“Zonder constitutionele basiskennis kan het behoorlijk fout gaan”

vrijdag 22 september 2023, analyse van Mr. Thom de Graaf i

‘’Om hier op de Haagse vierkante kilometer te kunnen functioneren, is constitutionele basiskennis een vereiste. Ik merk om mij heen dat het daaraan steeds vaker ontbreekt,” aldus Thom de Graaf, vice-president van de Raad van State. Het baart hem grote zorgen want: “als onzorgvuldigheid de boventoon voert, kan het behoorlijk fout gaan in het evenwicht tussen de staatsmachten.” Al enkele jaren pleit Thom de Graaf daarom voor meer aandacht voor wat hij zelf ‘constitutionele geletterdheid’ noemt.

Waarom is er meer aandacht voor de democratische rechtsstaat nodig bij professionals?

“Ik vrees dat de rechtsstaat en de parlementaire democratie niet altijd meer worden begrepen. Bijvoorbeeld, wanneer een lid van de Tweede Kamer een rechterlijke uitspraak afdoet als juridisch geneuzel, dan ondermijnt dat het gezag van de rechter.”

“Als onzorgvuldigheid in de onderlinge relaties tussen de staatsmachten de boventoon gaat voeren, verstoort dat het evenwicht tussen die staatsmachten. Rechters kunnen hun werk in Nederland alleen maar doen in onafhankelijkheid en onpartijdigheid en met een zeker vertrouwen dat ze dat onpartijdig en oprecht doen. Als hun werk door parlementariërs of journalisten niet wordt begrepen of, sterker nog, wordt gewantrouwd, dan heeft de rechtsstaat een ernstig probleem. Dit kan uiteindelijk leiden tot een afnemend draagvlak voor de democratische rechtsstaat”.

“Een ander probleem is dat het fundamentele werk van een volksvertegenwoordiger – goed wetgeven – onder druk komt te staan. Versplintering in de Tweede Kamer leidt ertoe dat Kamerleden in kleine groepen hun partij vertegenwoordigen en te vaak bezig zijn met een schreeuw om aandacht bij de kiezers. Een verantwoordelijk politicus is niet alleen maar vertegenwoordiger van hun kiezer, maar moet ook ergens voor staan en daar steun voor krijgen. In de Kamer staan op het moment de representatieve en controlerende functies centraal en schiet de wetgevende functie er steeds meer bij in. Doordat iedereen bezig is met aandacht genereren, gaat de verdieping in kennis teloor. Dat kan uiteindelijk ten koste gaan van de kwaliteit van wetgeving.”

“Om dit te voorkomen moet je de kennis over het functioneren van de democratische rechtsstaat blijven onderhouden bij de mensen die “in Den Haag” werken. Het is in zekere zin een opvoeding in constitutionele geletterdheid.”

Wat zou volgens u de kern moeten uitmaken van de Academie voor de Rechtsstaat en op wie zou zij zich moeten richten?

“In Nederland doen wij geen ‘toelatingstoets’ voor ambtenaren, zoals in Frankrijk. Wat wel goed zou zijn, is een zogenoemde ‘training on the job’, voor beginnende politici, mensen bij de griffie, medewerkers van fracties, lobbyisten, journalisten die bij de parlementaire redactie aan de slag gaan. Bied hun de vereiste basiskennis over de democratische rechtsstaat. Ook bij de universitaire en hbo-opleidingen zou er breder aandacht mogen worden besteed aan het element burgerschap. En betrek daarbij dan ook opleidingen die daar normaalgesproken minder aandacht aan besteden: economie, biologie, geneeskunde, etc.”

“Ik verwacht niet dat iedereen over vijf jaar door deze wasstraat is gegaan en het dan plotseling anders gaat. Het is een proces van de lange adem, maar wel een noodzakelijk proces. Het zou goed zijn als de Academie voor de Rechtsstaat voor een breed netwerk zorgt met alumni, terugkomdagen en symposia. Het doel is wederzijds begrip voor elkaars positie in de rechtsstaat kweken door het uitwisselen van ervaringen. Kennis en begrip gaan daarin hand in hand. Je kunt geen begrip krijgen als je de spelregels niet kent.”

Is kennis alleen wel de oplossing? Het kan ook een politieke keuze zijn om die kennis bewust niet te gebruiken?

“Hier speelt de vraag op wat belangrijker is: cultuur of structuur? Door de komst van sociale media is het debat verhard en is begrip voor elkaar soms ver te zoeken. Zeker een medium als Twitter, tegenwoordig X, heeft voor een afkalving van de politiek-rechtsstatelijke mores gezorgd. Het is moeilijk om daar weerstand tegen te bieden. Je ziet ook dat politieke partijen (allemaal) het fragmentje van hun eigen politieke leider of Kamerlid pakken en dat eruit knippen. Dat is dan het enige wat je ziet. De context van het debat ontbreekt.”

“Het is aan de jonge generatie om nieuwe, weerbare strategieën te ontwikkelen om hiertegen op te kunnen treden. In bredere zin is dat ook iets voor de deelnemers aan de Academie voor de Rechtsstaat: zij máken zelf ook die Academie. Ze ondergaan haar niet alleen.”

Dit interview is eerder gepubliceerd op de website van Universiteit Leiden.

Het Centre for Professional Learning (CPL) van de Universiteit Leiden en het Montesquieu Instituut richten gezamenlijk de Academie voor de Rechtsstaat op. Met dit initiatief bieden we vanaf eind september 2023 een cursus aan met verdiepende kennis en inzicht in de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat aan professionals die een directe rol spelen binnen het openbaar bestuur of daar intensief mee te maken hebben.

Meer informatie over de leergang vind je via onderstaande link: