Artikel III-179: Volksgezondheid

III-178
Artikel III-179
III-180
  • 1. 
    Bij de bepaling en de uitvoering van ieder beleid en ieder optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

    Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens, en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

    De Unie vult het optreden van de lidstaten ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie, aan.

  • 2. 
    De Unie moedigt samenwerking tussen de lidstaten op de in dit artikel bedoelde gebieden aan en steunt zo nodig hun optreden.

    De lidstaten coördineren in samenspraak met de Europese Commissie hun beleid en programma's op de in lid 1 bedoelde gebieden. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.

  • 3. 
    De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en met de voor volksgezondheid bevoegde internationale organisaties.
  • 4. 
    Bij Europese wet of kaderwet wordt het nodige geregeld waardoor wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van dit artikel, en wel door het treffen van de volgende maatregelen om gemeenschappelijke veiligheidskwesties het hoofd te bieden:
    • a) 
      maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten; deze maatregelen beletten niet dat een lidstaat maatregelen voor een hogere graad van bescherming handhaaft of treft;
    • b) 
      in afwijking van [artikel III-122 i (voorheen artikel 37)], maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid.

De Europese wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Comité van de Regio's envan het Economisch en Sociaal Comité.

  • 5. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen ook stimuleringsmaatregelen worden ingesteld die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid en de bestrijding van grote grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, met uitzondering van enige harmonisatie van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten. De wet of kaderwet wordt vastgesteld na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité.
  • 6. 
    De Raad van Ministers kan op voorstel van de Europese Commissie ook aanbevelingen aannemen ter verwezenlijking van de in dit artikel genoemde doelstellingen.
  • 7. 
    Bij het optreden van de Unie op het gebied van de volksgezondheid wordt de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig geëerbiedigd. Met name doen de in lid 4, onder a), bedoelde maatregelen geen afbreuk aan de nationale voorschriften inzake donatie en geneeskundig gebruik van organen en bloed.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

    Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

    De Unie vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie.

  • 2. 
    De Unie moedigt samenwerking tussen de lidstaten op de in dit artikel bedoelde gebieden aan en steunt zo nodig hun optreden.

    De lidstaten coördineren onderling, in verbinding met de Commissie, hun beleid en programma's op de in lid 1 bedoelde gebieden. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, alle dienstige initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen.

  • 3. 
    De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties.
  • 4. 
    Een Europese wet of kaderwet draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van dit artikel door de vaststelling van maatregelen om de gemeenschappelijke veiligheidskwesties het hoofd te bieden, met name:
    • a) 
      maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten; deze maatregelen beletten niet dat een lidstaat maatregelen voor een hogere graad van bescherming handhaaft of treft;
    • b) 
      in afwijking van [ex artikel 37] i, maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid;

    De Europese wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité.

  • 5. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen ook stimuleringsmaatregelen worden ingesteld die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid, met uitsluiting van harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten. Hij wordt vastgesteld na raadpleging van het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité.
  • 6. 
    Met het oog op doelstellingen van dit artikel kan de Raad, op voorstel van de Commissie, ook aanbevelingen aannemen.
  • 7. 
    Bij het optreden van de Unie op het gebied van de volksgezondheid worden de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig geëerbiedigd. Met name doen de in lid 4, onder a), bedoelde maatregelen geen afbreuk aan de nationale voorschriften inzake donatie en geneeskundig gebruik van organen en bloed.
2003
  • 1. 
    Bij de bepaling en de uitvoering van ieder beleid en ieder optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

    Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens, en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

    De Unie vult het optreden van de lidstaten ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie, aan.

  • 2. 
    De Unie moedigt samenwerking tussen de lidstaten op de in dit artikel bedoelde gebieden aan en steunt zo nodig hun optreden.

    De lidstaten coördineren in samenspraak met de Europese Commissie hun beleid en programma's op de in lid 1 bedoelde gebieden. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.

  • 3. 
    De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en met de voor volksgezondheid bevoegde internationale organisaties.
  • 4. 
    Bij Europese wet of kaderwet wordt het nodige geregeld waardoor wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van dit artikel, en wel door het treffen van de volgende maatregelen om gemeenschappelijke veiligheidskwesties het hoofd te bieden:
    • a) 
      maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten; deze maatregelen beletten niet dat een lidstaat maatregelen voor een hogere graad van bescherming handhaaft of treft;
    • b) 
      in afwijking van [artikel III-122 i (voorheen artikel 37)], maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid.

De Europese wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Comité van de Regio's envan het Economisch en Sociaal Comité.

  • 5. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen ook stimuleringsmaatregelen worden ingesteld die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid en de bestrijding van grote grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, met uitzondering van enige harmonisatie van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten. De wet of kaderwet wordt vastgesteld na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité.
  • 6. 
    De Raad van Ministers kan op voorstel van de Europese Commissie ook aanbevelingen aannemen ter verwezenlijking van de in dit artikel genoemde doelstellingen.
  • 7. 
    Bij het optreden van de Unie op het gebied van de volksgezondheid wordt de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig geëerbiedigd. Met name doen de in lid 4, onder a), bedoelde maatregelen geen afbreuk aan de nationale voorschriften inzake donatie en geneeskundig gebruik van organen en bloed.
2003
  • 1. 
    Bij de bepaling en de uitvoering van het gehele beleid en optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

    Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens, en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit optreden omvat tevens:

    • a) 
      de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs;
  • b) 
    de controle van, de alarmering bij en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid.

De Unie vult het optreden van de lidstaten ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie, aan.

  • 2. 
    De Unie moedigt samenwerking tussen de lidstaten op de in dit artikel bedoelde gebieden aan en steunt zo nodig hun optreden. Zij moedigt in het bijzonder samenwerking tussen de lidstaten aan die gericht is op de verbetering van de complementariteit van hun gezondheidsdiensten in de grensoverschrijdende regio's.

De lidstaten coördineren in samenspraak met de Commissie hun beleid en programma's op de in lid 1 bedoelde gebieden. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.

  • 3. 
    De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en met de voor volksgezondheid bevoegde internationale organisaties.
  • 4. 
    In afwijking van artikel I-11 i, lid 5, en artikel I-16 i, punt a), en overeenkomstig artikel I-13, lid 2, punt k), wordt bij Europese wet of kaderwet bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van dit artikel, en wel door het treffen van de volgende maatregelen om gemeenschappelijke veiligheidskwesties het hoofd te bieden:
    • a) 
      maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten; deze maatregelen beletten niet dat een lidstaat maatregelen voor een hogere graad van bescherming handhaaft of treft;
    • b) 
      maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid.
  • c) 
    maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan medische producten en medische hulpmiddelen.
  • d) 
    maatregelen betreffende de controle van, de alarmering bij en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid. [*]

De Europese wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité.

  • 5. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen ook stimuleringsmaatregelen worden vastgelegd die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid en met name de bestrijding van grote grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, alsook maatregelen die rechtstreeks verband houden met de bescherming van de volksgezondheid ter zake van tabak en misbruik van alcohol, met uitzondering van enige harmonisatie van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten. De wet of kaderwet wordt vastgesteld na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité. [*]
  • 6. 
    De Raad kan op voorstel van de Commissie ook aanbevelingen aannemen ter verwezenlijking van de in dit artikel genoemde doelstellingen.
  • 7. 
    Het optreden van de Unie [*] eerbiedigt de verantwoordelijkheid van de lidstaten met betrekking tot de bepaling van hun gezondheidsbeleid, alsmede de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging. De verantwoordelijkheden van de lidstaten omvatten het beheer van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging, alsmede de allocatie van de daaraan toegewezen middelen. De in lid 4, onder a), bedoelde maatregelen doen geen afbreuk aan de nationale voorschriften inzake donatie en geneeskundig gebruik van organen en bloed.

Noot [*] bij leden 4 onder d), 5 en 7:

In het werkdocument CIG 73/04 (29 april 2004) luidde het commentaar bij de wijzigingen in dit artikel (toevoeging d) onder lid 4, wijzigingen van de leden 5 en 7):

"Het voorzitterschap stelt voor de post-Napelstekst [= document CIG 60/03 ADD 1] nogmaals te wijzigen. De herziene tekst bevat in lid 4 een nieuwe bepaling die voorziet in maatregelen betreffende de controle van, de alarmering bij en de bestrijding van ernstige bedreigingen van de gezondheid wanneer deze meer dan één lidstaat kunnen treffen. Lid 5 bevat een verwijzing naar maatregelen in verband met tabak en misbruik van alcohol. Wat lid 7 betreft, wordt voorgesteld de verwijzing naar de volksgezondheid te schrappen [op de plek van de asteriks]."

2004
  • 1. 
    Bij de bepaling en de uitvoering van het gehele beleid en optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

    Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens, en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit optreden omvat:

    • a) 
      de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs;
    • b) 
      de controle van, de alarmering bij en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid.

    De Unie vervolledigt het optreden van de lidstaten ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, onder andere door voorlichting en preventie.

  • 2. 
    De Unie moedigt samenwerking tussen de lidstaten op de in dit artikel bedoelde gebieden aan en steunt zo nodig hun optreden. Zij moedigt in het bijzonder aan dat de lidstaten samenwerken ter verbetering van de complementariteit van hun gezondheidsdiensten in de grensgebieden.

    De lidstaten coördineren in samenspraak met de Commissie hun beleid en programma's op de in lid 1 bedoelde gebieden. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.

  • 3. 
    De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en met de voor volksgezondheid bevoegde internationale organisaties.
  • 4. 
    In afwijking van artikel I-12, lid 5 i, en artikel I-17, onder a) i, en overeenkomstig artikel I-14, lid 2, onder k) i, wordt bij Europese wet of kaderwet bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van dit artikel, en wel door het treffen van de volgende maatregelen om gemeenschappelijke veiligheidskwesties het hoofd te bieden:
    • a) 
      maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten; deze maatregelen beletten niet dat een lidstaat strengere beschermingsmaatregelen handhaaft of treft;
    • b) 
      maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid;
    • c) 
      maatregelen waarbij hoge kwaliteits- en veiligheidseisen worden gesteld aan geneesmiddelen en medische hulpmiddelen;
    • d) 
      maatregelen betreffende de controle van, de vroegtijdige alarmering bij en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid.

    De Europese wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité.

  • 5. 
    Bij Europese wet of kaderwet kunnen ook stimuleringsmaatregelen worden vastgelegd die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid en met name de bestrijding van grote grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, alsook maatregelen die rechtstreeks verband houden met de bescherming van de volksgezondheid ter zake van tabak en misbruik van alcohol, met uitsluiting van enige harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten. De wet of kaderwet wordt vastgesteld na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité.
  • 6. 
    Voor de toepassing van dit artikel kan de Raad op voorstel van de Commissie ook aanbevelingen aannemen.
  • 7. 
    Het optreden van de Unie eerbiedigt de verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot de bepaling van hun gezondheidsbeleid, alsmede de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging. De verantwoordelijkheden van de lidstaten omvatten het beheer van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging, alsmede de allocatie van de daaraan toegewezen middelen. De in lid 4, onder a), bedoelde maatregelen doen geen afbreuk aan de nationale voorschriften inzake donatie en geneeskundig gebruik van organen en bloed.