Artikel 101: Besluitvorming bij geconstateerde distorsie

100
Artikel 101
102

Ingeval de Commissie vaststelt dat een dispariteit tussen de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten de mededingingsvoorwaarden op de gemeenschappelijke markt vervalst en zodoende een distorsie veroorzaakt welke moet worden opgeheven, raadpleegt zij de betrokken Lid-Staten.

Indien deze raadpleging niet leidt tot overeenstemming waardoor de betrokken distorsie wordt opgeheven, stelt de Raad, gedurende de eerste etappe met eenparigheid en daarna met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie de voor dat doel noodzakelijke richtlijnen vast. De Commissie en de Raad kunnen alle andere dienstige maatregelen nemen welke dit Verdrag voorziet.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Indien de Commissie echter van mening is, dat verschillen in wettelijke regelingen, voorschriften of administratieve bepalingen tussen de Lid-Staten van dien aard zijn, dat hierdoor de concurrentieverhoudingen worden vervalst en uit dien hoofde een "distorsie" wordt uitgelokt, welke moet wee den opgeheven, dan wordt een krachtiger procedure voorzien (artikel 101).

In dat geval tracht de Commissie door middel van overleg een soort minnelijke schikking te treffen.

Lukt dit niet, dan kan de Raad op voorstel van de Commissie ook ditmaal weer de nodige directieven geven, zij het na de eerste etappe, besluitend met een gekwalificeerde meerderheid. Deze directieven kunnen eventueel dus ook inhouden de wijziging of opheffing van bepaalde wettelijke regelingen, voorschriften of administratieve bepalingen.

Als zodanig is deze procedure dus stringenter dan bij de algemene regels ex artikel 100 i. Het is echter zeer wel denkbaar, dat de Commissie of de Raad een oplossing voor een dergelijke distorsie vindt langs een heel andere weg, b.v. door aan een benadeelde Staat het nemen van bepaalde afweermaatregelen toe te staan.

De vraag of en wanneer bepaalde verschillen in wettelijke regelingen etc. inderdaad een distorsie veroorzaken, is overgelaten aan het oordeel van de Commissie. Het is niet mogelijk gebleken dit begrip "distorsie" nader te preciseren. In het z.g. rapport-Spaak wordt hiervan wel een iets nadere omschrijving gegeven. Volgens dit rapport (op blz.61 en 62) is voor het bestaan van een specifieke distorsie nodig, dat een bedrijfstak in een land hetzij zwaarder, hetzij lichter wordt belast dan gemiddeld, zonder dat zulks het geval is voor de concurrerende bedrijfstak in de partnerlanden.

Een dergelijke omschrijving biedt echter nog allerminst een oplossing; zelfs houdt zij het gevaar in voor allerlei meningsverschillen ten aanzien van de interpretatie in concrete gevallen. Terecht is ook naar de mening van de Regering de Commissie alle vrijheid van beoordeling gelaten of in een bepaalde concrete situatie de concurrentieverhoudingen schadelijk worden beïnvloed door wettelijke of andere voorzieningen in bepaalde Lid-staten en, zo ja, hoe deze schadelijke werking zou kunnen worden ondervangen.

2.

Ontwikkeling artikel

1957

Ingeval de Commissie vaststelt dat een dispariteit tussen de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten de mededingingsvoorwaarden op de gemeenschappelijke markt vervalst en zodoende een distorsie veroorzaakt welke moet worden opgeheven, raadpleegt zij de betrokken Lid-Staten.

Indien deze raadpleging niet leidt tot overeenstemming waardoor de betrokken distorsie wordt opgeheven, stelt de Raad, gedurende de eerste etappe met eenparigheid en daarna met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie de voor dat doel noodzakelijke richtlijnen vast. De Commissie en de Raad kunnen alle andere dienstige maatregelen nemen welke dit Verdrag voorziet.

2002

Ingeval de Commissie vaststelt dat een dispariteit tussen de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten de mededingingsvoorwaarden op de gemeenschappelijke markt vervalst en zodoende een distorsie veroorzaakt welke moet worden opgeheven, raadpleegt zij de betrokken lidstaten.

Indien deze raadpleging niet leidt tot overeenstemming waardoor de betrokken distorsie wordt opgeheven, stelt de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie de voor dat doel noodzakelijke richtlijnen vast. De Commissie en de Raad kunnen alle andere dienstige maatregelen nemen welke dit Verdrag voorziet.