Titel II - Financiële bepalingen

Inhoudsopgave van deze pagina:

199: Vaststelling begroting

Alle ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschap, met inbegrip van die welke betrekking hebben op het Europees Sociaal Fonds, moeten voor elk begrotingsjaar worden geraamd en opgenomen in de begroting.

De ontvangsten en uitgaven van de begroting moeten in evenwicht zijn.

200: Verdeelsleutel financiële bijdragen der Lid-Staten aan de begroting

  • 1. 
    De ontvangsten van de begroting omvatten, onverminderd andere ontvangsten, de financiële bijdragen der Lid-Staten, vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:

België ................ 7,9

Duitsland ............. 28

Frankrijk ............. 28

Italië ................ 28

Luxemburg ............. 0,2

Nederland ............. 7,9

  • 2. 
    De financiële bijdragen van de Lid-Staten ter dekking van de uitgaven van het Europees Sociaal Fonds worden echter vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:

België ................ 8,8

Duitsland ............. 32

Frankrijk ............. 32

Italië ................ 20

Luxemburg ............. 0,2

Nederland ............. 7

  • 3. 
    De verdeelsleutels kunnen door de Raad met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd.

201: Eigen middelen

De Commissie bestudeert onder welke voorwaarden de financiële bijdragen der Lid-Staten, bedoeld in artikel 200, zouden kunnen worden vervangen door eigen middelen, met name door ontvangsten afkomstig uit het gemeenschappelijk douanetarief, wanneer dit definitief in werking zal zijn getreden.

Hiertoe doet de Commissie voorstellen aan de Raad.

De Raad kan met eenparigheid van stemmen, na de Vergadering over deze voorstellen te hebben geraadpleegd, de bepalingen vaststellen, waarvan hij de aanneming door de Lid-Staten overeenkomstig hun onderscheidene grondwettelijke bepalingen aanbeveelt.

202: Beginselen uitgaven, overdragen ongebruikte kredieten, indeling kredieten

De uitgaven opgevoerd op de begroting worden toegestaan voor de duur van een begrotingsjaar, voor zover niet anders wordt bepaald in het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement.

Onder de voorwaarden die worden vastgesteld met toepassing van artikel 209, kunnen de kredieten welke aan het einde van het begrotingsjaar ongebruikt zijn gebleven, korden overgedragen uitsluitend naar het eerstvolgende begrotingsjaar, voor zover deze kredieten niet betrekking hebben op personeelsuitgaven.

De kredieten worden ingedeeld in hoofdstukken, waarin de uitgaven worden gegroepeerd naar hun aard en bestemming en voor zover nodig onderverdeeld overeenkomstig het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement.

De uitgaven van de Vergadering, van de Raad, van de Commissie en van het Hof van Justitie worden als afzonderlijke afdelingen in de begroting opgenomen, onverminderd een speciale regeling voor bepaalde gemeenschappelijke uitgaven.

203: Bepalingen bij vaststelling jaarlijkse begroting

  • 1. 
    Het begrotingsjaar begint op 1 januari en sluit op 31 december.
  • 2. 
    Elke instelling van de Gemeenschap maakt een raming op van haar uitgaven. De Commissie groepeert die ramingen in een voor-ontwerp van begroting. Zij voegt daaraan een advies toe, dat afwijkende ramingen mag inhouden.

    De Commissie moet het voor-ontwerp van begroting uiterlijk op 30 september van het jaar dat aan de uitvoering ervan voorafgaat, aan de Raad voorleggen.

    De Raad raadpleegt de Commissie en, in voorkomende gevallen, de andere betrokken instellingen telkens wanneer hij van dit voor-ontwerp wenst af te wijken.

  • 3. 
    De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de ontwerpbegroting vast en zendt deze vervolgens aan de Vergadering.

    De ontwerp-begroting moet uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de uitvoering ervan, aan de Vergadering worden voorgelegd.

    De Vergadering heeft het recht aan de Raad wijzigingen in de ontwerpbegroting voor te stellen.

  • 4. 
    Indien de Vergadering binnen een termijn van een maand na voorlegging van de ontwerp-begroting haar goedkeuring heeft verleend of indien zij geen advies aan de Raad heeft gezonden, wordt de ontwerp-begroting geacht definitief te zijn vastgesteld.

    Indien de Vergadering binnen die termijn wijzigingen heeft voorgesteld, wordt de aldus gewijzigde ontwerp-begroting aan de Raad gezonden. Deze beraadslaagt daarover met de Commissie en, in voorkomende gevallen, met de andere betrokken instellingen en stelt de begroting met gekwalificeerde meerderheid van stemmen definitief vast.

  • 5. 
    Voor de aanvaarding van het deel van de begroting dat betrekking heeft op het Europees Sociaal Fonds, worden de door de leden van de Raad uitgebrachte stemmen als volgt gewogen

België ................ 8

Duitsland ............. 32

Frankrijk ............. 32

Italië ................ 20

Luxemburg ............. 1

Nederland ............. 7

De besluiten komen tot stand wanneer zij ten minste 67 stemmen hebben verkregen.

204: Toegestane uitgaven bij niet tijdig aangenomen begroting

Indien bij het begin van een begrotingsjaar de begroting nog niet is aangenomen, kunnen de uitgaven maandelijks worden verricht per hoofdstuk of per andere afdeling, overeenkomstig de bepalingen van het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement, zonder dat zij een twaalfde der bij de begroting van het vorige begrotingsjaar geopende kredieten mogen overschrijden en zonder dat deze maatregel tot gevolg mag hebben, dat de Commissie meer dan een twaalfde van de kredieten der in voorbereiding zijnde ontwerp-begroting ter beschikking krijgt.

De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, onder voorbehoud dat aan de overige in de eerste alinea gestelde voorwaarden wordt voldaan, uitgaven van meer dan een twaalfde toestaan.

De Lid-Staten storten iedere maand bij wijze van voorschot en overeenkomstig de voor het voorafgaande dienstjaar vastgestelde verdeelsleutels de bedragen noodzakelijk voor de toepassing van dit artikel.

205: Commissie voert begroting onder eigen verantwoordelijkheid uit

De Commissie voert de begroting overeenkomstig de bepalingen van het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement uit onder haar eigen verantwoordelijkheid en binnen de grenzen der toegekende kredieten.

Het reglement voorziet in de wijze waarop en de mate waarin iedere instelling haar eigen uitgaven doet.

Binnen de begroting kan de Commissie, met inachtneming van de grenzen en de voorwaarden bepaald in het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement, kredieten overschrijven hetzij van het ene hoofdstuk naar het andere, hetzij van de ene onderafdeling naar de andere.

206: Controle-commissie

De rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de begroting worden onderzocht door een controle-commissie, welke is samengesteld uit financiële commissarissen die alle waarborgen bieden van onafhankelijkheid en welke door een van hen wordt voorgezeten. De Raad bepaalt met eenparigheid van stemmen het aantal commissarissen. De commissarissen en de voorzitter van de controlecommissie worden door de Raad met eenparigheid van stemmen voor een periode van vijf jaar benoemd. Hun beloning wordt door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgesteld.

De controle, die aan de hand van bescheiden en zo nodig ter plaatse geschiedt, heeft ten doel de wettigheid en de regelmatigheid van de ontvangsten en uitgaven na te gaan en vast te stellen of een goed financieel beheer werd gevoerd.

De controle-commissie stelt na afsluiting van elk begrotingsjaar een verslag op dat zij met meerderheid van stemmen van haar leden aanneemt.

De Commissie legt ieder jaar aan de Raad en aan de Vergadering de rekeningen over het afgelopen begrotingsjaar voor welke betrekking hebben op de uitvoering van de begroting, tezamen met het verslag van de controlecommissie. Bovendien doet zij hun een financiële balans van de activa en passiva van de Gemeenschap toekomen.

De Raad verleent met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting. Hij doet aan de Vergadering mededeling van zijn beschikking.

207: Rekeneenheid begroting, overmaking saldi, beleggingen met beschikbare middelen, financiële verrichtingen Europees Sociaal Fonds

De begroting luidt in de rekeneenheid, bepaald overeenkomstig het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement.

De financiële bijdragen, bedoeld in artikel 200, lid 1, worden aan de Gemeenschap door de Lid-Staten in hun nationale valuta ter beschikking gesteld.

De beschikbare saldi van die bijdragen worden gedeponeerd bij de Schatkist van de Lid-Staten of bij door hen aangewezen instellingen. Zolang deze gelden aldus gedeponeerd zijn, behouden zij de waarde die overeenstemt met de pariteit, welke gold op de dag van deponering ten opzichte van de in de eerste alinea bedoelde rekeneenheid.

De beschikbare middelen kunnen worden belegd onder de voorwaarden die tussen de Commissie en de betrokken Lid-Staat worden overeengekomen.

Het ter uitvoering van artikel 209 vastgestelde reglement stelt de technische voorwaarden vast waaronder de financiële verrichtingen met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds plaatsvinden.

208: Overmaken saldi in andere valuta, betrekkingen Commissie met de Lid-Staten

De Commissie kan, onder voorbehoud dat zij daarvan de bevoegde instanties der betrokken Staten in kennis stelt, de saldi, welke zij in de valuta van een der Lid-Staten in haar bezit heeft, overmaken in de valuta van een andere Lid-Staat, voor zover zij gebruikt moeten worden voor de doeleinden die in dit Verdrag zijn aangewezen. De Commissie vermijdt dergelijke overmakingen zoveel mogelijk, indien zij saldi beschikbaar heeft of beschikbaar kan maken in de valuta waaraan zij behoefte heeft.

De Commissie onderhoudt de betrekkingen met elke Lid-Staat door tussenkomst van de door deze aangewezen autoriteit. Voor de uitvoering van financiële verrichtingen heeft zij toegang tot de centrale bank van de betrokken Lid-Staat of tot een andere door deze Staat gemachtigde financiële instelling.

209: Financiële reglementen, regels en procedures voor overmaking saldi en controle

De Raad, met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie,

  • a) 
    stelt de financiële reglementen vast, waarbij met name de wijze wordt vastgesteld, waarop de begroting wordt opgesteld en uitgevoerd, alsmede de wijze waarop rekening en verantwoording wordt gedaan en de rekeningen worden nagezien,
  • b) 
    bepaalt de regels en de procedure volgens welke de bijdragen van de Lid-Staten ter beschikking van de Commissie moeten worden gesteld,
  • c) 
    stelt de regels vast en organiseert de controle betreffende de verantwoordelijkheid der ordonnateurs en rekenplichtigen.