Artikel 31: Zittingsduur, Ontbinding

30
Artikel 31
32
  • 1. 
    De Europese Uitvoerende Raad treedt in functie zodra zijn samenstelling gepubliceerd is in het Publicatieblad der Gemeenschap; hij verschijnt onverwijld voor de Kamer der Volkeren en de Senaat, teneinde hun vertrouwen te verkrijgen. Dit wordt gegeven met de gewone meerderheid van de leden, waaruit elk der Kamers bestaat.
  • 2. 
    De Europese Uitvoerende Raad blijft in functie tot het verstrijken van het mandaat van de Kamer der Volkeren. Hij treedt evenwel af als de Kamer der Volkeren of de Senaat een motie van wantrouwen te zijnen opzichte aanneemt. Hij moet eveneens aftreden als de Kamer der Volkeren of de Senaat een door de Raad gevraagd vertrouwensvotum weigert.
  • 3. 
    De Senaat spreekt zijn wantrouwen tegenover de Europese Uitvoerende Raad uit door een nieuwe Voorzitter van de Europese Uitvoerende Raad te kiezen volgens het bepaalde in lid 1 van artikel 28 i.

    De Kamer der Volkeren spreekt haar wantrouwen tegenover de Europese Uitvoerende Raad uit door met een meerderheid van drie vijfde van de leden, waaruit zij bestaat, een motie van wantrouwen te zijnen opzichte aan te nemen.

    Behoudens het bepaalde in lid 1 van dit artikel moet het verwerpen van een motie van vertrouwen, om hetzelfde gevolg te hebben als het aannemen van een motie van wantrouwen, plaats vinden onder dezelfde omstandigheden.

  • 4. 
    Als een motie van wantrouwen ofwel de weigering van een door de Europese Uitvoerende Raad aan de Kamer der Volkeren gevraagd vertrouwensvotum wordt aangenomen met een meerderheid die kleiner is dan drie vijfde van de leden, waaruit zij bestaat, beslist de Europese Uitvoerende Raad of hij moet aftreden of de Kamer zal ontbinden.

    De ontbinding kan slechts na het verstrijken van een termijn van vijf volle werkdagen worden uitgesproken. Het ontbindingsbesluit bepaalt tevens de data, waarop de verkiezing van een nieuwe Kamer der Volkeren plaats heeft en waarop deze Kamer weer bijeenkomt. De verkiezing en de bijeenkomst vinden plaats binnen uiterlijk veertig, onderscheidenlijk zestig, dagen na dagtekening van het ontbindingsbesluit.

    De weigering van een vertrouwensvotum door de Kamer der Volkeren als bedoeld in lid 1 van dit artikel, behoeft evenwel niet tot haar ontbinding te leiden.

  • 5. 
    Het recht van de Europese Uitvoerende Raad om de Kamer der Volkeren op grond van het bepaalde in het voorgaande lid te ontbinden vervalt, indien de Senaat binnen de in dat vorige lid gestelde termijn een motie van wantrouwen in de Europese Uitvoerende Raad aanneemt overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dit artikel.
  • 6. 
    De Voorzitter van de Europese Uitvoerende Raad dient het ontslag van de Raad in bij de Voorzitter van de Senaat. De demissionnaire Raad behandelt de lopende zaken tot de ambtsaanvaarding van de volgende Raad.
  • 7. 
    De leden van de Europese Uitvoerende Raad treden gezamenlijk af, indien de Voorzitter zijn functie neerlegt.