Vragen die (nog) niet zijn gesteld

woensdag 31 augustus 2022, column van mr. Huub Linthorst i

Leden van de Tweede Kamer stellen veel vragen aan de regering. Te veel, hoor je wel eens. Maar er zijn ook belangrijke vragen die níet gesteld worden. Dat doet dan weer de vraag rijzen waaróm dat zo is. Hierna signaleer ik twee voorvallen uit de afgelopen zomermaanden, die aanleiding hadden moeten zijn voor Kamervragen en kritische commentaren in de pers. Die twee houden verband met elkaar. Berichten of – liever nog – ophef in de pers leiden vaak tot Kamervragen. Andersom hoopt ieder Kamerlid dat zijn Kamervragen tot aandacht in de pers zullen leiden.

De Koning

Allereerst de uitspraken van de Koning bij de traditionele ontmoeting van hem en zijn gezin met de pers, bij het begin van de zomervakantie. Op dat moment waren er al tamelijk ontwrichtende betogingen van boeren geweest, die niet altijd correct waren aangemeld en conform de door de burgemeesters gestelde voorwaarden werden uitgevoerd. Én gepaard gingen met intimidatie, verkeers- en andere delicten en verstoringen van de openbare orde. Toch zei de Koning tijdens dat persmoment onder meer: “Boeren draag ik echt in mijn hart”. “Het culturele erfgoed van het platteland wordt gedragen door de boeren”. En: “Wij spreken heel veel met boeren”. “De boeren weten ook dat wij heel erg met hen meeleven.”

Het is altijd problematisch als de Koning zich uitspreekt over een kwestie waarover in de samenleving en de politiek nogal verschillend wordt gedacht.

Dat roept vragen op als:

  • Zijn de uitspraken van de Koning vooraf afgestemd met de verantwoordelijke ministers?
  • Doen deze uitspraken voldoende recht aan de complexiteit van het probleem? Is niet ook de schaarse in ons land nog aanwezige natuur een onderdeel van ons erfgoed? Had de Koning niet op zijn minst ook dát moeten benoemen, in plaats van vagelijk te spreken over “een stikstofprobleem”?
  • Had niet moeten zijn voorzien, dat een zó hartstochtelijk uitgesproken steun van de Koning voor de boeren hen eerder zou kunnen brengen tot méér en hardere acties dan tot de gewenste de-escalatie?
  • Heeft de Koning ook contact gehad met boeren die deelnamen aan acties die gepaard gingen met wetsovertredingen of ordeverstoringen?
  • Was, toen de Koning zei “Wij spreken heel veel met boeren”, het gebruik van de wij-vorm een toepassing van de pluralis majestatis? Of doelde de koning mede op leden van zijn familie?
  • Hebben de Koning of leden van zijn familie direct of indirect belang bij de bedrijfsactiviteiten van boeren op een kroondomein of koninklijk landgoed?
  • Zijn er formele of informele afspraken tussen de RVD en de pers, die erop neerkomen dat bij het persmoment weliswaar gelegenheid wordt geboden tot het stellen van vragen aan de Koning, maar dat het niet de bedoeling is dat de daarop gegeven antwoorden voorwerp worden van kritiek in de pers?

De politiechef

Kort na de uitspraken van de Koning bleek ook de politie veel sympathie voor de boeren te hebben. Een politiechef van de Landelijke Eenheid zei eerst: “Wat we de laatste dagen hebben gezien, gaat een grens over, en raakt de rechtsstaat en de democratie.” Maar hij achtte het niet mogelijk om excessen in de kiem te smoren. En toch was hij tevreden. En ten slotte zei hij: “Veel politiemensen hebben begrip voor de positie van de boeren, ik ook.”

Dat roept vragen op als:

  • Is het passend dat een politiechef, mede namens “veel politiemensen”, begrip toont voor actievoerders die in zó ernstige mate de wet overtreden en de openbare orde verstoren, dat de rechtsstaat en de democratie in gevaar komen?
  • Is aan de betrokken politiechef duidelijk gemaakt dat hij met zijn uitspraken ook zélf een grens heeft overschreden?
  • Was de betrokken politiechef wellicht van mening dat zijn uitspraken wel toelaatbaar waren, gelet op uitlatingen van de Koning kort daarvoor?
  • Wil het kabinet laten onderzoeken of er verband bestaat tussen de voorkeur van de politie voor niet-ingrijpen tegen illegale boerenacties en het begrip dat veel politiemensen zouden hebben voor de positie van de boeren?
  • Worden maatregelen getroffen om aan de gehele Nationale Politie duidelijk te maken dat de politie volstrekt neutraal moet zijn jegens eenieder die de wet overtreedt of de openbare orde verstoort? En dat de politie zijn begrip en sympathie moet reserveren voor de slachtoffers van wetsovertredingen en ordeverstoringen; en van eventueel onbevoegd of disproportioneel politieoptreden?

Het kan alsnog

Het zijn vragen die, voor zover ik heb kunnen nagaan, nauwelijks of niet zijn gesteld. Waarom niet? Voor de pers geldt wellicht dat men het halfjaarlijkse persmomentje niet in de waagschaal wilde stellen. Kamerleden dachten misschien in vakantietijd te weinig aandacht voor hun vragen te zullen krijgen. Maar het is nog niet te laat. Kamervragen vinden hun aanleiding meestal in de actualiteit. Maar het is niet verboden om, teruggekeerd van een welverdiende vakantie, nog eens te overdenken wat er in deze hete zomer zoal is gepasseerd, maar dat we in een fatsoenlijke democratische rechtsstaat liever níet zien gebeuren. Dat zou dan tot vragen en debat moeten leiden. Om er lessen van te kunnen leren. Ténzij we vinden dat er – rechtsstatelijk gezien – géén sprake was van grensoverschrijdende gedragingen en uitlatingen van boeren, een politiechef en – onder verantwoordelijkheid van de minister-president – de Koning. Dan hoeven we ook helemaal geen lessen te leren. Fijn en rustgevend is dat altijd. Maar wel riskant.

 

Mr. Huub Linthorst is voormalig directeur Wetgeving & Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.

Op Parlement.com staat een overzicht van Kamervragen in de zomer en de manier waarop het vragenrecht in de zomermaanden gebruikt wordt door Kamerleden.