Er is een verband tussen de uitrusting van de politie en de moed van ministers

maandag 7 november 2022, column van mr. Huub Linthorst i

Is de politie voorbereid op nieuwe boerenacties? Zouden ze al geëvalueerd hebben of ze adequaat gereageerd hebben op de boerenacties van het afgelopen jaar? En hoe het misschien beter zou kunnen? Woordvoerders van de politie hebben al wel laten doorschemeren waarom zij nogal wat wetsovertredingen en verstoringen van de openbare orde hebben gedoogd: ten eerste omdat ze wilden de-escaleren, ten tweede omdat ze best wel begrip hebben voor de boeren en ten derde omdat ze niet de middelen hebben om een einde te maken aan acties met tractoren. Het eerste was misschien een strategische fout, het tweede was een schande voor de neutraliteit van de politie en het derde is iets om zeer serieus te nemen.

Zouden ze die middelen inmiddels wél hebben? Plus een plan voor het zo nodig inzetten daarvan? De kans dat het binnen afzienbare tijd nodig wordt, lijkt mij aanzienlijk. Ooit zal het Remkes-effect – het apaiseren van boeren met louter zalvende woorden – uitgewerkt zijn. Misschien heeft de politie ook al wel zo’n plan, maar wil men dat uit tactische overwegingen liever geheim houden. Dat is begrijpelijk, maar énige openheid zou wel preventief kunnen werken. En er is een beroepsgroep die in ieder geval moet weten dat er een plan ís. Dat zijn ministers en burgemeesters.

Voor de burgemeesters is allereerst van belang, hoe boerenacties met tractoren op snelwegen zich verhouden tot wettelijke verkeersregels en de Wet openbare manifestaties. Daarbij zal uitgemaakt moeten worden wat een optocht van tractoren op een snelweg juridisch is: boeren op weg naar een betoging of een betoging op zichzelf. In het eerste geval is het vrij overzichtelijk. Ze moeten zich aan de verkeerswetgeving houden, net als hun collega’s die met een auto, scooter of fiets naar de betoging gaan. In het tweede geval zou de betoging moeten worden gemeld in iedere gemeente die doorkruist wordt. Dat vergt een gecoördineerd optreden van de betrokken burgemeesters – en dat kunnen er best veel zijn. De Wet openbare manifestaties bevat daar geen voorzieningen voor. Duidelijk is wel, dat het toelaten van een betoging die in de kern bestaat uit het overtreden van de verkeerswetgeving – met als gevolg schade voor degenen voor wie snelwegen wél bestemd zijn – niet voor de hand ligt.

Daarnaast is er dus de vraag of de politie voldoende is toegerust om handhavend op te treden tegen dit soort wetsovertredingen. Daarbij doet zich een bekend verschijnsel voor: de kloof tussen stad en platteland. Voor illegale betogingen die ontbonden moeten worden, beschikt de politie over tal van instrumenten, zoals de M.E., paarden en waterkanonnen. De M.E. kan in beginsel in het hele land worden ingezet, hoe het met politiepaarden zit weet ik niet, maar bekend is wel dat waterkanonnen alleen gestationeerd zijn in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. En inderdaad, illegale betogingen doen zich vooral voor in de Randstad. Ik waag de veronderstelling dat de politie daardoor tot voor kort nauwelijks of niet op de gedachte gekomen is, dat zich ook buíten de Randstad illegale betogingen en andere wanordelijkheden voor kunnen doen. En dat de impact daarvan op de samenleving vele malen gróter kan zijn dan het bezetten van een kruispunt in Amsterdam of Den Haag. En dan doel ik met die impact niet alleen op de overlast voor weggebruikers, maar vooral ook op de gevolgen voor de rechtsstaat en de politiek. Niet alleen militairen zijn altijd voorbereid op de vórige oorlog. Het geldt ook voor de politie.

Daarmee kom ik bij de betrokken ministers. Je hoort tegenwoordig wel dat ministers niet de moed hebben om het stikstofprobleem effectief aan te pakken. Daarvan gaat de suggestie uit dat moed louter een individuele karaktertrek is. Maar er zit ook een andere kant aan. Er is een verband tussen de uitrusting van de politie en de moed van agenten én van ministers. Als ministers weten dat de politie goed voorbereid en uitgerust is om alle illegale en intimiderende boerenacties het hoofd te bieden, is de kans groot dat ze een stuk dapperder worden in het nemen van maatregelen waar de natuur van opknapt, maar boeren last van hebben.

Wat zou die uitrusting moeten zijn? Ik neem aan dat binnen de politie al is vastgesteld dat je met waterkanonnen weinig uitricht tegen tractoren. Waarschijnlijk geldt dat ook voor de M.E. Er zal dus enige creativiteit betracht moeten worden. En ook hier zien we weer de kloof tussen stad en platteland. Als er in de stad een probleem is met de openbare orde, verzinnen we onmiddellijk van alles om het binnen de perken te houden; zoals surveilleren, preventief fouilleren en overal camera’s ophangen. Zouden we die creativiteit niet ook eens op het platteland kunnen loslaten? Camera’s bij iedere oprit naar een snelweg? En is er nog iets te bedenken om tractoren te kunnen afstoppen en in beslag nemen? Misschien granaten onder tractoren schieten die geen traangas bevatten, maar iets chemisch waar tractoren niet tegen kunnen? Natuurlijk niet zo zwaar dat de bestuurders er blijvende gezondheidsschade van op kunnen lopen, maar wel effectief genoeg om tractoren zó te beschadigen dat zij niet verder kunnen rijden. Of anders iets elektrisch – een soort teaser voor tractoren?

De politie zal out-of-the-box moeten gaan denken. Niet alleen doen waar ze altijd al goed in waren en wat ze ook gráág doen: afluisteren. Maar ook wat zij – én alle andere overheidsdiensten in Nederland – níet zo goed kunnen: samenwerken; in dit geval vooral met de NCTV en de AIVD. Onze rechtsstaat is in het geding. En burgers moeten kunnen weten of gezagsdragers – politiek én ambtelijk – bereid en in staat zijn om die rechtsstaat te verdedigen.

En bedenk daarbij: het hoeft niet altijd over stikstofmaatregelen te gaan. Er zijn vast boeren die óók bezwaren hebben tegen het coronabeleid of het opnemen van vluchtelingen. Iedere actiegroep die pakweg 100 tractorbezitters zo ver krijgt om hen, eventueel tegen een onkostenvergoeding, een lift naar het Malieveld te geven, en dat een paar keer herhaalt, kan de vaderlandse politiek nét zo efficiënt intimideren en gijzelen als de boeren hebben gedaan voor hun stikstofbelangen. De NCTV ziet het inzetten van tractoren niet als geweld, maar als “activisme van mensen die het niet eens zijn met de overheid”. Het is een vreselijke vergissing.

 

Mr. Huub Linthorst is voormalig directeur Wetgeving & Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.

Zie ook: