Artikel III-8: Maatregelen tegen discriminatie

III-7
Artikel III-8
III-9
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de in de Grondwet aan de Unie verleende bevoegd heden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad van Ministers de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische oorsprong, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen de grondbeginselen betreffende de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf worden vastgesteld, ter ondersteuning van de regelingen die de lidstaten treffen, met uitzondering van enige harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen.
 

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de door de Grondwet aan de Unie verleende bevoegd heden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1, worden bij Europese wet of kaderwet stimuleringsmaatregelen van de Unie vastgesteld ter ondersteuning van de maatregelen die de lidstaten nemen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen; de lidstaten onthouden zich van harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten.
2003
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de in de Grondwet aan de Unie verleende bevoegd heden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad van Ministers de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische oorsprong, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen de grondbeginselen betreffende de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf worden vastgesteld, ter ondersteuning van de regelingen die de lidstaten treffen, met uitzondering van enige harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen.
2003
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de in de Grondwet aan de Unie toegekende bevoegdheden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische oorsprong, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kunnen Bbij Europese wet of kaderwet de grondbeginselen betreffende de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf worden vastgesteld, ter ondersteuning van de maatregelen die de lidstaten treffen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen, met uitzondering van enige harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen.
2004
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet en binnen de grenzen van de bij de Grondwet aan de Unie toegedeelde bevoegdheden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kunnen de grondbeginselen van de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf, die worden genomen ter ondersteuning van het optreden van de lidstaten om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen, bij Europese wet of kaderwet worden vastgesteld; iedere harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen is uitgesloten.