Artikel 24:

23
Artikel 24
25
  • 1. 
    Hierbij wordt een Schengenfaciliteit als tijdelijk instrument ingesteld om de begunstigde lidstaten vanaf 1 mei 2004 tot eind 2006 te helpen bij de financiering van acties aan de nieuwe buitengrenzen van de Unie met het oog op de uitvoering van het Schengenacquis en de controle aan de buitengrenzen.

    Om de bij de voorbereiding voor deelneming aan Schengen ontdekte tekortkomingen te verhelpen, komen de volgende soorten acties in aanmerking voor financiering uit hoofde van de Schengenfaciliteit:

    • a) 
      investering in bouw, renovatie of verbetering van de infrastructuur aan grensovergangen en daarmee verband houdende gebouwen;
    • b) 
      investeringen in alle soorten van werkmaterieel (bv. laboratoriumapparatuur, detectieapparatuur, apparatuur en programmatuur voor het Schengeninformatiesysteem SIS II, vervoersmiddelen);
    • c) 
      opleiding van grenswachten;
    • d) 
      ondersteuning van logistieke en operationele kosten.
  • 2. 
    De volgende bedragen worden in het kader van de Schengenfaciliteit beschikbaar gesteld en als forfaitaire niet-terugvorderbare steun uitgekeerd aan de onderstaande begunstigde lidstaten:

    (miljoen euro - prijzen van 1999)

     

    2004

    2005

    2006

    Estland

    22,9

    22,9

    22,9

    Letland

    23,7

    23,7

    23,7

    Litouwen

    44,78

    61,07

    29,85

    Hongarije

    49,3

    49,3

    49,3

    Polen

    93,34

    93,33

    93,33

    Slovenië

    35,64

    35,63

    35,63

    Slowakije

    15,94

    15,93

    15,93

  • 3. 
    Het is de taak van de begunstigde lidstaten om de afzonderlijke operaties overeenkomstig dit artikel te selecteren en uit te voeren. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor het coördineren van het gebruik van de Schengenfaciliteit met steun uit andere instrumenten van de Unie, voor de compatibiliteit met het beleid en de maatregelen van de Unie en voor de naleving van het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen of van de Europese wet ter vervanging daarvan.

    De forfaitaire niet-terugvorderbare steun wordt binnen drie jaar na de eerste betaling gebruikt en ongebruikte of onterecht uitgegeven middelen worden teruggevorderd door de Commissie. De begunstigde lidstaten dienen, uiterlijk zes maanden na de termijn van drie jaar, een overzichtsverslag in over de wijze waarop de forfaitaire niet-terugvorderbare steun is gebruikt, met een verklaring waarin de uitgaven worden gerechtvaardigd.

    De begunstigde lidstaat oefent deze verantwoordelijkheid uit onverminderd de bevoegdheden van de Commissie inzake de uitvoering van de begroting van de Unie en met inachtneming van het bepaalde in voornoemd financieel reglement of in de Europese wet ter vervanging daarvan.

  • 4. 
    De Commissie houdt een toetsingsrecht via het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). De Commissie en de Rekenkamer kunnen tevens controles ter plaatse uitvoeren volgens de passende procedures.
  • 5. 
    De Commissie kan de voor de werking van de Schengenfaciliteit noodzakelijke technische bepalingen vaststellen.