Artikel 110: Bevoegdheden ECB

109
Artikel 110
111
  • 1. 
    Ter uitvoering van de aan het ESCB opgedragen taken, zal de ECB, overeenkomstig het bepaalde in dit Verdrag en onder de voorwaarden van de statuten van het ESCB: (*)
    • verordeningen vaststellen voorzover nodig voor de uitvoering van de taken omschreven in artikel 3.1, eerste streepje, artikel 19.1, artikel 22 of artikel 25.2 van de statuten van het ESCB, alsmede in de gevallen die worden bepaald in de in artikel 107, lid 6 i, bedoelde besluiten van de Raad;
    • de beschikkingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van de bij dit Verdrag en de statuten van het ESCB aan het ESCB opgedragen taken;
    • aanbevelingen doen en adviezen uitbrengen.
  • 2. 
    Een verordening is van algemene toepassing. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.

    Aanbevelingen en adviezen zijn niet verbindend.

    Een beschikking is verbindend in al haar onderdelen voor degenen tot wie zij is gericht.

    De artikelen 253 i, 254 i en 256 i zijn van toepassing op de verordeningen en beschikkingen van de ECB.

    De ECB kan besluiten haar beschikkingen, aanbevelingen en adviezen openbaar te maken.

  • 3. 
    Binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Raad volgens de procedure van artikel 107, lid 6 i, worden vastgesteld, is de ECB gerechtigd om ondernemingen boeten of dwangsommen op te leggen bij niet-naleving van de verplichtingen krachtens haar verordeningen en beschikkingen.

1.

Toelichting PDC - Partner van het Montesquieu Instituut

(*) Zie ook protocol 4 van de Europese Grondwet: