Artikel 18: Formulier bij terugzenden Wet aan Tweede Kamer

17
Artikel 18
1

Het Formulier, waarvan zich het Uitvoerend Bewind bedient, bij het terugzenden van eene Wet aan de Tweede Kamer ( Akte van Staatsregeling, Art. 104 i), is dit:

"Dewijl de form, bij de Staatsregeling voorgeschreven, aan deze Wet ontbreekt, vermag het Uitvoerend Bewind dezelve niet te doen afkondigen."

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Het Formulier, waarvan zich het Uitvoerend Bewind bedient, bij het terugzenden van eene Wet aan de Tweede Kamer ( Akte van Staatsregeling, Art. 104 i), is dit:

"Dewijl de form, bij de Staatsregeling voorgeschreven, aan deze Wet ontbreekt, vermag het Uitvoerend Bewind dezelve niet te doen afkondigen."

1815

Wanneer de Koning het voorstel van de Staten-Generaal aanneemt, wordt zulks in de volgende bewoordingen uitgedrukt:

"De Koning bewilligt in het voorstel."

Zoo de Koning het niet aanneemt, wordt zulks op deze wijze te kennen gegeven:

"De Koning houdt het voorstel in overweging."

1840: art 119
1848

De Koning doet de Staten-Generaal zoo spoedig mogelijk kennis dragen of hij een voorstel van Wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren:

"De Koning bewilligt in het voorstel."

of: "De Koning houdt het voorstel in overweging."

1887: art 120, 1917: art 120, 1922: art 121, 1938: art 123, 1948: art 123, 1953: art 130, 1956: art 130, 1963: art 130, 1972: art 130