Vierde Afdeeling. Van de Wet

Inhoudsopgave van deze pagina:

1: Koning en Wetgevend Ligchaam stellen Wet vast, aantal Leden Wetgevend Ligchaam

De Wet wordt in Holland vastgesteld door de vereeniging van 't Wetgevend Ligchaam, zijnde de Vergadering van Hun Hoog Mogenden, en van den Koning.

Het Wetgevend Ligchaam zal bestaan uit 38 Leden, gekozen voor vijf jaren, en benoemd in de volgende evenredigheid, te weten:

Van 't Departement van Holland 17 Leden,

Van 't Departement van Gelderland 4 Leden,

Van 't Departement van Braband 4 Leden,

Van 't Departement van Vriesland 3 Leden,

Van 't Departement van Overijssel 3 Leden,

Van 't Departement van Zeeland 2 Leden,

Van 't Departement van Groningen 2 Leden,

Van 't Departement van Utrecht 2 Leden,

Van 't Departement van Drenthe 1 Lid,

Het getal van de Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden zal door de Wet kunnen worden vermeerderd, in geval van vergrooting van Grondgebied.

2: Wetgevende en Departementale Vergadering nomineren elk twee Personen voor de te vervullen plaatsen in het Wetgevend Ligchaam

Ten einde voor ditmaal overtegaan tot de benoeming der negentien Leden van de Vergadering van Hun Hoog Mogenden, door dewelke het getal in het voorgaande Artikel bepaald, tot voltalligheid zal gebragt worden, zal de Vergadering van Hun Hoog Mogenden aan den Koning eene Nominatie aanbieden van twee Personen voor iedere der te vervullene plaatsen.

De Departementale Vergadering van ieder Departement zal op gelijke wijze eene Nominatie van twee Personen aanbieden; de Koning zal uit de aangebodene personen de keuze doen.

3: Schimmelpenninck wordt President van het Wetgevend Ligchaam

De tegenwoordige Raadpensionaris zal den Titul nemen van President van Hun Hoog Mogenden, en aldus zijn leven lang blijven fungeeren.

De keuze van zijne Opvolgers zal geschieden op de wijze bij de Constitutie van den Jare 1805 vastgesteld.

4: Griffier Wetgevend Ligchaam

Het Wetgevend Ligchaam zal buiten deszelfs midden een Griffier met meerderheid van stemmen benoemen.

5: Frequentie vergaderingen, buitengewone vergaderingen, roulatie Leden

Het Wetgevend Ligchaam zal gewoonlijk vergaderen tweemaal in 't jaar, te weten van den 15 April tot den 1 Junij, en van den 15 November tot den 15 Januarij, hetzelve kan buitengewoon door den Koning worden zamen geroepen.

Op den 15 November van ieder Jaar, zal 't oudste vijfde gedeelte der Leden, 't Wetgevend Ligchaam uitmakende, aftreden; de eerste aftreding zal plaats hebben den 15 November 1807, en voor ditmaal zal 't Lot de eerste aftredingen bepalen; de aftredende Leden zijn altijd weder verkiesbaar.