Artikel 14: Ontzetting uit Stembevoegdheid

13
Artikel 14
15

Zij, die in het Stemregister zijn ingeschreven en geduurende drie agtereenvolgende Jaaren, de Grond-Vergaderingen, waartoe zij behooren, niet hebben bijgewoond, zonder voldoende redenen, staande ter beoordeeling van gezegde Grond-Vergaderingen, worden, voor de daarop volgende drie Jaaren, ontzet van hunne Stembevoegdheid, en van alle publieke Ambten, Bedieningen en Pensioenen.

Dezelfde uitsluiting, voor den tijd van vijf jaren, heeft plaats ten opzigte van allen, die eenigen, hun opgedragen, Post van Bestuur, zonder wettige redenen, te beoordeelen door het Ligchaam, waartoe zij geroepen waren, weigeren aantenemen.

De laatste bepaling zal niet langer kragt hebben, dan tot 1 Januarij 1803, ten zij de Wet dezelve alsdan vernieuwt.