Artikel 22:

21
Artikel 22
23
  • 1. 
    Vanaf 1 mei 2004 worden de aanbestedingen, de gunningen, de uitvoering en de betaling van pretoetredingssteun uit hoofde van het Phare-programma, het programma voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma en de pretoetredingsmiddelen voor Cyprus en Malta beheerd door een uitvoeringsinstantie in de nieuwe lidstaten.

    De Commissie kan bij Europees besluit afzien van de voorafgaande controle door de Commissie van de aanbestedingen en gunningen, na een positieve evaluatie van het versterkt gedecentraliseerd uitvoeringssysteem (EDIS), volgens de criteria en de voorwaarden van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89 (1).

    (1) PB L 232 van 2.9.1999, blz. 34.

    Indien deze besluiten om af te zien van voorafgaande controle niet zijn vastgesteld vóór 1 mei 2004, heeft dat tot gevolg dat overeenkomsten die zijn ondertekend tussen 1 mei 2004 en de datum waarop de Commissie haar besluiten vaststelt, niet in aanmerking komen voor pretoetredingssteun.

    Indien evenwel, bij wijze van uitzondering, het besluit van de Commissie om af te zien van voorafgaande controle pas kan worden vastgesteld na 1 mei 2004 om redenen die niet kunnen worden toegeschreven aan de autoriteiten van de nieuwe lidstaat, kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen aanvaarden dat overeenkomsten die zijn gesloten tussen 1 mei 2004 en de datum van deze besluiten, in aanmerking komen voor pretoetredingssteun, en dat de uitvoering van de pretoetredingssteun nog gedurende een beperkte periode wordt voortgezet, op voorwaarde dat de Commissie de aanbestedingen en de gunningen vooraf controleert.

  • 2. 
    Algemene begrotingsverplichtingen die uit hoofde van de in lid 1 bedoelde financiële instrumenten voor de pretoetredingssteun voor 1 mei 2004 zijn aangegaan, met inbegrip van de afsluiting en registratie van de verschillende later aangegane juridische verplichtingen en de betalingen die na 1 mei 2004 zijn verricht, blijven vallen onder de regels en voorschriften van de financiële instrumenten voor pretoetredingssteun en blijven ten laste van de desbetreffende begrotingshoofdstukken tot de betrokken programma's en projecten worden afgesloten. Niettemin worden procedures inzake overheidsopdrachten die worden begonnen na 1 mei 2004, uitgevoerd overeenkomstig de toepasselijke handelingen van de Unie.
  • 3. 
    De laatste programmeringsperiode voor de in lid 1 bedoelde pretoetredingssteun valt samen met het laatste volledige kalenderjaar dat aan 1 mei 2004 voorafgaat. De gunning voor de acties uit hoofde van deze programma's dient binnen de twee volgende jaren plaats te vinden; de betalingen worden verricht zoals in het financieringsmemorandum (1) is vastgesteld, normaliter tegen het einde van het derde jaar nadat de betalingsverplichting is aangegaan. Er worden geen verlengingen toegestaan voor de termijn van de gunning. Bij wijze van uitzondering en in naar behoren gemotiveerde gevallen, is een beperkte verlenging van de termijnen mogelijk voor de betalingen.

    (1) Phare-richtsnoeren (SEC(1999) 1596, bijgewerkt op 6.9.2002 bij C 3303/2).

  • 4. 
    Om te zorgen voor de noodzakelijke geleidelijke beëindiging van de in lid 1 bedoelde financiële instrumenten voor de pretoetredingssteun en van het ISPA-programma, alsmede voor een vlotte overgang tussen de regels die voor, respectievelijk na 1 mei 2004 gelden, kan de Commissie alle passende maatregelen treffen om in de nieuwe lidstaten het nodige wettelijk vereiste personeel te handhaven gedurende een periode van maximaal 15 maanden na 1 mei 2004.

    Tijdens die periode genieten de ambtenaren die in de nieuwe lidstaten voor 1 mei 2004 gedetacheerd waren en die in die lidstaten verplicht in dienst blijven na die datum bij wijze van uitzondering dezelfde financiële en materiële voorwaarden als die welke door de Commissie vóór 1 mei 2004 werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen zoals die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1). De administratieve uitgaven, met inbegrip van de salarissen van andere personeelsleden, die nodig zijn voor het beheer van de pretoetredingssteun, worden tijdens het gehele jaar 2004 en tot eind juli 2005 gefinancierd ten laste van de begrotingspost "ondersteuningsuitgaven voor acties" (het vroegere deel B van de begroting) of ten laste van overeenkomstige begrotingsposten voor de in lid 1 bedoelde instrumenten, alsmede het ISPA-programma, van de desbetreffende pretoetredingsbegrotingen.

    (1) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

  • 5. 
    Wanneer krachtens Verordening (EG) nr. 1258/1999 goedgekeurde projecten niet langer uit hoofde van dat instrument kunnen worden gefinancierd, kunnen zij worden geïntegreerd in de programmering inzake plattelandsontwikkeling en gefinancierd door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Indien in dit verband specifieke overgangsmaatregelen nodig zijn, worden deze door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 50, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de fondsen met structurele strekking (2).

    (2) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.