Artikel 200: Verdeelsleutel financiële bijdragen der Lid-Staten aan de begroting

199
Artikel 200
201
  • 1. 
    De ontvangsten van de begroting omvatten, onverminderd andere ontvangsten, de financiële bijdragen der Lid-Staten, vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:

België ................ 7,9

Duitsland ............. 28

Frankrijk ............. 28

Italië ................ 28

Luxemburg ............. 0,2

Nederland ............. 7,9

  • 2. 
    De financiële bijdragen van de Lid-Staten ter dekking van de uitgaven van het Europees Sociaal Fonds worden echter vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:

België ................ 8,8

Duitsland ............. 32

Frankrijk ............. 32

Italië ................ 20

Luxemburg ............. 0,2

Nederland ............. 7

  • 3. 
    De verdeelsleutels kunnen door de Raad met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd.

1.

Toelichting Nederlandse regering

De bijdragen der Lid-Staten worden volgens een in het Verdrag bepaalde sleutel vastgesteld. Deze sleutel is voor elk der hierboven genoemde categorieën uitgaven verschillend (artikel 200, lid 1 en lid 2; zie ook de bijlagen van de Conventie inzake de associatie der overzeese gebieden). De verklaring hiervoor moet worden gevonden in het verloop der onderhandelingen. Het probleem van de vaststelling van de verdeelsleutel is tijdens de onderhandelingen op twee verschillende manieren benaderd. Sommige delegaties waren van mening, dat de verdeling van de financiële lasten der Gemeenschap primair moest geschieden op basis van draagkracht. Andere delegaties prefereerden een forfaitaire oplossing, waarbij om politieke redenen voor de grote landen enerzijds en voor Nederland en België anderzijds in ieder geval een zelfde percentage zou moeten worden vastgesteld.

Beide benaderingswijzen zijn terug te vinden in het Verdrag. De Nederlandse delegatie gaf de voorkeur aan de eerstgenoemde oplossing van de vaststelling van de sleutel op basis van draagkracht. Aangezien het Nederlandse deel van het totale nationale inkomen in de Gemeenschap in de orde van grootte van 7 pct. is, is dit ook het percentage, dat men voor de Nederlandse bijdrage heeft vastgesteld voor de lasten van het Sociale Fonds. Ook het Nederlandse aandeel in het kapitaal en de lasten van de Investeringsbank is ongeveer op dit percentage gebaseerd (zie artikel 4 i van het Statuut voor de Investeringsbank). Bij de vaststelling van de sleutel voor het budget van de instellingen der Gemeenschap is, zoals uit artikel 200, lid 1, blijkt,. geopteerd voor de tweede hierboven genoemde oplossing.

De sleutels, in artikel 200 vastgelegd, kunnen slechts met eenstemmigheid door de Raad worden gewijzigd.