GO-criteria worden op federaal en Vlaams niveau Goed gebruikmaken van de Europese structuur- en
ontwikkeld op basis van initiatieven van verschillende investeringsfondsen (ESI-fondsen) 173 is essentieel om de departementen. In de meeste gevallen vormen de milieudoelstellingen te bereiken en ze in andere
Europese GO-criteria 169 het vertrekpunt voor het debat
167 In haar mededeling "Overheidsopdrachten voor een beter milieu" producten en diensten, gebaseerd op een levenscyclusbenadering
(COM /2008/400) heeft de Commissie aanbevolen om een proces en wetenschappelijk bewijsmateriaal. voor het vaststellen van gemeenschappelijke GO-criteria uit te 170 Europese Commissie, 2015. Documentatie over nationale GO- werken. Het basisconcept van GO berust op duidelijke, actieplannen. controleerbare, verantwoorde en ambitieuze milieucriteria voor 171 Europese Commissie, 2015. Documentatie over nationale GO- producten en diensten, gebaseerd op een levenscyclusbenadering actieplannen. en wetenschappelijk bewijsmateriaal. 172 CEPS, 2012. Monitoring van de toepassing van groene
168 Europese Commissie, 2015. Documentatie over nationale GO- overheidsopdrachten in de EU27 actieplannen. 173 Er bestaan vijf ESI-fondsen: het Europees Fonds voor Regionale
169 In haar mededeling "Overheidsopdrachten voor een beter milieu" Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds (CF), het Europees Sociaal
(COM (2008)400) heeft de Commissie aanbevolen om een proces Fonds (ESF), het Europees Landbouwfonds voor voor het vaststellen van gemeenschappelijke GO-criteria uit te Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Fonds voor werken. Het basisconcept van GO berust op duidelijke, Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Het EFRO, het CF en het ESF controleerbare, verantwoorde en ambitieuze milieucriteria voor vormen samen de cohesiebeleidsfondsen.
België 29
beleidsdomeinen te integreren. Andere instrumenten betreft. Toch moeten in België de maatregelen ter
zoals Horizon 2020, het LIFE-programma en het EFSI 174 vermindering van nitraten en fosfaten worden versterkt
kunnen de invoering en verspreiding van beste praktijken om de in de kaderrichtlijn water beschreven problemen ook ondersteunen. aan te pakken.
België zal in de periode 2014-2020 in totaal iets meer dan België heeft drie OP's van het EFRO en vier OP's van het
2 miljard euro aan cohesiebeleidsfinanciering 175 Europees Sociaal Fonds (ESF). Er zijn ook twee OP's van ontvangen (actuele prijzen, inclusief financiering in het het Europees Landbouwfonds voor kader van Europese territoriale samenwerking en de Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en één OP van het toewijzing voor het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij zie figuur 12). België ontvangt eveneens 648 miljoen euro (EFMZV). In totaal zijn er dus tien OP's voor de ESI- voor plattelandsontwikkeling en 42 miljoen euro voor de fondsen.
visserij- en maritieme sector. Het cohesiebeleid is Voor specifieke milieugerelateerde uitgavencategorieën
volledig overgedragen aan de Belgische gewesten. Een
deel van Wallonië heeft een overgangsstatus en wordt bedraagt de EFRO-toewijzing 169 miljoen euro, wat meer daarom intensiever door de EU medegefinancierd dan de dan 17,7 % van de totale EFRO-toewijzing is.
rest van het land. Milieu-infrastructuur kan in België niet In Wallonië zal het EFRO worden gebruikt om de uit het EFRO worden gefinancierd omdat het een relatief industriële overgang naar groene groei, eco-innovatie, rijk land is. Voor dit doel kunnen echter wel EIB-leningen milieuprestatiebeheer, een beter leefmilieu in de stad, worden gebruikt. De Belgische nationale minder luchtvervuiling en geluidshinder, de sanering van overheidsmiddelen voor economische ontwikkeling verontreinigde grond en de vermindering van bedragen 3,3 miljard euro. bodemafdichting aan te moedigen.
Figuur 12: Europese structuur- en investeringsfondsen In Vlaanderen zal het EFRO worden gebruikt om
2014-2020: Budget België per thema, in miljarden luchtvervuiling en geluidshinder te verminderen,
euro's 176 verontreinigde grond te saneren en oude stortplaatsen te
hergebruiken (zogenaamde "stedelijke mijnbouw"). Voorts streeft men de horizontale doelstelling na om ruimte beter te benutten door multifunctioneel gebruik te stimuleren en onderbenut land te saneren. Ecoinnovatie wordt samen met de circulaire economie besproken.
In het Brussels Gewest zal het EFRO worden gebruikt om de ontwikkeling van een circulaire economie te ondersteunen, het rationele gebruik van hulpbronnen te bevorderen, de ontwikkeling van hernieuwbare energie aan te moedigen, verontreinigde grond te saneren en de energieprestaties van gebouwen te verbeteren.
Zoals eerder vermeld in dit landenrapport wordt België geconfronteerd met druk op het landelijke leefmilieu, met name op de lucht, biodiversiteit en bodem. De twee plattelandsprogramma's pakken de milieudruk op zeer uiteenlopende wijze aan. Natura 2000 heeft hoge ambities wat het agromilieu en klimaatmaatregelen
174 Europese Investeringsbank, 2016 Europees Fonds voor Strategische
Investeringen 175 Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling & Europees Sociaal
Fonds 176 Europese Commissie, Europese structuur- en investeringsfondsen -
gegevens per land Europese Commissie, Europese structuur- en investeringsfondsen - gegevens per land : https://cohesiondata.ec.europa.eu/countries/BE#
België 30 België 31
-
5.Effectief beheer en kennis
SDG 16 heeft tot doel toegang tot justitie te bieden en op worden uitgerust met de nodige kennis, instrumenten en alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en bekwaamheden om de verwezenlijking van de voordelen inclusieve instellingen uit te bouwen. SDG 17 is gericht op van die wetgeving alsmede het beheer van het het verbeteren van de implementatie, het verbeteren handhavingsproces te verbeteren. van de beleidscoördinatie en -samenhang, het stimuleren
van wetenschap, technologie en innovatie, de oprichting Capaciteit om regels ten uitvoer te leggen
van partnerschappen en het ontwikkelen van metingen Het is cruciaal dat federale, regionale en lokale van de vooruitgang. autoriteiten over de nodige capaciteiten, vaardigheden
Een effectief beheer van de EU-milieuwetgeving en het en opleiding beschikken om hun eigen taken uit te
EU-milieubeleid vereist een passend institutioneel kader, voeren en efficiënt samen te werken en af te stemmen een samenhangend en gecoördineerd beleid, bruikbare met elkaar, binnen een meerlagig bestuurssysteem.
juridische en niet-juridische instrumenten, overleg met Omdat België een federale staat is, valt leefmilieu niet-gouvernementele belanghebbenden en voldoende grotendeels onder de bevoegdheid van de drie gewesten
kennis en vaardigheden 177 . Een succesvolle uitvoering (Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). De
hangt in grote mate af van de centrale, regionale en federale overheid heeft alleen specifieke lokale overheden die legislatieve en administratieve milieubevoegdheden in mariene gebieden onder kerntaken vervullen, met name betrouwbare Belgische jurisdictie, militaire domeinen en uitvoeringswetgeving goedkeuren, gecoördineerde acties spoorwegbermen. De federale overheid blijft ondernemen om milieudoelstellingen te verwezenlijken verantwoordelijk voor alle bevoegdheden die niet en de juiste beslissingen nemen over zaken zoals expliciet aan de gewesten zijn overgedragen (de industriële vergunningen. De overheid voert niet alleen zogenaamde residuaire bevoegdheden). Ze heeft ook deze taken uit, maar moet er ook voor zorgen dat specifieke milieubevoegdheden op het gebied van
marktdeelnemers, nutsbedrijven en particulieren de productnormen, stralingsbescherming, CITES 178 (handel
voorschriften dag in dag uit naleven ("waarborgen van de in niet-inheemse soorten) en andere bevoegdheden die naleving"). Ook het maatschappelijk middenveld heeft verband houden met het milieu een rol te spelen, onder meer door middel van juridische (ontwikkelingssamenwerking, financiën, economie enz.), acties. Om de rol van alle actoren te ondersteunen, is het evenals actiehefbomen (overheidsopdrachten, cruciaal om kennis en bewijsmateriaal over de toestand belastingen, energieproductie en -transmissie,
van het milieu en over de milieudruk, drijvende spoorwegen enz.) 179 .
milieukrachten en milieueffecten te verzamelen en te
delen. Met het oog op de voorbereiding van de coherente deelname van België aan processen op EU- en
Dialoog binnen lidstaten en tussen lidstaten en de internationaal niveau werken de federale overheid en de
Commissie over de doeltreffendheid van de huidige EU- gewesten intensief samen binnen het door de federale milieuwetgeving draagt eveneens bij tot het effectieve administratie beheerde Coördinatiecomité Internationaal
beheer van de EU-milieuwetgeving en het EU- Milieubeleid (CCIM) 180 .
milieubeleid. Wetgeving kan alleen behoorlijk worden
uitgevoerd als zij rekening houdt met de ervaringen van Omdat de federale overheid ervoor verantwoordelijk is lidstaten bij de nakoming van EU-verbintenissen. Het dat België zijn verplichtingen op grond van Europese en Make it Work-initiatief, een door de lidstaten gestuurd internationale wetgeving naleeft, is zij bevoegd om in de project dat in 2014 werd opgezet, organiseert een debat plaats van de gewesten te treden indien deze niet aan over hoe de duidelijkheid, coherentie en structuur van hun verplichtingen uit hoofde van internationaal of EU-milieuwetgeving kan worden verbeterd zonder de Europees recht voldoen
181 . Deze mogelijkheid is tot
bestaande bescherming te verzwakken. dusver enkel uitzonderlijk gebruikt.
Omdat federale en gewestelijke bevoegdheden exclusief
Effectief beheer binnen federale, regionale en 178 CITES, 1975. Overeenkomst inzake de internationale handel in
lokale overheden bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten
179 Belgisch Nationaal knooppunt voor het Verdrag inzake biologische
Wie op nationaal, regionaal en lokaal niveau bij de diversiteit, 2013. Biodiversiteit 2020, Actualisering van de Belgische
uitvoering van EU-milieuwetgeving betrokken is, moet nationale strategie . Koninklijk Belgisch Instituut voor
Natuurwetenschappen, Brussel. 180 Federale overheidsdienst, 2016 Coördinatiecomité Internationaal 177 De Commissie werkt eraan om haar landspecifieke kennis over de Milieubeleid
kwaliteit en werking van de administratieve systemen van lidstaten 181 Belgische grondwet, art. 169; Bijzondere wet met betrekking tot de te verbeteren. Zesde Staatshervorming, art. 39.
België 32
van aard zijn en niet aan een gezamenlijke hiërarchie zijn ondernemingen, met name kleine ondernemingen, te onderworpen, worden kwesties waarvoor meerdere verlichten. Een regelgevingseffectbeoordeling, met (federale en/of regionale) autoriteiten bevoegd zijn (wat inbegrip van een "mkb-toets", is verplicht gesteld voor
vaak het geval is in beleidsdomeinen zoals alle federale ontwerpverordeningen 183 . De
klimaatverandering) en kwesties rond regelgevingseffectbeoordeling onderzoekt ook welke beleidsinstrumenten (burgerparticipatie, indicatoren, impact regelgeving heeft op duurzame ontwikkeling, met SEA) voor een groot deel behandeld via inbegrip van de luchtkwaliteit, biodiversiteit, samenwerkingsovereenkomsten die tussen de federale klimaatverandering (mitigatie en adaptatie), mobiliteit,
en/of gewestelijke overheden zijn overeengekomen en energie en natuurlijke hulpbronnen 184 .
door de federale en gewestelijke parlementen zijn
goedgekeurd. Alle vier de niveaus hebben een minister In sommige milieuzaken die particulieren of ngo's de van leefmilieu. Uitvoeringsmaatregelen die een afgelopen jaren hebben aangespannen voor nationale gemeenschappelijke aanpak of afzonderlijke maar rechtbanken, hebben Belgische rechters verscheidene coherente acties op de verschillende niveaus vergen, verzoeken om een prejudiciële beslissing bij het Europees worden binnen de Interministeriële Conferentie Hof van Justitie ingediend. Dit vormde een waardevolle Leefmilieu, die regelmatig samenkomt, besproken en bijdrage aan de ontwikkeling van het EU-milieurecht
goedgekeurd. omdat prejudiciële beslissingen het Hof van Justitie in staat stellen een coherente interpretatie van de EU-
De milieuagenda van de drie gewesten en de federale wetgeving te geven. overheid wordt gedomineerd door de omzetting en
tenuitvoerlegging van verscheidene, recente EU- De European Quality of Government Index 2013 kent richtlijnen. Eén reden voor de soms trage België de achtste plaats toe onder de 28 lidstaten, tenuitvoerlegging is het evoluerende institutionele kader waarbij Vlaanderen hoger gerangschikt is dan Brussel en en de coördinatielast die daarbij komt kijken op Wallonië
185
.
gewestelijk en federaal niveau.
Coördinatie en integratie
In sommige domeinen moeten de gewesten en het federale niveau samenwerkingsovereenkomsten sluiten voor de tenuitvoerlegging van EU-richtlijnen (Seveso, REACH, EMAS, enz.). Deze overeenkomsten zijn doeltreffende samenwerkingsinstrumenten. Het eerder vermeldde CCIM zorgt voor de coördinatie tussen de vier Belgische entiteiten die sinds 1995 bevoegd zijn voor leefmilieu, onder toezicht van de FOD Leefmilieu, en organiseert ook meetings met het maatschappelijk middenveld en belanghebbenden. De coördinatie tussen de drie gewesten is niet altijd eenvoudig, maar er
Wat de uitvoering van het EU-acquis betreft, krijgen het bestaan ook specifieke regelingen/structuren zoals de
Waals Gewest en Brussels Gewest relatief vaak de vraag Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) en de om sneller werk te maken van de tenuitvoerlegging. Dit is Intergewestelijke Verpakkingscommissie. mogelijk te wijten aan een gebrek aan bestuurlijke De Interministeriële Conferentie Leefmilieu 186 , waarin de capaciteit. Dit betekent echter niet dat de ecologische gewestelijke en federale ministers die bevoegd zijn voor ambities van deze gewesten kleiner zouden zijn, zoals leefmilieu en natuur zetelen, neemt beslissingen in blijkt uit hun beleidsverklaringen. De Europese gevallen waarin een gezamenlijk besluit nodig is. In de Commissie merkte in het landenrapport van het opdracht van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot Europees semester 2014 op dat samenwerking en hervorming der instellingen staan specifieke thema's coördinatie tussen verschillende niveaus cruciaal is voor vermeld.
een efficiënt openbaar bestuur en dat de uitvoering van
de zesde staatshervorming een kans en een uitdaging Er bestaan strategieën voor duurzame ontwikkeling voor is 182 . elk van de gewesten en op federaal niveau. De nationale
strategie voor duurzame ontwikkeling wordt ook door de Er zijn op de verschillende niveaus diverse maatregelen genomen om administratieve procedures te
vereenvoudigen en de rapportagelast voor 183 Europese Commissie, 2016. België landenrapport 2016 , blz. 31.
184 Wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging. 185 Charron N., 2013. European Quality of Government Index (EQI)
182 Europese Commissie. België landenrapport 2014 , blz. 27. 186 Federale overheid, Interministeriële Conferentie Leefmilieu
België 33
Interministeriële Conferentie Duurzame Ontwikkeling besluitvorming te versnellen, zonder afbreuk te doen aan
(IMCDO) geactualiseerd. Deze interministeriële de kwaliteit van de procedure voor milieubeoordelingen.
conferentie werd in 2012 opgericht en wordt nu nieuw De Commissie publiceerde in 2016 191 een richtsnoer met
leven ingeblazen omdat een coherente aanpak nodig is betrekking tot het opzetten van gecoördineerde en/of om de agenda voor duurzame ontwikkeling 2030 uit te gezamenlijke procedures die gelijktijdig onderworpen zijn voeren. In de conferentie zetelen de desbetreffende aan beoordelingen in het kader van de MEB-richtlijn, de ministers van het federale, gewestelijke en habitatrichtlijn, de kaderrichtlijn water en de richtlijn gemeenschapsniveau. De conferentie kreeg de opdracht industriële emissies. om de uitvoering van de agenda voor duurzame ontwikkeling in België op te volgen. Er worden technische
werkgroepen rond "openbare aanbestedingen", Waarborgen van de naleving
"internationaal beleid" en natuurlijk de "nationale
strategie voor duurzame ontwikkeling" opgezet om De EU-wetgeving in het algemeen en specifieke besluiten voor te bereiden. De IMCDO zorgt voor bepalingen inzake inspecties, andere controles, sancties samenhang en integratie op verticale en horizontale en milieuaansprakelijkheid helpen de basis leggen voor niveaus. de systemen die lidstaten nodig hebben om aan de
milieuvoorschriften van de EU te voldoen. Wat het federale niveau betreft, bestaat er ook een
administratieve structuur die erop gericht is duurzame Overheden zorgen er mede voor dat verantwoordelijke ontwikkeling te bevorderen (de Interdepartementale partijen verantwoording afleggen door de naleving te Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (ICDO) en die de monitoren en te bevorderen en door geloofwaardige cellen duurzame ontwikkeling van elke administratie vervolgacties (d.w.z. handhavingsacties) te ondernemen overkoepelt). Vertegenwoordigers van het wanneer er zich inbreuken voordoen of partijen maatschappelijk middenveld zijn in de Federale Raad aansprakelijk zijn. Het toezicht op de naleving kan voor Duurzame Ontwikkeling gegroepeerd. worden uitgevoerd op initiatief van de overheid zelf of
naar aanleiding van klachten van burgers. Dit kan
Het Federaal Planbureau (FPB) publiceert regelmatig verschillende soorten controles inhouden, waaronder verslagen waarin de evolutie naar duurzame inspecties van vergunde activiteiten, toezicht op mogelijk ontwikkeling wordt beoordeeld en toekomstscenario's illegale activiteiten, onderzoek naar misdaden en audits worden onderzocht. In 2013 keurde de federale overheid met betrekking tot systemische zwakke punten. ook een federale langetermijnvisie op duurzame Daarnaast bestaan er allerlei middelen om de naleving te
ontwikkeling 187 , met 55 doelstellingen, goed. 188 De bevorderen, zoals bewustmakingscampagnes,
beoordeling in 2016 was erop gericht om de vooruitgang richtsnoeren en online informatie-instrumenten. De naar 17 DOD's 2000-'15 te meten op basis van opvolging van inbreuken en aansprakelijkheden kan 31 indicatoren, waarvan sommige al eerder in dit administratieve maatregelen (bijvoorbeeld intrekking van
landenrapport vermeld werden. 189 een vergunning) omvatten alsmede de toepassing van
Voorts bestaan er diverse milieuplannen: Vlaanderen het strafrecht
192
, het nemen van maatregelen krachtens
heeft een Milieubeleidsplan (MINA 4), Wallonië en het aansprakelijkheidsrecht (bijvoorbeeld verplicht
Brussel hebben uiteenlopende plannen rond luchtherstel na schade als gevolg van een ongeval volgens klimaat-energie, afval, enz. Op federaal niveau bestaan er aansprakelijkheidsregels) en de toepassing van het plannen rond biodiversiteit, pesticidenvermindering, enz. contractenrecht (bijvoorbeeld maatregelen om de
naleving van natuurbeschermingscontracten af te
De omzetting van de herziene MEB-richtlijn 190 zal een dwingen). Samen zorgen al deze interventies voor het
gelegenheid zijn om het regelgevingskader rond waarborgen van de naleving zoals in figuur 13 milieubeoordelingen te stroomlijnen. De Commissie weergegeven.
moedigt de stroomlijning van de milieubeoordelingen
aan omdat men zo dubbel werk in milieubeoordelingen Beste praktijken leggen nu het accent op een voor een bepaald project kan beperken/vermijden. risicogebaseerde aanpak op strategisch en operationeel Stroomlijning helpt bovendien om onnodige niveau, waarbij de beste mix van nalevingscontrole, administratieve last te verminderen en om de bevordering en handhaving op de ernstigste problemen
wordt gericht. Beste praktijken erkennen ook de nood
187 Wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling. 191 Europese Commissie, 2016. Mededeling van de Commissie —
188 Koninklijk besluit van 18 juli 2013 houdende vaststelling van de Richtsnoer van de Commissie inzake het stroomlijnen van federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame milieubeoordelingen uitgevoerd op grond van artikel 2, lid 3, van de ontwikkeling. richtlijn milieueffectbeoordeling (R ichtlijn 2011/92/EU van het
189 Federaal Planbureau, 2016. Vooruitgang naar de Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd door duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN Richtlijn 2014/52 i/EU).
190 Richtlijn 2014/52 i/EU moet in mei 2017 worden omgezet. 192 Europese Unie, Richtlijn milieucriminaliteit 2008/99/EG
België 34
aan coördinatie en samenwerking tussen de aanpak van de waarborging van de naleving:
verschillende instanties om consistentie te garanderen,
dubbel werk te voorkomen en de administratieve lasten de publicatie van gedetailleerde jaarlijkse
te beperken. Actieve deelname aan bestaande panactiviteitenverslagen door de regionale controle
Europese netwerken van inspecteurs, politie, officieren instanties en van jaarlijkse van justitie en rechters, zoals IMPEL 193 , EUFJE 194 , ENPE 195 milieuhandhavingsrapporten en prioriteitennota's and EnviCrimeNet 196 is een waardevol instrument om over het vervolgingsbeleid door de Vlaamse Hoge
ervaringen en goede praktijken uit te wisselen. Raad voor de Milieuhandhaving (VHRM), met inbegrip van een algemene evaluatie van de
Figuur 13: Waarborging van de naleving van regionale milieuhandhaving en aanbevelingen voor milieuwetgeving de verbetering ervan op basis van statistische
gegevens over inspecties, vervolgingen en
beschikbare middelen 199 ; de goedkeuring van een jaarlijks
inspectieprogramma in overeenstemming met aanbeveling nr. 2001/331/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 4 april 2001 200 ; het gebruik van protocollen, modelbrieven,
elektronische databanken en overeenkomsten tussen verschillende autoriteiten om een uniforme
aanpak en coördinatie te waarborgen 201 ; oprichting van een centrale eenheid binnen de
federale gerechtelijke politie die gespecialiseerd is in
de bestrijding van zware milieucriminaliteit 202 ; goedkeuring van een Nationaal Veiligheidsplan 2016- Momenteel bestaan er een aantal sectorale 2019 met een specifiek hoofdstuk over milieu
203
;
verplichtingen rond inspecties en zorgt de EU-richtlijn de goedkeuring, door de regering van het Brussels
inzake milieuaansprakelijkheid (RMA) 197 ervoor dat het Hoofdstedelijk Gewest in 2014, van nieuwe principe "de vervuiler betaalt" wordt toegepast bij wetgeving over de aansprakelijkheid voor en de ongevallen en incidenten die het milieu schaden. Voorts inspectie, preventie, identificatie en bestraffing van geeft publiekelijk beschikbare informatie inzicht in de milieudelicten, en aanverwante werkzaamheden ter bestaande sterke en zwakke punten in elke lidstaat. ondersteuning van de toepassing van die wetgeving,
Voor elke lidstaat zijn de volgende punten beoordeeld: met inbegrip van de opstelling van een vademecum
het gebruik van risicogebaseerde waarborging van de voor controleambtenaren, marktdeelnemers, andere professionals en het grote publiek.
naleving; de coördinatie en samenwerking tussen autoriteiten en de deelname aan pan-Europese
netwerken; en de belangrijkste uitvoeringsaspecten van Er ontbreekt actuele informatie over:
de RMA conform het onlangs gepubliceerde de mate waarin risicogebaseerde methodes worden
uitvoeringsverslag van de Commissie en de REFIT- gebruikt voor directe waarborging van de naleving beoordeling 198 . met betrekking tot specifieke probleemgebieden die
In België zijn verschillende belangrijke maatregelen om elders in dit landenrapport worden belicht, d.w.z. de informatie te vergaren alsmede andere maatregelen bedreigingen voor beschermde habitattypes en genomen ter onderbouwing van een risicogebaseerde soorten, overschrijdingen van de grenswaarden voor
193 Netwerk van de Europese Unie voor de tenuitvoerlegging en 199 De rapporten en prioriteitennota's zijn beschikbaar op de website handhaving van het milieurecht van de VHRM en zijn vertaald in het Engels.
194 European Union Forum of judges for the environment (Europees 200 De artikelen 5 en 6 van de Brusselse ordonnantie forum van milieurechters) 201 Zie voor meer informatie de Prioriteitennota vervolgingsbeleid
195 The European Network of Prosecutors for the Environment milieurecht in het Vlaams gewest 2012 van de VHRM; Faure M., en
(Europees netwerk van openbare aanklagers voor het milieu) Stas A., 'The Flemish High Council of Environmental Enforcement: the 196 EnviCrimeNet role of an environmental enforcement network in a new coordinated 197 Europese Unie, Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn 2004/35/CE environmental enforcement landscape within the Flemish region,
198 COM(2016)204 final en COM(2016)121 final van 14 april 2016. 2009-2014', in Faure M., De Smedt P., & Stas A. (red.), 2015.
Hierin benadrukt men de nood aan beter gegevensmateriaal over Environmental Enforcement Networks', EE Elgar 2015, blz. 490. hoe de richtlijn in de praktijk wordt gebruikt; de nood aan 202 Geysels F., "Enforcement of environmental legislation by the instrumenten om de tenuitvoerlegging ervan te ondersteunen, zoals Belgian police', Environmental Enforcement Networks, in Faure M., begeleiding, opleiding en RMA-registers; en de nood aan financiële De Smedt P., & Stas A. (red.), 2015. Environmental Enforcement zekerheid mochten er zich ongevallen of incidenten voordoen die Networks", EE Elgar 2015, blz. 482f. saneringskosten met zich meebrengen. 203 Belgische politie, Nationaal veiligheidsplan (samenvatting)
België 35
de luchtkwaliteit, de druk van diffuse Commissie is voornemens om in een later stadium de
verontreiniging 204 op de waterkwaliteit en het tekort naleving van de vereisten inzake verplichte inspraak
aan stedelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur in systematischer te onderzoeken.
Wallonië. De toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden
België draagt zeer actief bij tot het werk van IMPEL, bestaat uit een reeks garanties die burgers en hun
EUFJE en ENPE. organisaties toelaten om handelingen of nalatigheden van de overheid voor een rechtbank te betwisten. Het is
Hoewel de Belgische autoriteiten opleidingen over de een instrument voor decentrale uitvoering van de EU-
RMA hebben laten geven, is daar maar weinig gebruik milieuwetgeving. van gemaakt, met slechts één melding van milieuschade
tussen 2007 en 2013. Wat financiële zekerheid betreft Voor elke lidstaat zijn twee cruciale elementen voor
(de betaling van sanering indien een exploitant niet kan effectieve toegang tot de rechter systematisch betalen), blijkt uit de beschikbare informatie dat er beoordeeld: de rechtspositie van het publiek, met
weinig of geen verzekeringen worden genomen. inbegrip van ngo's, en de mate waarin buitensporige kosten een obstakel vormen.
Voorgestelde maatregelen De Belgische wetgeving voorziet in een aantal
Transparanter maken van de organisatie en werking gerechtelijke procedures voor particulieren en ngo's om
van het systeem voor waarborging van de naleving en handelingen en nalatigheden van overheidsinstanties die verschaffen van duidelijkheid over de manier waarop strijdig zijn met bepalingen van de nationale en EU- significante risico's worden aangepakt, met name in milieuwetgeving aan te vechten. De interpretatie, door Wallonië en Brussel. rechtbanken, van de rechtspositievoorwaarden voor
Opvoeren van de inspanningen voor de ngo's is nu verruimd in overeenstemming met de tenuitvoerlegging van de richtlijn bevindingen van het Comité voor toezicht op de naleving milieuaansprakelijkheid (RMA) met proactieve van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus (België initiatieven, in het bijzonder door een nationaal ACCC/2005/11). Voortaan vereist de Raad van State niet register van RMA-incidenten op te zetten. Bovendien langer van organisaties dat zij een welomschreven moeten verdere stappen worden gezet om een geografisch gebied hebben en hoeft hun doel niet doeltreffend systeem voor de financiële dekking van specifieker te zijn dan het algemene belang van milieuaansprakelijkheid uit te werken (zodat milieubescherming om een beroep tegen exploitanten niet alleen verzekeringsdekking hebben, overheidshandelingen met eenzelfde scope toe te laten. maar die ook daadwerkelijk aanspreken). Rechtbanken hebben deze ontwikkeling ook
weerspiegeld in burgerlijke procedures, wat van belang kan zijn voor mogelijke verzoeken om uitspraak in kort
Inspraak en toegang tot de rechter geding tegen beslissingen die strijdig zijn met de wet.
Deze jurisprudentie kan enkele van de ernstige obstakels
Het Verdrag van Aarhus, gerelateerde EU-wetgeving wegnemen waarmee ngo's in het verleden werden inzake inspraak en milieueffectbeoordeling, en de geconfronteerd wanneer zij handelingen of nalatigheden jurisprudentie van het Hof van Justitie stellen dat burgers van een overheidsinstantie die strijdig waren met de en hun organisaties de kans moeten krijgen om deel te milieuwetgeving in België wilden aanvechten 205 .
nemen aan de besluitvorming over projecten en plannen
en dat burgers effectieve toegang tot de rechter moeten Voorgestelde maatregelen hebben inzake milieuaangelegenheden. Consolideren van de positie van milieu-ngo's om
Burgers kunnen het leefmilieu beter beschermen indien handelingen of nalatigheden van een zij kunnen steunen op de drie pijlers van het Verdrag van overheidsinstantie in alle sectorale EU-milieuwetten Aarhus betreffende de toegang tot informatie, inspraak aan te vechten, met volledige inachtneming van de EU- bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake wetgeving alsmede het Verdrag van Aarhus, langs de milieuaangelegenheden ("het Verdrag van Aarhus"). weg die de Raad van State is ingeslagen.
Inspraak in het bestuurlijke besluitvormingsproces is een belangrijk element om ervoor te zorgen dat de overheid haar beslissingen op de best mogelijke basis neemt. De
204 Het Belgische Rekenhof merkte op dat de Waalse administratie haar bevoegdheid om de stikstofbeheerpraktijken van landbouwers bij te sturen niet volledig had benut en wees erop dat het
milieunalevingssysteem niet altijd even doeltreffend is, inclusief het gebrek aan behoorlijke opvolging van vastgestelde gevallen van 205 Europese Commissie, toegang tot de rechter inzake niet-naleving. Bron: EUROSAI WGEA. milieuaangelegenheden 2012/2013
België 36
Toegang tot informatie, kennis en bewijzen kunnen beter. België heeft in het driejaarlijkse INSPIRE- uitvoeringsverslag 211 aangegeven dat het nodige beleid
Het Verdrag van Aarhus en de gerelateerde EU- inzake gegevensuitwisseling dat de toegang tot en het wetgeving inzake toegang tot informatie en het gebruik van ruimtelijke gegevens door nationale uitwisselen van ruimtelijke gegevens stellen dat het overheidsinstanties, overheidsinstanties van andere publiek toegang moet hebben tot duidelijke informatie lidstaten en EU-instellingen zonder procedurele obstakels over het milieu, met inbegrip van hoe EU- mogelijk maakt, nog niet volledig beschikbaar of milieuwetgeving ten uitvoer wordt gelegd. uitgevoerd is. België heeft geen gemeenschappelijk
Het is van cruciaal belang voor de overheid, het publiek gegevensuitwisselingsmodel voor de verschillende en het bedrijfsleven dat milieu-informatie op een bestuursniveaus. Toch zijn er inspanningen geleverd en is efficiënte en effectieve manier wordt uitgewisseld. Dit er vooruitgang geboekt op de verschillende niveaus. De betekent dat rapporten van bedrijven en overheden meeste regionale gegevens zijn toegankelijk gemaakt op actief en steeds meer elektronisch onder het publiek grond van regionale open-datalicenties, maar de worden verspreid. nationale coördinatie van de verschillende beleidslijnen
inzake gegevensuitwisseling blijft een hinderpaal. Uit
De drie gewesten en het federale niveau publiceren op beoordelingen van door België uitgegeven regelmatige basis milieuverslagen en verslagen over monitoringrapporten 212 en uit de ruimtelijke informatie
duurzame ontwikkeling 206 . die België heeft gepubliceerd op het INSPIRE-
Het Verdrag van Aarhus 207 , de richtlijn inzake de toegang geoportaal
213
blijkt dat niet alle ruimtelijke informatie die
tot milieu-informatie 208 en de INSPIRE-richtlijn 209 creëren nodig is voor de beoordeling en tenuitvoerlegging van de samen een juridische basis voor de uitwisseling van EU-milieuwetgeving beschikbaar of toegankelijk is milieu-informatie tussen de overheid en het publiek. Zij gemaakt. Momenteel wordt nagegaan welke ruimtelijke vertegenwoordigen ook het groene deel van het lopende informatie ontbreekt en welke milieugegevens daarbij EU-actieplan inzake e-overheid 210 . De eerste twee moeten worden bekendgemaakt krachtens de geldende instrumenten creëren verplichtingen om, zowel op rapportage- en monitoringvoorschriften van de EU- verzoek als actief, informatie aan het publiek te milieuwetgeving.
verschaffen. De INSPIRE-richtlijn is een baanbrekend
instrument voor de elektronische uitwisseling van Voorgestelde maatregelen
gegevens tussen overheidsinstanties. Het informatie De effectiviteit van het Belgische gegevensbeleid
uitwisselingsbeleid van deze instanties kan variëren. Zo kritisch beoordelen en het beleid wijzigen, rekening kan de toegang tot gegevens gratis zijn of niet. De houdend met beste praktijken.
INSPIRE-richtlijn zet een geoportaal op dat aangeeft in Alle ruimtelijke-gegevenssets identificeren en
welke mate ruimtelijke gegevens, d.w.z. gegevens met documenteren die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging betrekking tot specifieke locaties (zoals de gegevens van van de milieuwetgeving en minstens de "ruwe" luchtkwaliteitscontroles), in elke lidstaat worden gegevens en documentatie toegankelijk maken voor uitgewisseld. Dit instrument voor gegevensuitwisseling andere overheidsinstanties en het publiek door middel heeft onder andere als voordeel dat het de overheid kan van de in de INSPIRE-richtlijn voorziene digitale helpen om aan haar rapportageverplichtingen te diensten. voldoen.
Voor elke lidstaat zijn de toegankelijkheid van milieugegevens (op basis van wat de INSPIRE-richtlijn voorziet), evenals het gegevensuitwisselingsbeleid
("open data") systematisch beoordeeld.
De prestaties van België inzake de tenuitvoerlegging van de INSPIRE-richtlijn als ondersteunend kader om milieuinformatie actief onder het publiek te verspreiden,
206 MIRA , RFE , Tableau de bord de l’environnement wallon , Staat van het leefmilieu
207 UNECE, 1998. Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake
milieuaangelegenheden 208 Europese Unie, Richtlijn 2003/4/EG inzake de toegang van het
publiek tot milieu-informatie 209 Europese Unie, INSPIRE-richtlijn 2007/2/EG 210 Europese Unie, EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 - Voor 211 Europese Commissie, INSPIRE-rapporten
een snellere digitalisering van overheidsdiensten COM(2016) 179 212 INSPIRE-indicatortrends final. 213 INSPIRE Resources Summary Report