Never a dull moment: nieuwe Britse Lagerhuisverkiezingen in de aanloop naar Brexit

maandag 24 april 2017, analyse van Stijn van Kessel, Loughborough University, VK

Saai is de huidige Britse politiek allerminst. Na de Brexit-stem van 23 juni 2016, de chaotische leiderschapswisseling binnen de Conservatieve partij, en het uiteindelijke opstarten van de Artikel 50-uittredingsprocedure op 29 maart jl. kondigde premier Theresa May op 18 april nieuwe Lagerhuisverkiezingen aan. Op 8 juni 2017 zullen de Britten wederom naar de stembus gaan. Recente peilingen wijzen erop dat de kans groot is dat de Conservatieven hun kleine meerderheid fors zullen uitbreiden. Dit zal door May uitgelegd worden als een mandaat voor de door de regering te volgen Brexit-koers.

In de polariserende referendumcampagne van vorig jaar wezen tegenstanders van Brexit vooral op de negatieve economische consequenties van een Britse uittreding uit de Europese Unie – waarbij een positievere verdediging van het Europese project grotendeels achterwege bleef – terwijl voorstanders onder het mantra 'take back control' vooral hamerden op het terugwinnen van nationale soevereiniteit. Dit betrof soevereiniteit op financieel en sociaaleconomisch gebied, maar ook met name controle over immigratie en een inperking van het Europese vrije verkeer van personen. Immigratie was voor veel kiezers ook een belangrijk thema en de Brexit-stem was bijzonder luid in economisch zwakkere regio's waar immigratie sinds de EU-uitbreiding sterk toegenomen was.

De te varen koers

De wens om immigratie aan banden te leggen vertaalt zich in de huidige koers van de Britse regering. May heeft een clean Brexit aangekondigd – critici spreken liever over een 'hard' of 'extreme' Brexit – waarbij het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese interne markt zal treden en zodoende geen EU-burgers meer hoeft toe te laten. Tegelijkertijd heeft May te kennen gegeven dat ze verlangt naar een 'deep and special partnership' tussen het VK en de EU, inclusief een uitgebreid nieuw handelsakkoord.

Tegen de zin van de Britse regering zal dit akkoord niet tot stand komen binnen de termijn van de Artikel 50-procedure, welke precies twee jaar duurt. Het is, ten eerste, niet realistisch om te verwachten dat een handelsakkoord binnen twee jaar uitonderhandeld kan worden. Ten tweede zullen de komende twee jaar voor een groot deel bestaan uit onderhandelingen over a) de status van EU-migranten in het VK en Britse burgers in de overgebleven EU-lidstaten en b) de financiële afwikkeling van de 'scheiding', waarbij het VK een fikse rekening voorgehouden zal krijgen. Een nieuw handelsakkoord zal dus niet bekrachtigd worden voor de uittreding een feit is. Dit betekent wellicht dat er een overgangsperiode zal komen waarbij het VK de regels van de interne markt, inclusief het vrije verkeer van personen, nog zal moeten naleven.

Bovendien is het de vraag of er veel van de gewonnen soevereiniteit zal overblijven als het gewenste intieme partnerschap er inderdaad komt. Als het VK daadwerkelijk een uitgebreid handelsakkoord wenst, betekent dit waarschijnlijk dat het aan veel van de Europese regelgeving zal moeten voldoen, zonder dat het een stem heeft in de totstandkoming daarvan. Het is dus maar de vraag of Brexit daadwerkelijk zo 'clean' wordt en tegelijkertijd onzeker of de uitkomst veel Brexit-stemmers en harde Eurosceptici binnen de Conservatieve partij tevreden zal stellen.

Strategische zet

May staat zodoende onder politieke druk en het uitroepen van nieuwe verkiezingen kan gezien worden als een poging om haar mandaat te versterken. In haar verklaring verkondigde May zelfs de wens om de Conservatieve meerderheid te vergroten en zodoende de verdeeldheid binnen de Britse politiek te beëindigen – 'the country is coming together, but Westminster is not', beweerde May ten aanzien van Brexit.

Aangezien May vervroegde verkiezingen voorheen afwees komt haar besluit tamelijk uit de lucht vallen. Tegelijkertijd is het duidelijk dat de tijd voor de Conservatieven rijp is om een electorale slag te slaan. Onder het leiderschap van Jeremy Corbyn is de populariteit van Labour, de grootste oppositiepartij, tot een dieptepunt gedaald. De Liberal Democrats zullen de verkiezing zien als een welkome kans om over de electorale afstraffing van 2015 heen te komen. Als partij presenteert deze het duidelijkste pro-EU tegengeluid en kan daar wellicht van profiteren. Maar de LibDems zullen wederom te lijden hebben onder het districtenstelsel en lijken niet in staat de 'Tories' van een meerderheid af te houden. De UK Independence Party heeft niet voor het eerst te kampen met interne strubbelingen en heeft haar raison d'être na de Brexit-stem en de cultureel-rechtse koers van de Conservatieven ogenschijnlijk verloren.

Een saillant feit is dat de Tories hun meerderheid zullen moeten behalen in Engeland en Wales. Noord-Ierland heeft een idiosyncratisch partijsysteem, terwijl de Scottish National Party (SNP) de Schotse politiek beheerst. In beide delen van het VK stemden meer mensen tegen Brexit dan voor en de SNP wenst een nieuw referendum over Schotse onafhankelijkheid.

Het uitschrijven van nieuwe verkiezingen blijft voor May een gok, maar wel één waarbij haar kansen uiterst gunstig lijken. Het is echter maar de vraag of de verwachte verkiezingsuitslag begrepen moet worden als een volmondige steun aan Brexit of primair getuigt van de zwakte van de oppositie en de eigenaardige uitwerking van het Britse kiesstelsel.

Stijn van Kessel is Lecturer in Politics aan Loughborough University, VK. Zijn voornaamste onderzoeksinteresses zijn populisme en het discours, de kiezers en electorale resultaten van populistische partijen in Europa. Zijn publicaties zijn verschenen in verscheidene wetenschappelijke tijdschriften en zijn boek ‘Populist Parties in Europe: Agents of Discontent?’ werd in 2015 gepubliceerd door Palgrave Macmillan. Hij is momenteel verbonden aan het project ‘28+ perspectives on Brexit: a guide to the multi-stakeholder negotiations’ dat door de Economic and Social Research Council (ESRC) wordt gefinancierd.