Artikel III-124: Maatregelen tegen andere vormen van discriminatie

III-123
Artikel III-124
III-125
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet en binnen de grenzen van de bij de Grondwet aan de Unie toegedeelde bevoegdheden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kunnen de grondbeginselen van de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf, die worden genomen ter ondersteuning van het optreden van de lidstaten om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen, bij Europese wet of kaderwet worden vastgesteld; iedere harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen is uitgesloten.
 

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Op grond van het eerste lid heeft de Unie de bevoegdheid om de nodige maatregelen te treffen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. Deze bepaling is een uitwerking van het in artikel III-118 i neergelegde algemene streven van de Unie om bij de bepaling en de uitvoering van het beleid en de maatregelen bedoeld in Deel III van het Verdrag, discriminatie op de genoemde gronden te bestrijden.

Het eerste lid van artikel III-124 correspondeert met artikel 13, eerste lid, van het EG-Verdrag i, met als belangrijk verschil dat het Europees Parlement een goedkeuringsrecht heeft, waar het Parlement op grond van de oude bepaling slechts geraadpleegd werd.

Op grond van artikel III-124, tweede lid, kunnen stimuleringsmaatregelen bij Europese wet of kaderwet worden vastgesteld. Deze bepaling stemt overeen met artikel 13, tweede lid, van het EG-Verdrag.

2.

Toelichting Belgische regering

In vergelijking met de huidige teksten vestigen we de aandacht op de volgende vernieuwingen :

  • In artikel III-124 werd een wijziging aangebracht aan de maatregelen die tot doel hebben discriminatie te bestrijden. Sommige lidstaten, waaronder ook België, hebben ervoor gepleit dat deze maatregelen voortaan konden worden genomen onder gekwalificeerde meerderheid. Deze eis stootte op fel verzet.

De aangenomen tekst behoudt uiteindelijk het beginsel van de eenparigheid. Het Europees Parlement moet echter wel zijn goedkeuring geven, terwijl het vandaag alleen maar wordt geraadpleegd.

De stimuleringsmaatregelen, meer bepaald de financiële stimuleringsmaatregelen, kunnen basisbeginselen vastleggen en zullen worden aangenomen krachtens een gewone wet, d.i. met gekwalificeerde meerderheid en met medebeslissing van het Europees Parlement.

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de door de Grondwet aan de Unie verleende bevoegd heden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1, worden bij Europese wet of kaderwet stimuleringsmaatregelen van de Unie vastgesteld ter ondersteuning van de maatregelen die de lidstaten nemen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen; de lidstaten onthouden zich van harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten.
2003
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de in de Grondwet aan de Unie verleende bevoegd heden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad van Ministers de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische oorsprong, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen de grondbeginselen betreffende de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf worden vastgesteld, ter ondersteuning van de regelingen die de lidstaten treffen, met uitzondering van enige harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen.
2003
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, en binnen de grenzen van de in de Grondwet aan de Unie toegekende bevoegdheden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische oorsprong, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kunnen Bbij Europese wet of kaderwet de grondbeginselen betreffende de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf worden vastgesteld, ter ondersteuning van de maatregelen die de lidstaten treffen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen, met uitzondering van enige harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen.
2004
  • 1. 
    Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet en binnen de grenzen van de bij de Grondwet aan de Unie toegedeelde bevoegdheden, kunnen bij Europese wet of kaderwet van de Raad de nodige maatregelen worden vastgesteld om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kunnen de grondbeginselen van de stimuleringsmaatregelen van de Unie, alsmede die maatregelen zelf, die worden genomen ter ondersteuning van het optreden van de lidstaten om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen, bij Europese wet of kaderwet worden vastgesteld; iedere harmonisatie van hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen is uitgesloten.