Artikel 5: Inkomen Koningin

4
Artikel 5
6

Het Lijftogtgoed van de Koningin zal bij Huwelijksche Voorwaarden bepaald worden. Voor ditmaal is overeengekomen, dat hetzelve zijn zal van eene jaarlijksche Somme van tweemaal honderd en vijftig duizend Guldens, dewelke uit het Domein van de Kroon opgebragt zal worden. Deze Somme afgetrokken zijnde, zal de helft van de overblijvende inkomsten van de Kroon dienen tot bekostiging van het onderhoud van het Huis van den minderjarigen Koning, terwijl de andere helft voor de onkosten van het Regentschap zullen zijn.